Warmteplannen gemeenten vatbaar voor 'jojo-beleid'
Natuur & Milieu onderzocht warmteplannen van gemeenten. Vooral op de korte termijn zijn die vaak allesbehalve concreet.
De plannen van gemeenten om woningen aardgasvrij te maken zijn weinig concreet en niet ambitieus, bracht Natuur & Milieu vorige week naar buiten. Hoe moet het wel? Een gesprek met de bij het onderzoek betrokken energie-expert Atse van Pelt. 'Op een gebied als burgerparticipatie zouden gemeenten veel meer van elkaar kunnen opsteken.'
BB Was u verrast door de uitkomsten?
‘Nee. De resultaten komen voor een groot deel overeen met wat het Planbureau voor de Leefomgeving eerder over de Transitievisies Warmte van gemeenten naar buiten bracht. Dat was een kwantitatief onderzoek. In 2026 moeten alle gemeenten hun warmteprogramma’s presenteren. Het leek ons daarom goed om er nog eens wat dieper op in te gaan.’
BB Kleine gemeenten zijn in hun warmtebeleid het minst ambitieus maar het meest concreet, schrijven jullie. Hoe zit dat?
‘In zekere zin zijn ambitieniveau en mate van concreetheid tegenstrijdige begrippen. Want hoe minder ambitieus je bent, hoe makkelijker het wordt om dat wat je wel doet concreet te maken. Dat zie je in de resultaten terug. Daarbij is de uitdaging op warmtegebied bij kleine gemeenten in het algemeen overzichtelijker. Soms gaat het maar om één of enkele woonwijken. Dan is de aanpak een stuk minder complex dan bij grotere gemeenten. Tegelijkertijd is het ambitieniveau van kleine gemeenten niet hoog genoeg om doelen te halen, dus eigenlijk heeft zowel het ambitieniveau van kleine gemeenten, als de concreetheid bij grote gemeenten verbetering nodig.’
BB Bij middelgrote gemeenten is het precies andersom: veel ambitie, weinig concretisering.
‘Middelgrote gemeenten hebben minder ambtenaren beschikbaar dan de grote steden. Ook missen ze voor sommige warmte-oplossingen soms de schaalgrootte. Bij aardwarmte, bijvoorbeeld, heb je al snel wijken met zo’n vijfduizend vergelijkbare woningen nodig. Die heb je in veel middelgrote gemeenten niet. Wij denken daarom dat het goed zou zijn als middelgrote gemeenten de warmteopgave meer op provinciaal niveau of op niveau van de RES-regio oppakken. Dan kun je de beschikbare warmtebronnen onderling beter verdelen en blijven gemeenten bereid om zich in te zetten voor de warmtetransitie.’
Toch tonen 18 van de 40 gemeenten geen visie hoe ze het isolatieniveau gaan verbeteren
BB Jullie constateren in de Transitievisies Warmte weinig concrete aandacht voor woningisolatie. Daar begint het toch allemaal mee?
‘Het feit dat het niet in de transitievisies staat, wil gelukkig niet zeggen dat isolatie niet plaatsvindt. Toch tonen 18 van de 40 gemeenten geen visie hoe ze het isolatieniveau gaan verbeteren. Je zou het onderwerp wel meer gestructureerd kunnen oppakken. Stel dat je de ambitie uitspreekt dat alle woningen in de gemeente, of een deel daarvan, in 2030 energielabel B moeten hebben, waarbij woningen heel geschikt zijn voor verwarming met een warmtepomp. Dat kun je vervolgens in een concrete aanpak vertalen met bijvoorbeeld collectieve benutting van subsidie, zoals ISDE en SpUK.'
BB De doelen voor 2050 zijn door de meeste gemeenten helder omschreven, die voor 2030 vaak niet. Waar ligt dat aan?
‘Bij de doelstellingen op kortere termijn ben je vaker afhankelijk van de samenstelling van de gemeenteraad of de persoonlijke motivatie van een wethouder. Dat leidt op lokaal niveau eerder tot jojo-beleid. Daarbij zijn de nationale doelstellingen voor 2030 verschillend te interpreteren. Moeten er echt anderhalf miljoen woningen helemaal van het gas of kun je deels volstaan met die beter te isoleren? Het rijk zou dat meer moeten expliciteren, want dan weten gemeenten ook beter waar ze aan toe zijn. Of de provincies, want we vinden dat die een grotere rol zouden moeten spelen. Een provincie als Flevoland heeft relatief veel nieuwe woningen. Dat maakt de opgave een stuk minder groot dan die van steden als Amsterdam, Den Haag en Utrecht met hun oude binnensteden.’
Ik ben zelf thuis inmiddels volledig van het gas af en heb een maandelijkse energierekening van min 20 euro.
BB Het rijk zou de warmtetransitie meer moeten uitdragen met een positieve dialoog tussen overheid en burger. Bent u daar met het nieuwe kabinet nog gerust op?
‘Het nieuwe kabinet heeft de energiedoelen overgenomen. Misschien wordt het warmtebeleid nu eerder vanuit de energierekening van burgers geleid dan vanuit duurzaamheidsdoelen, maar dat maakt niet uit. Ik ben zelf thuis inmiddels volledig van het gas af en heb een maandelijkse energierekening van min 20 euro. Dat gun ik iedereen. Daarbij is de gasprijs de afgelopen jaren zeer instabiel gebleken en maakt gas je afhankelijk van het buitenland. Wind, zon, water en bodemwarmte hebben we allemaal zelf. Dat zou voor het nieuwe kabinet ook een argument moeten zijn.’
BB Tot slot: jullie bepleiten veel meer uniformiteit in de Transitievisies Warmte. Waarom?
‘Als je de transitievisies doorleest, bekruipt je het gevoel dat alle gemeenten zelf het wiel aan het uitvinden zijn. Bijvoorbeeld op een gebied als burgerparticipatie zouden gemeenten veel meer van elkaar kunnen opsteken. Het zou daarnaast helpen als het rijk uniforme formulieren en tools beschikbaar stelt en de gemeenten helpt met onderliggende data. Nu zie je dat kleinere gemeenten vaak bureaus inhuren om het warmtebeleid te helpen opstellen. Daarbij ben je ook in het vervolgtraject afhankelijk van een markpartij en lopen de kosten snel op. Als het rijk gemeenten beter faciliteert, kunnen ze zelf die kennis opbouwen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.