Nederlander wil geen dwang tot gezonder leven
Dwingende maatregelen mogen van Nederlanders alleen op het gebied van drugs, tabak en in mindere mate voor alcohol.
Gemeenten moeten nog dit jaar met plannen komen om de gezondheid van hun inwoners te verbeteren. De bereidheid om zelf stappen te nemen om hun gezondheid te verbeteren is er wel onder Nederlanders, maar op bemoeienis door de overheid zitten weinig mensen te wachten, zo blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van Binnenlands Bestuur.
Kwetsbare inwoners
De armste Nederlanders leven gemiddeld 8 jaar korter dan de rijkste en hebben 24 minder gezonde jaren. Om die verschillen te verkleinen, adviseerde de SER onlangs om lokale plannen te maken voor het verbeteren van gezondheid en daarbij voorrang te geven aan wijken met veel kwetsbare inwoners. Maar weinig Nederlanders vinden dat de overheid zich met hun gezondheid mag bemoeien.
Meer duidelijkheid over drugs
Dwingende maatregelen mogen van Nederlanders alleen op het gebied van drugs, tabak en in mindere mate voor alcohol. De helft van de Nederlanders vindt het belangrijk dat het gebruiken van drugs strafbaar wordt. Ook lijken Nederlanders meer duidelijkheid te willen in de regelgeving rond softdrugs: per saldo zijn meer Nederlanders vóór legaliseren van het telen van wiet, dan dat er tegenstanders zijn. Dat geldt vooral in stedelijke gebieden.
Ook wat roken betreft, is de Nederlander niet tegen overheidsingrijpen. Twee derde (67 procent) vindt het belangrijk dat tabaksreclame verboden is. Daarnaast vinden zes op de tien Nederlanders het belangrijk tot heel belangrijk dat de overheid mensen beschermt tegen tabaksrook (63 procent) en dat er een rookvrije generatie is in 2040 (62 procent). Een verbod op alcohol gaat de meeste mensen te ver, behalve bij activiteiten voor jongeren. Ook zijn er naar verhouding weinig voorstanders van het verhogen van de prijzen voor alcohol (34 procent).
Voor mensen met weinig geld komt een prijsstijging neer op een verbod
Niet te dwingend
Wel staan Nederlanders open voor maatregelen die gezond eten en drinken stimuleren, zoals een lagere belasting op gezonde producten en meer reclame daarvoor. Ook licht dwingende maatregelen, zoals het duurder maken van ongezond eten en drinken en een verbod op dergelijke producten op scholen en in zorginstellingen, vinden genade in de ogen van veel Nederlanders. Maar het moet niet te dwingend worden. Zo staat slechts een vijfde (21 procent) achter een verbod op ongezonde producten in sportkantines. De helft wil dit zeker niet. Ook een algeheel verbod op reclame voor ongezond eten (48 procent) of een verbod op het aanbieden van ongezonde producten (27 procent) haalt geen meerderheid. Wanneer het gaat om maatregelen als voldoende bewegen dan vindt slechts 21 procent van de Nederlanders dat de overheid daar een rol in zou moeten hebben.
Geen keuze
Opvallend is dat lager en middelbaar opgeleiden veel minder dan hoger opgeleiden zitten te wachten op overheidsbemoeienis bij hun leefstijl. Hoger opgeleiden staan open voor meer negatieve maatregelen als accijns- en prijsverhogingen. Een verklaring is, volgens onderzoeker Rachel Beerepoot van Ipsos I&O, dat zij vaker een hoger inkomen hebben en bij prijsstijgingen voor ongezonde producten nog steeds een keuze hebben. Voor lager en middelbaar opgeleiden komt een prijsstijging in de praktijk neer op een verbod.
Hoger opgeleiden kunnen vaker ook wat meer begrip opbrengen voor maatregelen omdat zij beter kunnen redeneren. Het komt niet alleen op de centen aan.