Aanpak gezondheidsachterstanden vaak te generiek
Gemeenten vinden aandacht voor gezondheidsachterstanden belangrijk, maar hebben moeite dit te vertalen naar concreet beleid.
Slechts een klein aantal gemeenten richt ketenaanpakken specifiek op mensen in wijken met een lage sociaaleconomische status. Als de aanpak voor iedereen hetzelfde is, bestaat de kans dat gezondheidsachterstanden juist groter worden. Doorgaans werken deze interventies namelijk beter voor mensen met een hogere sociaaleconomische status.
Opleiding
In Nederland zijn de gezondheidsverschillen groot en hardnekkig. Zo bleven de afgelopen twintig jaar de verschillen tussen opleidingsgroepen gelijk of namen ze zelfs toe. De uitkomsten voor de groep met een po-/vmbo-/mbo1-opleiding waren daarbij minder gunstig dan voor mensen met een hbo-/wo-opleiding.
Beleid
Gemeenten vinden aandacht voor gezondheidsachterstanden belangrijk, maar hebben vaak moeite om dit te vertalen naar concreet beleid, blijkt uit een monitor van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Slechts een beperkt aantal gemeenten richt ketenaanpakken specifiek op mensen in wijken met een lage sociaaleconomische status (SES).
Om gezondheidsachterstanden te verkleinen, staat in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) dat gemeenten een lokale aanpak moeten ontwikkelen. In de plannen voor de SPUK-gelden beschrijven alle lokale overheden zo’n aanpak. Sommige werken dit uit met concrete acties, zoals een samenwerking tussen verschillende organisaties, of verwijzen naar eerdere plannen. Andere gemeenten vinden het lastig om dit concreet te maken.
Wijken
In het GALA staat dat interventies speciaal moeten worden afgestemd op groepen met gezondheidsachterstanden, zoals mensen met een laag inkomen of uit wijken met een lage SES. Gemeenten kunnen dit samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders doen. Een voorbeeld is om onderdelen van samenwerkingsaanpakken aan te passen voor deze groepen of wijken, zodat ze beter worden bereikt. Tot nu toe gebruikt echter een klein aantal gemeenten deze aanpak hiervoor. In de meeste gemeenten worden sport en bewegen evenmin ingezet om gezondheidsachterstanden te verminderen, zo bleek uit eerder onderzoek van het Mulier Instituut.
Gezondheidseffecten
Als gemeenten samenwerkingsaanpakken generiek aanbieden, kunnen gezondheidsachterstanden zelfs groter worden. Deze interventies werken namelijk vaak beter voor mensen met een hogere SES. Daarom is het belangrijk om interventies aan te passen aan de behoeften en situatie van groepen met gezondheidsachterstanden, stelt het RIVM. Bij het volgen van de resultaten moet niet alleen naar gezondheidseffecten worden gekeken, maar ook naar wie bereikt wordt, wie meedoet en wie uitvalt.
Moeilijk meten
Of het GALA kan bijdragen aan het bereiken van een betere gezondheid van de ongezondste groepen, is volgens het RIVM lastig op landelijk niveau vast te stellen. Gemeenten geven bijvoorbeeld aan dat er wordt voortgebouwd op voorgaand beleid, al dan niet vormgegeven in eerdere regelingen. Ook kiezen ze zelf de aandachtsgebieden waarop ze willen werken, waardoor er geen eenduidige landelijke aanpak is die geëvalueerd kan worden. Eerder bleek al dat de verschillende gemeentelijke aanpakken het moeilijk maken om de effecten van het beleid goed te meten. Het RIVM benadrukt dat gemeenten op lokaal niveau duidelijke doelen moeten hebben, en dat ze goed monitoren wat er in de lokale aanpakken gebeurt om deze doelen te bereiken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.