Asfaltsector werkt planmatig aan duurzame wegverharding
Omarm de lagetemperatuurasfalt!
Om bij te dragen aan de klimaatdoelen van Nederland hebben de asfaltproducenten die zijn aangesloten bij de Vakgroep Bitumineuze Werken van Bouwend Nederland unaniem besloten per 1 januari 2025 geen wegenbouwasfalt meer te produceren boven 140°C. De vakgroep en Rijkswaterstaat roepen asfaltafnemers - zoals provincies, waterschappen en gemeenten - op het lagetemperatuurasfalt te omarmen.
‘In Nederland wordt asfalt verwarmd tot 160 à 165°C’, vertelt Stefan de Munck, voorzitter van de Vakgroep Bitumineuze Werken (VBW) van Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven. ‘We noemen dit hogetemperatuurasfalt. Maar we hebben besloten over te stappen op lagetemperatuurasfalt, dat wordt verwarmd tot 110 à 130°C.’
Effectieve maatregel
De asfaltsector investeert al jaren in de verduurzaming van de asfaltproductie door de productietemperatuur te verlagen. De maatregel is volgens Stefan de Munck effectief. ‘Bij de productie van hogetemperatuurasfalt gebruiken we zo’n negen m³ aardgas per ton asfalt. Voor lagetemperatuurasfalt hebben we gemiddeld 20 tot 40% minder gas nodig. Eén m³ gasbesparing betekent twee kilo minder CO2-uitstoot. De verlaging van de productietemperatuur scheelt jaarlijks circa 14.000 ton CO2-uitstoot, uitgaande van zeven miljoen ton asfalt dat jaarlijks in Nederland wordt aangebracht.’
Goede ervaringen
Inmiddels heeft de asfaltsector goede ervaringen opgedaan met asfaltmengels die op een lagere temperatuur worden geproduceerd. De Munck: ‘Deze asfaltmengsels zijn net zo goed als hete asfaltmengsels. Bovendien valt verlaging van de productietemperatuur binnen de Europese asfaltnormen. Opdrachtgevers kunnen dan ook dezelfde kwaliteitseisen hanteren.’
Chapeau
Inge van Vilsteren, wegenbouwspecialist in het programmateam Transitiepad duurzame wegverharding bij Rijkswaterstaat, geeft aan dat verduurzaming van de wegverharding al jaren gaande is. ‘In verschillende innovatietrajecten werd al lagetemperatuurasfalt aangeboden. Maar dat de markt collectief besluit over te stappen naar duurzamer asfalt, is natuurlijk prachtig.’
Meer factoren dan duurzaamheid alleen
Overigens moeten wegbeheerders volgens Van Vilsteren naast duurzaamheid ook rekening houden met andere factoren, zoals het aanbrengen en verwerken van het asfalt, de levensduur en het onderhoud ervan, de wegveiligheid en het budget. Bovendien werkt Rijkswaterstaat met de milieukostenindicator (MKI), die alle milieueffecten van een product samenbrengt in één enkele score. ‘De uiteindelijke kwaliteit van het lagetemperatuurasfalt zal zich door de tijd moeten bewijzen. Het asfalt kan werken voor nu. Maar hoe gedraagt het zich op de lange termijn? Want als het asfalt op den duur om meer onderhoud vraagt, is het alsnog niet duurzaam. Inderdaad hebben we al wel gezien dat het daadwerkelijk kán: asfalt met gelijkwaardige prestaties en toch geproduceerd op lagere temperaturen. Als de sector lagetemperatuurasfalt van gelijkwaardige kwaliteit kan leveren, waardoor de we de CO2-uitstoot aanzienlijk kunnen verlagen, zie ik op dit moment geen reden om dit asfalt niet af te nemen.’
Doe mee!
Het is niet aan de asfaltsector om opdrachtgevers te verplichten lagetemperatuurasfalt af te nemen. Maar, zo verwacht De Munck, de uitfasering van hogetemperatuurasfalt betekent dat dit in 2025 niet meer te koop is. Van Vilsteren en De Munck zeggen dan ook tot besluit: ‘Nu de VBW het asfaltbesluit heeft genomen en de asfaltsector goede ervaringen heeft opgedaan met lagetemperatuurasfalt roepen we de afnemers - zoals provincies, waterschappen en gemeenten - mee te doen, dit asfalt uit te vragen en zo bij te dragen aan de Nederlandse klimaatdoelen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.