RVS: huidige stelsel ‘onvoldoende stevig’
Het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) is een stap in de goede richting, maar het is niet genoeg
Het fundament van het huidige stelsel is onvoldoende stevig om publieke gezondheidszorg in de volle breedte te kunnen bieden. Dat staat in het advies Op onze gezondheid – De noodzaak van een sterkere publieke gezondheidszorg van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) is een stap in de goede richting, maar het is niet genoeg.
In dit advies richt de RVS zich op de vraag hoe het publieke gezondheidszorgstelsel moet worden ingericht om de huidige en toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden. Daarbij kijkt het adviesorgaan naar de voorwaarden waaraan die inrichting moet voldoen.
Individuele leefstijl
Hieruit blijkt dat het fundament van het huidige stelsel ‘onvoldoende stevig’ is. De RVS staat kritisch tegenover diverse gesloten akkoorden, zoals het Integraal Zorgakkoord (IZA), het Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), en de landelijke en regionale preventie-akkoorden. Deze zijn, zo stellen de RVS-auteurs, ‘vooral gericht op de individuele leefstijl van mensen’. Dat terwijl factoren die buiten het individu liggen, zoals luchtkwaliteit, infectieziekten en zoönosen, ‘minstens zo bepalend kunnen zijn voor de gezondheid.’ ‘Weliswaar is het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) een stap in de goede richting; het is niet genoeg’, aldus RVS-voorzitter Jet Bussemaker.
Geen politieke topprioriteit
De RVS noemt enkele knelpunten die het huidige stelsel belemmeren. Om te beginnen is het beleidsveld behoorlijk versnipperd en is er ‘geringe betrokkenheid van andere ministeries en gemeentelijke beleidsterreinen bij publieke gezondheidszorg’. Het samenspel tussen betrokken overheidslagen verloopt moeizaam en er zijn behoorlijke verschillen in de wijze waarop gemeenten invulling geven aan hun rol in de publieke gezondheidszorg. Daar komt bij dat publieke gezondheid volgens het adviesorgaan ‘geen politieke topprioriteit’ is.
Verder wordt er volgens de RVS weinig ‘rechtstreeks’ uitgegeven aan publieke gezondheidszorg. Veelal zijn de middelen tijdelijk en niet structureel van aard, en soms vormen ze een sluitpost van de gemeentelijke begroting. En nog belangrijker: er is voor gemeenten onvoldoende rijksbudget beschikbaar. ‘Gemeenten zijn afhankelijk van rijksprioritering, en gezondheid heeft kennelijk een lage urgentie’, concludeert het RVS-advies.
Aanbevelingen
Om de inrichting van de publieke gezondheidszorg te versterken komt de RVS met aanbevelingen. Zo zou het kabinet meer moeten uitdragen dat publieke gezondheidszorg niet een exclusieve aangelegenheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) of de gemeenten is. ‘Health in and for all Policies’ zou het nieuwe uitgangspunt moeten zijn. ‘Het is van belang dit beleid in samenhang te bezien, te beoordelen op (te verwachten) effecten op de volksgezondheid en bij te stellen indien de volksgezondheid daarom vraagt.’
Ook zou de overheid moeten blijven inzetten op het versterken van de regionale infrastructuur voor publieke gezondheidszorg. ‘Sluit hiertoe aan bij het voornemen in het Integraal Zorgakkoord (IZA), waarin voor de aansluiting op het sociaal domein wordt voorgesteld om één gemandateerde gemeente te benoemen, die namens andere gemeenten penvoerder en financier is’, adviseert de RVS.
Tot slot vindt de RVS dat het huidige kabinet een gezondheidscommissaris moet aanstellen. Dit ‘krachtdadige figuur’ met een duidelijke opdracht en een helder mandaat is nodig om de vrijblijvendheid van beleid weg te nemen. Hij of zij kan gebruikmaken van de inzichten en ervaringen die met het GALA worden opgedaan.
In een integrale visie hoort een analyse van de levensverwachting, en de analyse van de kosten per gewonnen levensjaar thuis. De lezer vindt deze analyses niet. De toegevoegde van het rapport is daardoor zeer discutabel. De raad adviseert om een regeringscommissaris voor de volksgezondheid (Gezondheidscommissaris) aan te stellen met een heldere opdracht en mandaat. Dat advies is gelet op het ontbreken van fundamentele analyses naar doel en middelen onverantwoordelijk.
De raad heeft deskundigen geraadpleegd. U raad(t) het al. Deskundigen die het advies in een breder perspectief kunnen zetten staan daar niet bij. Het is een advies van de sector voor de sector. Ethische, financiële en politieke dilemma's komen niet aan bod. Een antwoord op de vraag hoe de gemiddelde Nederlander oud wil worden staat er ook niet in. De vraag is namelijk niet gesteld; Wij, de sector beslissen dat voor u. Een hautaine houding die niet meer van deze tijd is.