Ambtenaar verlaat overheid niet om kabinet
Ambtenaren verlaten de overheid niet om het nieuwe kabinet, maar 3 op de 10 verwachten wel vaker met morele dilemma’s te maken te krijgen.
Drie op de tien ambtenaren verwachten door het nieuwe kabinet vaker met morele dilemma’s te maken gaan krijgen en één op tien denkt dat het moeilijker gaat worden morele twijfels uit te spreken op de werkvloer. Dat blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van Binnenlands Bestuur. ‘Dit is zorgelijk.’
Beperkt aantal opstappers
Hooguit 3 procent van de ambtenaren overweegt een andere baan te zoeken vanwege het kabinet en zijn nieuwe beleid. Dat is voor onderzoeker Peter Kanne van Ipsos I&O de meest opvallende uitkomst van het onderzoek dat van 14 augustus tot 3 september is gehouden onder bijna 1600 ambtenaren. ‘Ambtenaren volgen het kritisch, maar vooralsnog is het aandeel dat wil opstappen heel beperkt.’ Koning Willem-Alexander zei rond het aantreden van het nieuwe kabinet nog op een vraag naar ‘geluiden’ dat ambtenaren wellicht bezwaren hebben tegen bepaalde partijen die toetreden tot het kabinet dat ‘een ambtenaar vrij is een andere baan te zoeken als het beleid niet met iemands geweten overeenkomt’. Ook slechts 3 procent van de rijksambtenaren zegt vertrek te overwegen ‘vanwege de minister of staatssecretaris waaronder ik moet dienen’. Een bescheiden 7 procent zegt ‘met minder plezier naar mijn werk te gaan sinds het nieuwe kabinet is aangetreden’.
Bovenal een professional
Kanne constateert dat de meeste ambtenaren zich afwachtend opstellen ten opzichte van het kabinet-Schoof en de invloed ervan op het beleid en hun eigen functioneren. ‘Er is onzekerheid, onduidelijkheid en scepsis, bijvoorbeeld over het behalen van verschillende beleidsdoelstellingen, maar de ambtenaar is bovenal een professional die het als zijn verantwoordelijkheid ziet het algemeen belang en de burger te dienen.’ Verder is een ruime meerderheid (58 procent) het eens met de stelling ‘Ik voel het als mijn verantwoordelijkheid om de bestuurder te dienen, ongeacht diens politieke kleur’.
Democratie dienen
Ambtenaren zullen het beleid, zeker wat ze zelf moeten voorbereiden of uitvoeren, kritisch volgen, juist ómdat ze het algemeen belang en het belang van de burger voorop zetten. ‘Ze beschouwen het als hun plicht om de democratie te dienen’, aldus Kanne. Daarbij stellen ze zich als toetssteen vragen als: komt de rechtsstaat niet in het geding? Worden er geen mensen buitengesloten? Zijn of blijven bestuurders integer? In eerste instantie typeren ambtenaren zichzelf als ‘loyaal’ en in tweede instantie als ‘kritisch’. 81 procent onderschrijft de stelling ‘Ik ben een loyale ambtenaar’. Een substantiële minderheid van één op zeven omschrijft zichzelf echter als ‘activistisch’.
Substantiële aantallen
Tegenspraak en activisme zijn verschillende dingen. Acht op tien ambtenaren vinden leveren van tegenspraak een ‘onmisbaar onderdeel’ van ambtelijk vakmanschap. Voor openlijk protest is minder steun. Toch vindt 40 procent het goed als ambtenaren zich openlijk over maatschappelijke kwesties uitspreken en vindt 30 procent dat meer collega’s dat zouden moeten doen. Dat drie op de tien ambtenaren verwacht vaker met morele dilemma’s te maken te gaan krijgen en 10 procent dat het moeilijker gaat worden morele twijfels uit te spreken op de werkvloer, noemt Kanne ‘zorgelijk’. ‘Dat zijn substantiële aantallen.’
Constructief-afwachtende houding
De onderzoeksresultaten geven hem een ‘tweeledig gevoel’. ‘Ik had verwacht dat meer ambtenaren buikpijn zouden hebben van dit kabinet en vaker de neiging zouden hebben om weg te gaan. Het is geruststellend voor de politiek dat ambtenaren hun werk wel blijven doen. Maar ze zijn ook principieel en blijven het beleid heel kritisch volgen als de waakhond van de democratie en de rechtsstaat.’ Ze hebben een ‘constructief-afwachtende’ houding. ‘Maar ze zijn bang voor wat er gebeurt als de rechtsstaat in geding is.’
Potentie voor verzet
Ambtenaren kijken professioneel, gereserveerd en heel zuiver naar hun taken. Een rijksambtenaar zei het goed te vinden dat het kabinet en het beleid ‘een reflectie zijn van gevoelens die leven in de samenleving’. ‘Ambtenaren zijn loyaal aan de democratie en het bestuur dat hieruit voorkomt.’ Tegelijkertijd is er onder ambtenaren ook ‘potentie voor verzet’, merkt Kanne. ‘In de samenleving zie je dat 5 à 10 procent bereid is zich te roeren. Bij ambtenaren is er een substantieel deel dat wil demonstreren. Daar zullen we rekening mee moeten houden.’
Geen goede ontwikkeling
Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen vorige week – de enquête werd ervoor gehouden – bleek dat het advies van ambtenaren dat er geen onderbouwing is voor het uitroepen van een ‘asielcrisis’ is genegeerd. ‘Die gang van zaken zal door ambtenaren met argusogen worden gevolgd’, denkt Peter Kanne. ‘Ambtenaren die tegen de minister zeggen: dit is juridisch niet haalbaar, kun je zien als een vorm van tegenspraak, maar in feite doen ze gewoon hun werk. Als bestuurders dat niet serieus nemen, zal dat het professioneel tegenspreken ontmoedigen. Dat zou geen goede ontwikkeling zijn.’
Lees het hele nieuwsverhaal in BB18 van deze week (inlog)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.