Kabinet verkent vergunningplicht Wmo-aanbieders
Ambtenaren onderzoeken de wenselijkheid en de juridische en beleidsmatige gevolgen van de maatregel.

Het kabinet is een ‘ambtelijke verkenning’ gestart naar een eventuele vergunningplicht voor Wmo-aanbieders. Doel hiervan is om meer eenheid te creëren tussen de verschillende zorg- en ondersteuningswetten. Zo’n verplichting zou bovendien kunnen voorkomen dat aanbieders, van wie aannemelijk is dat zij niet integer handelen, toch aan de slag gaan of hun praktijken in andere gemeenten voortzetten.
In de Hervormingsagenda Jeugd was al afgesproken dat onderzocht wordt of jeugdhulpaanbieders een vergunning nodig hebben. Nu wordt ook gekeken of zo’n vergunningplicht moet gelden voor Wmo-aanbieders.
Zelf bepalen
De huidige wet op vergunningen – de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) – geldt uitsluitend voor zorgaanbieders. Aanbieders van maatschappelijke ondersteuning vallen daarbuiten, zegt een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS): ‘Gemeenten mogen zelf bepalen welke eisen zij stellen aan aanbieders’.
Niet integer
Volgens het ministerie zorgt een vergunning ervoor dat er vooraf controle is op nieuwe Wmo-aanbieders. ‘Ook kan de inspectie haar taken hiermee effectiever uitoefenen als deze aanbieders al actief zijn’, verwacht VWS. Zo kan worden voorkomen dat een aanbieder, van wie aannemelijk is dat hij niet integer handelt, toch aan de slag gaat of zijn praktijken in andere gemeenten voortzet.
Toetsen
Een vergunningplicht zou daarnaast bijdragen aan de bevordering van de kwaliteit en betrouwbaarheid van aanbieders. ‘Voordat een aanbieder kan starten, wordt namelijk getoetst of de aanbieder voldoet aan de randvoorwaarden om zijn diensten te mogen verlenen’, legt de woordvoerder uit. ‘Het veronderstelt een minimum aan kwaliteit en integriteit en biedt daarmee meer zicht op wie de aanbieder is.’
Fraude
Maar het kabinet erkent ook dat een vergunningplicht nadelen met zich meebrengt. Het hebben van de juiste papieren biedt geen garanties. ‘Een nieuwe aanbieder heeft bijvoorbeeld nog geen kans gehad om fouten te maken of fraude te plegen’, stelt de woordvoerder. Bovendien hangt het succes van een vergunningplicht af van welke aanbieders eronder vallen en welke voorwaarden precies worden gesteld.
Disproportioneel
Volgens VWS moeten de nadelige consequenties voor gemeenten en aanbieders nog in kaart worden gebracht. Onderzocht wordt in hoeverre een vergunningplicht geen disproportionele verplichting vormt, met name voor de kleine en zelfstandige aanbieders. Daarnaast is nog onduidelijk in hoeverre een vergunningplicht gevolgen heeft voor ‘de sturingsmogelijkheden’ van gemeenten en het aanbod van aanbieders. Binnenkort gaat staatssecretaris voor Maatschappelijke Zorg Vicky Maeijer (PVV) hierover in gesprek met de betrokken partijen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.