Circulair demonteren en bouwen: dit zijn de lessen uit Zwolle
“We moeten nog verder vooruit kijken”
Vlakbij de binnenstad van Zwolle verrijst de komende jaren de Nieuwe Veemarkt: een gebied met 750 nieuwe woningen, verschillende parken en voorzieningen. Van het optimaliseren van verschillende bruggen tot het hergebruiken van materialen: veel aandacht gaat bij deze gebiedsontwikkeling naar duurzaamheid en circulariteit. Beheeradviseur Adelmo Bisutti en projectleider Hans van der Ziel vertellen over de uitdagingen die zij hierbij tegenkomen en hoe zij hiermee omgaan. “We gingen terug naar het begin: hebben we echt zes bruggen nodig?”
Biobased bouwen en circulair demonteren
Bewoners kunnen via een webcam de ontwikkeling van de Nieuwe Veemarkt live volgen. Het gebied is volop in ontwikkeling. De plannen voor de bouw, infrastructuur en recreatie zijn gereed en zijn gemaakt met aandacht voor duurzaamheid en circulariteit. Zo worden de woningen biobased gebouwd met ecologisch verantwoorde materialen zoals hout, leem en vlas.
Het evenementencomplex de IJsselhallen is eerder dit jaar circulair gesloopt. Materialen die nog bruikbaar waren, werden gedemonteerd, gesorteerd en hergebruikt in andere projecten. Zo ging asfalt naar de asfaltindustrie en werden de stalen spanten opnieuw gebruikt in een project op de Maasvlakte. De uit 1972 daterende Bogenhal, met zijn unieke houten constructie, blijft staan en krijgt een nieuwe bestemming in de wijk.
Terug naar het begin
Zes verschillende bruggen komen er in het gebied. Een behoorlijk aantal op een relatief klein oppervlak. Hans: “We hebben ons – met het oog op duurzaamheid – afgevraagd of we wel zoveel bruggen nodig hadden.” Tijdens meerdere duurzaamheidssessies onderzochten Hans en Adelmo de mogelijkheden, samen met het betrokken ontwerpbureau en collega’s binnen de gemeente. Adelmo: “We gingen terug naar het begin: hebben we echt zes bruggen nodig? En als dat zo is, hoe moeten ze er dan uit komen te zien? Misschien kunnen we iets met de maatvoering doen, waardoor we minder materiaal hoeven te gebruiken. Al deze opties hebben we bekeken en uitgezocht, met hulp van de R-ladder.”
Iedereen heeft een ander beeld bij het begrip duurzaamheid. Terwijl je juist wilt voorkomen dat het een containerbegrip wordt.”
Zinvol en waardevol waren de sessies. Niet alleen omdat er nieuwe inzichten zijn opgedaan, maar ook omdat het gesprek voeren over duurzaamheid helpt om iedereen op dezelfde golflengte te krijgen. Hans: “Iedereen heeft een ander beeld bij het begrip duurzaamheid. Terwijl je juist wilt voorkomen dat het een containerbegrip wordt. Wat het precies betekent voor jouw project, daar wil je zo vroeg mogelijk duidelijkheid over hebben. Voor dit project betekende het dat we bruggen duurzaam moeten gaan ontwerpen. Voor een ander project betekent het weer iets anders. Dat moet je zo concreet mogelijk maken, zo snel mogelijk, zodat je niet halverwege het project verwachtingen hoeft bij te stellen of een plan hoeft aan te passen.”
Mismatch tussen projecten
Er waren plannen om materialen, vrijgekomen bij de sloop van de IJsselhallen, een nieuwe bestemming te geven in de infrastructuur: zo zouden de stalen spanten hergebruikt worden in een fietsbrug, elders in Zwolle. Dit bleek in de praktijk echter niet realiseerbaar. Adelmo: “Het proces van de ontwikkeling van de brug en de sloop van de IJsselhallen sloten niet op elkaar aan.” Zo was het ontwerp voor de fietsbrug al gemaakt, later ontstond het idee om materialen uit de IJsselhallen erin te verwerken. Uiteindelijk bleek er echter niet genoeg tijd te zijn om alles nader te beschouwen. Denk aan de constructie zelf, de gevolgen voor het milieu et cetera.
Om hergebruik van materialen binnen projecten op elkaar af te kunnen stemmen, moeten we nog verder vooruit kijken.”
Verder in de toekomst kijken
Dit proces leverde een waardevolle les op. Adelmo: “Om hergebruik van materialen en projecten op elkaar af te kunnen stemmen, moeten we nog verder vooruit gaan kijken.” Circulair bouwen moet al eerder, zo vroeg mogelijk in een project worden meegenomen. Liefst al aan het begin van een project. Adelmo: “Bij de verkenning moeten we al kijken naar wat er mogelijk aan materialen gaat vrijkomen, wat we daarmee kunnen en wanneer. Alleen dan kunnen we ook de tijd nemen om te onderzoeken of het materiaal daadwerkelijk te gebruiken is.”
De gemeente heeft dan ook de wens om in het Meerjarenopgavenprogramma, waarin alle projecten staan die de komende jaren in de stad uitgevoerd gaan worden, verder vooruit te kijken. Adelmo: “Denk aan woningbouw, maar ook grote projecten als het innovatiegebied Spoorzone, alles is te vinden op één kaart. Op die kaart willen we tien jaar vooruit gaan kijken in plaats van vijf jaar.” Hans: “Zo weten we al eerder wat voor ontwikkelingen eraan komen, en welke materialen waar vrijkomen. Waardoor we dit stukje duurzaamheid in projecten al eerder mee kunnen nemen, en eerder kunnen verkennen waar we geoogst materiaal een plek kunnen geven.”
Spanningsveld tussen nieuw en gebruikt
Adelmo en Hans zien dat de transitie naar circulaire infrastructuur ook zorgt voor een spanningsveld tussen de gemeente en haar inwoners. Adelmo: “Als we nieuwbouw opleveren, verwachten we dat het eruitziet als nieuw. Het asfalt moet zwart zijn, aan de klinker mag niks mankeren.” Hans noemt als voorbeeld een proef van vorig jaar, waarbij de gemeente experimenteerde met het hergebruiken van betonklinkers afkomstig van een parkeerterrein. “Hierbij hebben we een aantal proefvakken aangelegd en de klinkers er op zijn kant in gezet.”
Vergelijk het met een kringloopwinkel. Wat daar verkocht wordt is niet nieuw, maar nog wel bruikbaar.”
Ook al sprak het idee aan, omdat de uitstraling van de gebruikte klinkers contrasteerde met de nieuwbouwwijk is nog onduidelijk of de klinkers op deze manier gaan worden hergebruikt. Hans: “Je komt dan in een situatie terecht waarbij inwoners vragen wanneer de noodverharding weggaat en wij moeten uitleggen dat dit de definitieve verharding is.” Die verwachting, dat alles er nieuw uit moet zien, moet worden bijgesteld. Het hoeft er immers niet spiksplinternieuw uit te zien om functioneel te zijn.
Adelmo: “Bouwmaterialen, stoffen: het raakt een keer op, dus we moeten meer functioneel gaan kijken.” Hans: “Vergelijk het met een kringloopwinkel. Wat daar verkocht wordt is niet nieuw, maar nog wel bruikbaar. Hetzelfde geldt voor de openbare ruimte. Hergebruikte materialen zijn niet nieuw, maar nog steeds goed te gebruiken. Dat beeld moet kantelen, en dat heeft tijd nodig.”
Meer weten?
Op de website van de gemeente Zwolle vind je meer informatie over de gebiedsontwikkeling Nieuwe Veemarkt.
Wil je kennis of ervaringen uitwisselen? Adelmo en Hans staan open voor kennisdeling over het toepassen van duurzaamheid en circulariteit bij grootschalige gebiedsontwikkelingen. Adelmo: “Graag zelfs! We hebben te maken met de gezamenlijke opgave om in 2030 volledig circulair te bouwen. Om dit te kunnen realiseren, is het belangrijk dat we kennis en ervaringen uitwisselen. Je kunt dit niet in je eentje, we hebben elkaar nodig.” Stuur gerust een email naar Adelmo of Hans .
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.