Advies: Versterk onderdelen democratie fundamenteel
Er is actie nodig om de democratische rechtsorde op wezenlijke onderdelen fundamenteel te versterken. ‘We kunnen zo niet doorgaan.’
Op wezenlijke onderdelen is actie nodig om de democratische rechtsorde fundamenteel te versterken. Dat schrijft de Adviescommissie Versterken Weerbaarheid Democratische Rechtsorde (VWDR) in het rapport 'Koester de democratie' dat voorzitter Ahmed Marcouch vanmiddag aanbiedt aan de demissionaire ministers Hugo de Jonge (BZK) en Karien van Gennip (SZW).
Niet te laat
‘Voor te veel mensen werkt de democratie niet goed’, stelt Marcouch in het rapport. De commissie dringt er bij de politiek op aan om de versterking van de democratie topprioriteit te maken voor het nieuwe kabinet. ‘Het is niet te laat om in actie te komen, maar duidelijk is ook: we kunnen zo niet doorgaan.’ Vooral op drie onderdelen is de democratie verzwakt geraakt en de situatie zo ernstig dat hiervoor dringend aandacht nodig is, aldus de commissie. Het gaat om systematische benadeling van een grote groep burgers, het sterke wij/zij-denken en het directe gevaar van de georganiseerde criminaliteit, bedreigingen en (oproepen tot) geweld tegen onder meer politici en bestuurders.
Mensen zijn 'weggeduwd'
Mensen die afhaken worden eigenlijk ‘weggeduwd’. ‘En dat is in een democratische rechtsorde ontoelaatbaar’, stelt de commissie. Sociale grondrechten, zoals het recht op huisvesting, sociale zekerheid, bestaanszekerheid, gezondheidszorg en onderwijs, worden niet waargemaakt voor deze groep. ‘Mensen ervaren niet dat de democratische rechtsorde voor hen werkt.’ Deze situatie is niet zomaar ontstaan, analyseert de commissie, maar het gevolg van modellen en uitgangspunten die in het handelen van de overheid bepalend zijn geweest: de prestatiesamenleving, zelfredzaamheid, economische focus op regio’s en bedrijfsmatig denken bij de overheid (‘New Public Management’).
Affectieve polarisatie
Mede hierdoor is er veel frustratie in de samenleving, waardoor sommige burgers radicaliseren. Het anti-institutionele extremisme, waarbij kwaadwillende bedoelingen worden toegeschreven aan een elite, is een bedreiging voor de democratische rechtsorde. Een breder risico is het optreden van affectieve polarisatie. Het sterke wij/zij-denken bedreigt de maatschappelijke dialoog, wat vooral op thema’s als identiteit en verdeling van schaarse middelen tot vergaande polarisatie kan leiden. Politici dragen hieraan bij door hoe ze met elkaar omgaan en door vaak bezig te zijn met de schuldvraag. De media en sociale media hebben hierbij ook een rol. De commissie maakt zich vooral zorgen over ‘fringe bubbels’, de verspreiding van desinformatie en de afhankelijkheid van sociale mediabedrijven.
Norm stellen
Op het punt van de bedreigingen wijst de commissie op het intimiderende effect ervan. Kritiek, debat en demonstraties horen erbij, ‘maar voor het gebruik van of oproepen tot geweld is geen plaats in de democratie’. De commissie ziet serieuze dreigingen die om een versterking van de weerbaarheid van de democratische rechtsorde vragen. Het gaat dan om de vermenging van de onder- en bovenwereld (ondermijning) en bedreigingen van mensen met een functie in de democratische rechtsorde, juristen, wetenschappers en journalisten horen daar ook bij. ‘Hier moet de norm worden gesteld.’
Een nationale feestdag voor de democratie kan eraan bijdragen dat ook volwassenen zich meer betrokken voelen bij de democratie
Werk via 'geenloketgedachte'
Om de democratie weer voor iedereen te laten werken, adviseert de commissie onder meer om bij overheidsbeleid verplicht te toetsen en evalueren wat de effecten zijn op sociale grondrechten. In een ‘Staat van de grondrechten’ zou de overheid jaarlijks stil moeten staan bij ontwikkelingen rond de sociale grondrechten. Er zou ook een ‘Praktijkautoriteit’ met ervaringsdeskundigen wetten moeten evalueren om voor meer tegenspraak vanuit de samenleving te zorgen. Daarnaast adviseert de commissie om bezuinigingen op de sociale advocatuur terug te draaien en de lokale en regionale journalistiek te versterken. Verder zou de overheid vanuit de ‘geenloketgedachte’ moeten gaan werken: laagdrempelig, persoonlijk contact via een buurtteam, een voorspelbaar toeslagenstelsel en automatische toekenning van regelingen waarbij de overheid het risico op fouten op zich neemt.
Lokale en nationale dialoog
Om affectieve polarisatie in de samenleving tegen te gaan en het gesprek met elkaar te stimuleren ziet de commissie een belangrijke rol voor burgerschapsvorming in het onderwijs om democratische vaardigheden te leren. Een nationale feestdag voor de democratie, op bijvoorbeeld Bevrijdingsdag of de internationale dag van de democratie (15 september) kan eraan bijdragen dat ook volwassenen zich meer betrokken voelen bij de democratie. Gemeenten zouden ook meer mogelijkheden moeten krijgen voor lokale democratiebevordering. Tot slot adviseert de commissie een programma voor een lokale en nationale dialoog bij gepolariseerde kwesties. In die polarisatiedynamiek zouden politici beter kunnen letten op hun toon. Europese regelgeving moet afdwingen dat sociale mediabedrijven transparanter worden over algoritmes en hun effect op ‘fringe bubbles’. Zelf zouden die bedrijven meer aan fact checking kunnen doen en zou er een ‘autoriteit’ voor sociale media moeten komen.
De analyse van de adviescommissie stelt niet gerust en roept op tot actie
Stopgesprekken door politie
Bij dreigingen met geweld zijn compromissen niet mogelijk: de norm moet gehandhaafd worden, benadrukt de commissie. Niet alleen door opsporing en vervolging, maar ook met ‘stopgesprekken’. De politie komt dan bij meldingen van intimidatie bij de dader aan de deur om te laten merken dat dit is opgemerkt en niet wordt getolereerd. Tot slot is het belangrijk om de dreiging van georganiseerde criminaliteit te benoemen tot en te erkennen als dreiging van de democratische rechtsorde en de bestrijding ervan een hoge prioriteit te geven. ‘Ondersteun gemeenten, zodat die beter in staat zijn te reageren op misleidende informatie en complottheorieën en ondermijningsprocessen te herkennen.’
Democratische erosie
In de Kamerbrief waarbij demissionair minister Hugo de Jonge van BZK het advies verstuurde, zegt hij het volstrekt eens te zijn met de adviescommissie dat we onze democratie moeten koesteren. ‘Nederland heeft in de basis een sterke democratische rechtsorde, mede door zijn lange en rijke maatschappelijke democratische traditie. De analyse van de adviescommissie stelt niet gerust en roept op tot actie.’ Dit moeten we gezamenlijk doen, aldus de minister. ‘Het koesteren van de democratische rechtsorde is een opgave voor ons allemaal: politiek, openbaar bestuur, bedrijven én samenleving. Gezamenlijk moeten wij weerstand bieden tegen democratische erosie.’ Het kabinet gaat aan de slag met de adviezen van de commissie en zal de Tweede Kamer nader informeren over het vervolg hiervan.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.