Advertentie
sociaal / Nieuws

Verkennend gesprek om 'onnodig medicaliseren' te voorkomen

Het verkennend gesprek moet voorkomen dat hulpvragen die eigenlijk in het sociaal domein thuishoren bij de GGZ terechtkomen.

10 mei 2024
ANP Bord huisarts
ANP/Hollandse Hoogte/Peter Hilz

Huisartsen hebben vaak te maken met patiënten met vage klachten: stress, buikpijn, sombere gevoelens. Een juiste diagnose stellen is dan lastig. Om de artsen te helpen, is er sinds kort het ‘verkennend gesprek’. De patiënt praat dan niet alleen met een GGZ-professional, maar ook met een hulpverlener uit het sociaal domein om te komen tot de juiste ondersteuning.

Informatiespecialist

Yacht
Informatiespecialist

Directeur

Werkplein Hart van West-Brabant
Directeur

Basispakket

Vanaf 2025 wordt het ‘verkennend ­gesprek’ vergoed via de basisverzekering, zo werd medio april duidelijk. Karin Timm, bestuurder bij het Zorginstituut, denkt dat het ervoor zal zorgen dat mensen met klachten die eigenlijk in het sociaal domein kunnen worden opgelost, niet onnodig de zorg ‘ingeduwd’ worden. ‘Het is best lastig voor huisartsen om in een kort tijdsbestek van een huisartsbezoek dat misschien een kwartier duurt, het verschil tussen sociale problematiek en medische problemen te onderscheiden’, zegt Timm. ‘Een huisarts kan veel, maar is ook een generalist. Om een juiste inschatting te maken, is vaak meer tijd nodig, en de juiste expertise.’

Resultaten

Dat blijkt volgens Timm uit ­resultaten van eerdere proeven met het verkennend gesprek. Zo werd bij GGZ-instelling Parnassia een gesprek ­gevoerd met alle mensen die op de wachtlijst stonden in Rotterdam-­Zuid. Tot 20 procent van de mensen kon vervolgens daarvan af, om ergens binnen het sociaal domein hulp te krijgen. Hun klachten werden dus niet veroorzaakt door medische problematiek, maar veeleer door sociale omstandigheden. Toch wachtten ze op een GGZ-behandeling.

Gemeentelijke invloedssfeer

‘Soms is er bijvoorbeeld sprake van schuldenproblematiek. Dan is schuldhulpverlening de oplossing. Ook zien we mensen die in hun omgeving te maken hebben gehad met tegenslag op het werk, of met meerdere sterfgevallen in de familie. Als je daaropvolgend met somberheidsklachten te maken krijgt, heb je geen behandeling voor depressie nodig, maar wel contact met lotgenoten. Of dagbesteding in een buurthuis. Dingen die vallen onder de ­gemeentelijke invloedssfeer.’

Verkennend gesprek

Een medische behandeling is dus lang niet altijd de oplossing. ‘We willen niet onnodig medicaliseren, en niet ­iemand de zorg ‘induwen’ als dat niet nodig is.’ Maar hoe schat je goed in wie wel en wie geen GGZ-behandeling nodig heeft? De verwijzing blijft primair aan de huisarts, maar die kan, wanneer er sprake is van een ‘twijfelgeval’, vanaf volgend jaar gemakkelijk vergoede hulp inschakelen, in de vorm van een GGZ-professional en een hulpverlener uit het gemeentelijk sociaal domein. In een gesprek met hen onderzoekt de cliënt waar de hulpvraag nu ­werkelijk ligt.

Wachtlijsten

Dat klinkt als een extra taak voor de lokale overheid. En ook nog één in het sociaal domein. Want de GGZ-wachtlijsten zijn misschien wel groot, maar gemeenten hebben het ook niet makkelijk. ‘Dat klopt, en die opmerking snap ik. Maar in veel gevallen kunnen mensen met een hulpvraag aansluiten bij hulpverlening die gemeenten al bieden. Zoals ik zei, dagbesteding bij een dorpshuis, of gesprekken met lotgenoten. Het zijn vaak geen dingen die gemeenten direct extra belasten.’

‘Het gaat om het vinden van de snelste en beste manier om mensen te helpen. Een mooie uitspraak vind ik: “een onsje welzijn scheelt een kilo aan zorg”. In de zin dat je met veel mildere, preventieve en fundamentele ondersteuning heel veel medische problemen kunt ­voorkomen.’

Lees het hele verhaal in het magazine BB09 van deze week.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie