Yeşilgöz: taakstelling politie is geen bezuiniging
Een bezuiniging wil demissionair minister Yeşilgöz de ‘efficiencytaakstelling’ op de politie van 17,4 miljoen euro voor 2024 niet noemen.
Demissionair minister Yeşilgöz van Justitie en Veiligheid beloofde dat er in 2024 niet zou worden bezuinigd op de politie. Nu erkent ze dat een ‘efficiencytaakstelling’ op de politie, die oploopt van 17,4 miljoen in 2024 naar 19 miljoen vanaf 2028, structureel is ingeboekt op de bijdrage aan de politie. Ze noemt dit geen ‘bezuiniging’, omdat ze die in 2024 opvangt met ‘incidentele meevallers’.
Niet altijd volledige dekking
De extra middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de politie, zoals de ondermijningsgelden en het tot 200 miljoen structureel oplopende bedrag voor de politieorganisatie, zijn niet altijd voldoende om ambities binnen de taakuitvoering volledig financieel te dekken, erkent Yeşilgöz in antwoord op vragen van CDA-Kamerlid Anne Kuik. Ze weet dat de politie een ‘structureel knelpunt’ verwacht en schrijft dat er ‘op termijn’ keuzes moeten worden gemaakt. Maar op de korte termijn kan dit nog opgevangen worden met incidentele middelen en meevallers.
400 miljoen euro
Regioburgemeesters lieten eind september, gesteund door de politie, in een position paper weten dat zij zich grote zorgen maken over capaciteitsproblemen bij de politie. Zij vroegen om 400 miljoen euro te investeren: 200 miljoen om de structurele personeelstekorten op te lossen en 200 miljoen om zichtbaarder te zijn in de wijk, voor digitale vaardigheden en tegen ondermijnende criminaliteit. De burgemeesters verwachten dat zonder dit geld het aantal politiemensen zal afnemen en recente investeringen teniet zullen worden gedaan. En dat terwijl politiewerk alsmaar complexer wordt.
Er zal in 2024 geen sprake zijn van maatregelen die in de praktijk gevoeld zullen worden als bezuiniging
Kiezen op korpsniveau
Het door de korpschef ingezette traject ‘kiezen op korpsniveau’ moet volgens de minister na 2024 bijdragen aan het maken van keuzes. Binnen het traject kijkt de politie of zaken slimmer of anders kunnen worden georganiseerd. 'Dit kan gevolgen hebben voor de taakuitvoering.' Maar Kuik wijst de minister op een belofte in het commissiedebat van 5 oktober j.l. toen zij garandeerde dat er in 2024 niet zou worden bezuinigd op de politie. Kuik vraagt zich af hoe Yeşilgöz dit dan rijmt met de efficiencytaakstelling die zij de politie oplegt in de begroting 2024, oplopend tot 19 miljoen euro.
Taakstelling tot 19 miljoen
Volgens de minister ‘staat’ die belofte. Toch erkent ze dat er een ‘taakstelling’, die oploopt van 17,4 miljoen in 2024 naar 19 miljoen vanaf 2028, structureel is ingeboekt op de bijdrage aan de politie. In de politieorganisatie is hieraan echter ‘geen specifieke invulling gegeven’ binnen de begroting. ‘In 2024 zal de politie geen specifieke bezuinigingsmaatregelen doorvoeren.’ De taakstelling voor 2024 verwacht de politie te kunnen opvangen met ‘incidentele meevallers’. Voor de jaren erna moet de politie wel bezuinigen, maar dan dus aan de hand van het traject ‘kiezen op korpsniveau’. Volgens Yeşilgöz wist de korpschef al in mei van de taakstelling, toen de ontwerpbegroting 2024 werd besproken.
135 fte
Kuik rekent voor dat die 19 miljoen euro die nu wordt opgevangen door incidentele meevallers, en dus niet elders kunnen worden ingezet, ongeveer gelijkstaat aan 135 fte als het vanuit de personeelskosten zou worden gefinancierd. De minister bevestigt dat en wijst er opnieuw op dat er ‘geen sprake zal zijn van maatregelen die in de praktijk gevoeld zullen worden als bezuiniging’. Tot slot wijst Kuik erop dat in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen 2020 nog een position paper uitkwam van de politie, het Openbaar Ministerie, regioburgemeesters en het Ministerie van J&V sámen. Bij de totstandkoming van de huidige position paper waren ambtenaren van het ministerie van J&V echter enkel betrokken als ‘waarnemers’, laat de minister aan Kuik weten.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Overigens behoren financiële meevallers -tenzij er bij het Rijk andere afspraken zijn gemaakt- normaliter terug te vloeien naar de algemene middelen en ongevraagd niet te worden gebruikt om tegenvallers weg te werken.