Nederland haalt wel Europees reductiedoel, eigen doel niet
Het PBL publiceert jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning, minister komt met Klimaatnota, Raad van State geeft advies.
Wat willen we het eerste horen: het goede of het slechte nieuws? Dat is een vraag die boven de markt hangt op deze vierde donderdag van oktober, de dag waarop klimaatminister Sophie Hermans met haar Klimaatnota-koffertje de Tweede Kamer binnenkomt om het klimaatbeleid van haar ministerie te verdedigen. De dag ook dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) met zijn jaarlijkse tussenrapport over de CO2-reductie naar buiten komt, de Klimaat- en Energieverkenning (KEV), waarop de Raad van State bovendien een nieuw advies baseert.
Nederland haalt Europees doel
Al die rapporten en adviezen kijken vooruit naar het jaar 2030, een jaar waarop talloze Europese en nationale emissiereductiedoelen zijn gefixeerd. Eén conclusie van het PBL, samen met talloze collega-onderzoeksinstellingen, is dat de kans zeer groot is dat Nederland in 2030 het Europese emissiereductiedoel gaat behalen.
Volgens de Europese Effort Sharing Regulation (ESR), die voor elke EU-lidstaat een apart reductiedoel bepaalt, mag Nederland tussen 2021 en 2030 nog in totaal 830 megaton aan broeikasgassen uitstoten. De raming van het PBL is dat Nederland eindigt op 781 tot 819 megaton. Gedacht wordt dan aan 48 procent emissiereductie ten opzichte van 2005. Het gaat hier om de broeikasgassenuitstoot van de gebouwde omgeving, de mobiliteitsector, de landbouw en de kleine industrie.
De grote industrie, zoals Tata Steel en de energiecentrales, vallen niet onder deze regulering. Zij vallen namelijk onder het Europese emissierechtenhandelsysteem (ETS 1), wat betekent dat deze sectoren emissierechten moeten kopen om broeikasgassen te mogen uitstoten. De prijs van deze rechten stijgt elk jaar, onder andere omdat de laatste rechten in 2039 worden uitgegeven.
Maar het eigen doel?
Maar Nederland heeft los van Europa een eigen Klimaatwet en een eigen broeikasgassendoel voor 2030. Eeen jaar geleden meldde het PBL nog dat het er voor het eerst op leek dat Nederland dat eigen doel, van min 55 procent ten opzichte van 1990, kon halen. Nu een jaar later is het PBL minder optimistisch, en oordeelt het dat die kans erg klein is. De bandbreedte die de onderzoekers voor zich zien is een emissiereductie in 2030 van 44 tot 52 procent.
Waar komt dat nieuwe humeur vandaan? Belangrijk voor de nieuwe prognose is dat wind op zeeprojecten vertraging hebben opgelopen. Ook is de verwachting verminderd van de rol die groene waterstof de komende jaren in de grote industrie zal spelen. Er heerst onzekerheid over de marktvraag naar groene waterstof, de kosten van electrolysers zijn hoger komen te liggen, en ook de nettarieven stijgen. Bovendien verlopen de maatwerkafspraken met grote industriebedrijven, waar het vorige kabinet al aan werkte, ‘minder voorspoedig’, aldus het PBL.
Het nieuwe kabinet
Los hiervan heeft het nieuwe kabinet nieuwe plannen. De huidige coalitie gaat niet verder met Betalen naar Gebruik: een taks op daadwerkelijk autogebruik die de huidige wegenbelasting kan vervangen. Verder gaat de snelwegsnelheid wellicht terug naar 130 kilometer per uur. Daarnaast wil het huidige kabinet voor Nederlandse boeren de derogatie op de Europese Nitraatrichtlijn terug. Zou dat lukken, dan zal de Nederlandse veestapel minder krimpen dan als Brussel die nieuwe derogatie blijft weigeren. Tegelijkertijd werkt dit ook de andere kant op: verdwijnt de derogatie, dan zal er minder grasland overblijven, het areaal akkerbouw groeien en de bodems minder koolstof opslaan.
De toekomst
De uitstoot van de toekomst voorspellen, blijft lastig: broeikasemissies hangen voor een belangrijk deel af van het weer, van economische groei of krimp, en van internationale conflicten die de energieprijzen beïnvloeden. In 2023 lag de broeikasgasuitstoot 36 procent lager dan in 1990. Een ‘forse daling’, aldus PBL. Maar zo'n daling kan tijdelijke elementen bevatten: in het begin van dat jaar waren de energieprijzen nog relatief hoog, en vond er onderhoud plaats aan een hoogoven van de IJmuidense staalproducent Tata. Ook was het een minder droog jaar dan in 2022, waardoor bomen meer koolstof vastlegden.
Andere onzekerheden die onderzoekers voor de komende tijd zien: de mate van verduurzaming van zo'n grote uitstoter als Tata Steel, het gasverbruik in de sector glastuinbouw, en of Nederlandse huishoudens zuinig blijven stoken. Nog veel onzekerder is die lange periode die na 2030 aanbreekt: de twee decennia tot hét grote doeljaar 2050. Dat moet het jaar worden van ‘klimaatneutraliteit’.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.