Arbeidsmarkttoelage leidt niet tot behoud leraren

De arbeidsmarkttoelage, bedoeld om leraren te behouden op scholen met de grootste onderwijsachterstanden, heeft in de eerste twee jaar na invoering nauwelijks effect gehad. Volgens onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) zijn er geen significante veranderingen in de instroom, uitstroom of het behoud van leraren op deze scholen. Ook het aantal gewerkte uren bleef onveranderd. 

Tijdelijke maatregel

Alleen al voor de eerste twee schooljaren trok het kabinet 375 miljoen euro uit voor de arbeidsmarkttoelage. Met dat geld werd onder meer een stijging van het gemiddelde uurloon gerealiseerd. Maar ondanks deze stijging ten opzichte van de salarisverbetering in het regulier onderwijs (8 procentpunt in het basisonderwijs en 6,7 procentpunt in het voortgezet onderwijs) maakte het de scholen met onderwijsachterstand niet dermate aantrekkelijk dat het effect had op de instroom, uitstroom of behoud van leerkrachten. Volgens het CPB kan ook het tijdelijk karakter van de maatregel daar debet aan zijn. Volgens het CPB is er ook geen duidelijke impact op de leerprestaties van leerlingen. Maar, zo stelt het bureau, dat is ook te verwachten zonder effect op de leraren. 

Drie keer verlengd 

De arbeidsmarkttoelage is namelijk onderdeel van het Nationaal Programma Onderwijs en is inmiddels drie keer verlengd, met een totale investering van 375 miljoen euro voor de schooljaren 2021/2022 en 2022/2023. De regeling loopt tot eind 2025, maar de invulling na die periode is nog onbekend. Ook vorig jaar bracht het CPB een onderzoek uit naar het effect van de arbeidsmarkttoelage. Dat ging over de jaren 2021/2022. De conclusie was toen eensluidend: de miljoenen die erin waren geïnvesteerd leverden maar nauwelijks iets op.