Beperk instroom en versnel uitstroom
De Wet versterking regie volkshuisvesting lost de bouwcrisis niet op. Laat Mona haar oor te luister leggen bij doorgewinterde juristen.
Nee, dit stukje gaat niet over asielmigratie. Maar over de toevloed van beroepszaken bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State (kortweg: de Afdeling). In vier jaar tijd verdubbelde het aantal aanhangige omgevingsrechtelijke zaken, zo valt op te maken uit het jaarverslag 2023 van de Raad van State. En daar zal het niet bij blijven.
Het grote aantal bouwplannen, gebiedsontwikkelingen en energieprojecten dat de komende jaren in procedure komt, zal ongetwijfeld tot een tsunami van bezwaren en beroepen leiden. Ook als de participatie in de planvormingsfase op voorbeeldige wijze heeft plaatsgevonden. Daarnaast leveren beroepszaken in het kader van de Omgevingswet nieuwe rechtsvragen op waarover de Afdeling zich diepgaand moeten buigen.
Bij elke lezing die ik in het land over gebiedsontwikkeling of de woningbouwopgave geef, komen bij het blokje over ‘versnelling’ (of juister gezegd: ‘vermindering vertraging’) de verhalen los. Over projecten die al zo’n twee jaar bij de Afdeling liggen, waaraan al een jaar vertraging bij de rechtbank vooraf ging. Frustrerend in een tijd van maatschappelijke urgentie, waarin het jargon met ‘nu tempo maken’ en ‘de palen de grond’ de boventoon voert. We hebben het inderdaad niet over klein bier. De Afdeling zelf verwacht tot medio volgend jaar hoorzittingen te houden voor aangevochten plannen met totaal 65.000 woningen. Ontwikkelaar en bouwer Heijmans ziet dat 4.000 van zijn woningen op de plank bij rechtbanken en de Afdeling liggen te beschimmelen.
De publiciteit over een Rotterdamse vrouw die zich vier ton liet betalen om haar verzet tegen een naburig woningbouwproject te staken, voorziet het discours van een morele lading.
Ofwel: hoe beperken we de instroom van beroepszaken en versnellen we de uitstroom (met een uitspraak van de Afdeling)?
Binnen de grenzen van rechtstatelijke rechtsbescherming en internationale verdragen (verdrag van Aarhus) moeten we zoeken naar manieren om de filevorming aan de Kneuterdijk en het verblijf aldaar te verkorten. Ofwel: hoe beperken we de instroom van beroepszaken en versnellen we de uitstroom (met een uitspraak van de Afdeling)?
In de ontwerp-Wet versterking regie volkshuisvesting doet de minister van VRO een poging. De wet regelt voor woningbouwplannen:
- beroep in één instantie, waarbij de rechtbank wordt overgeslagen;
- de afschaffing van het pro-forma beroep
- dat de rechter uitspraak doet binnen zes maanden.
Het is de bedoeling dat ditzelfde regiem ook gaat gelden voor urgente energieprojecten.
Gaat dit helpen? De Afdeling advisering van de Raad van State en veel juristen zien er weinig in. De rechtbank vervult nu een zeeffunctie als partijen zich bij de uitspraak van deze rechter neerleggen. Het risico bestaat dus dat die file voor de Afdeling alleen maar langer wordt. De zes maanden-limiet is een wassen neus, omdat die voor de Afdeling niet bindend is. Ik verwijs voor uitgebreidere kritische noten naar het betoog van Henk Gierveld.
De Afdeling doet zelf een duit in het versnellingszakje met de aankondiging dat ze 150 grote woningbouwzaken tijdelijk met voorrang gaat behandelen. Goede zaak, maar het biedt geen structurele oplossing. Ook de voorgenomen uitbreiding van de onderbezette staf van de Afdeling helpt maar een beetje.
De Tweede Kamer ziet heil in verhoging van de toetredingsdrempel door substantiële verhoging van het griffierecht in te voeren. Een motie met die strekking gaat waarschijnlijk een Kamermeerderheid halen.
In het vakwereldje van bestuursjuristen en advocaten circuleren de laatste tijd ook andere, interessante ideeën voor beperking van de instroom en versnelling van de uitstroom. Ik bespreek de meest in het oog springende.
Anne-Marie Klijn en Arjen Praat doen een vijftiental voorstellen om de procesregeling van de behandeling van woningbouwzaken bij de Afdeling op onderdelen aan te passen.
Rode draad in de voorstellen van het duo: strikte termijnen en enkele aanvullende eisen aan het beroepschrift en de vervolgstukken. Ik pik er drie suggesties uit:
- griffierecht direct voldoen bij het instellen van beroep;
- bij het instellen van het beroep moet de appellant zelf aantonen dat hij belanghebbend is;
- binnen vier weken na het instellen van het beroep beslist de Afdeling bij tussen- of einduitspraak of de indiener ontvankelijk is.
Rens Koenraad zette een andere, veelgehoorde suggestie op papier: de mogelijkheid dat de rechter de in het ongelijk gestelde bezwaarmaker veroordeelt tot een bijdrage in de proceskosten (ook zonder ‘misbruik van procesrecht’).
Nu mag alleen de appellant een voorlopige voorziening vragen (vaak schorsing van de bouwvergunning)
Ilse van der Poel suggereerde mij twee andere opties. De eerste is introductie van de mogelijkheid dat de vergunninghouder of de gemeente een ‘voorlopige voorziening’ aanvraagt. Met het verzoek om direct einduitspraak te doen (de zogenaamde kortsluiting), bij evidente niet-ontvankelijkheid van de appellant of een inhoudelijk onzin-beroepschrift. Nu mag alleen de appellant een voorlopige voorziening aanvragen (vaak schorsing van de bouwvergunning). Bij de bestaande mogelijkheid tot ‘versnelde behandeling’ gaan er al gauw zes maanden overheen. De voorlopige voorziening kent een doorlooptijd van zes tot zeven weken; dat schiet op.
Haar suggestie vergt een wettelijke steuntje in de rug. Iemand die – naar het oordeel van de rechter – evident kansloos is en toch doorprocedeert aansprakelijk stellen voor de schade die de vergunninghouder met zijn project lijdt.
De directeur van de Neprom, Fahid Minhas promoot het Duitse bestuursrechtelijke systeem, waarbij procederen in één instantie de standaard vormt. Alleen voor rechtsvragen staat hoger beroep open, niet als het gaat om geschillen van feitelijke aard.
Tot zover een beknopte en niet-uitputtende revue van suggesties. Sommige laten zich uitstekend met elkaar combineren; andere sluiten elkaar min of meer uit.
Het verdient aanbeveling om aan de hand van alle suggesties te komen tot een juridisch, politiek en organisatorisch verantwoord totaalvoorstel. Dat zet aanmerkelijk meer zoden aan de dijk dan het gemankeerde voorstel in de Wet versterking regie volkshuisvesting. Sloop dat onderdeel uit de wet; het kan zoveel effectiever. Binnen zes maanden kan er een samenhangend voorstel liggen dat op brede politieke steun kan rekenen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.