Unie van Waterschappen kritisch over STOER-advies
Waterschapskoepel is het op veel punten oneens met de regelversoepelingen die de adviesgroep voorstelt.

De Unie van Waterschappen heeft kritisch gekeken naar het voorstel van adviesgroep STOER voor een versoepeling van regels omwille van een snellere woningbouw. ‘Er wordt in gesprekken met gemeenten en andere externen ongemak omtrent STOER waargenomen’, staat in de formele reactie van de koepel, ondertekend door directeur Meindert Smallenbroek.
Dat ongemak komt onder andere voort uit ‘de suggestie’ dat andere maatschappelijke opgaven ‘ondergeschikt zijn’ aan het grotere doel van ‘snel en veel woningen bouwen’, aldus de koepel. De adviescommissie is ingesteld door minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting als onderdeel van haar streven om het gewenste aantal van 100.000 nieuwe woningen per jaar te bereiken.
Tegenwicht
De waterschapskoepel biedt daarom tegenwicht en is de voorstellen van STOER één voor één langs gegaan: soms voorzichtig instemmend, vaak afwijzend. De adviesgroep wil bijvoorbeeld ‘water robuuste woningbouw en drijvend wonen’ mogelijk maken langs de randen van het Markermeer, Gouwzee, IJmeer, Gooimeer en Eemmeer. Een voorwaarde is dan wel dat de zoetwaterbuffer van het IJsselmeer en het Markermeer ‘niet te veel wordt aangetast’.
Dat gaat de Unie al te ver: die zoetwaterbuffer moet ‘intact’ blijven. Nu al loopt de zoetwaterbeschikbaarheid ‘tegen de grenzen aan’. Bovendien vraagt de waterschapskoepel zich af hoe belangrijk dit eigenlijk is: ‘Het zal waarschijnlijk ook niet om een hele grote potentie gaan qua aantallen woningen. Aannemende dat we het hier niet hebben over tienduizenden woningen in het water.’
Grijs gebied
Iets anders: STOER wil ruimte voor drijvend bouwen in uiterwaarden. Daar heeft de Unie allerlei vraagtekens bij, wat betreft waterrobuustheid van de infrastructuur, de verzekerbaarheid van de woningen, en wie opdraait voor eventuele waterschade. En los daarvan: ‘De potentie qua aantallen woningen voor het bouwen in de uiterwaarden is denken wij heel klein. Als je deze deur weer open zet kom je snel in een grijs gebied met discussies over wat nog wel acceptabel is en wat niet.’
Grote moeite
De Unie heeft nog meer kritiek: de adviesgroep wil dat provincies en waterschappen in de regel niet het recht hebben ‘op grond van zelfstandige “water en bodem”- argumenten bouwverboden en “nee, tenzij”-gebieden aan te wijzen’, aldus het conceptrapport. ‘Met dit voorstel hebben de waterschappen grote moeite’, reageert de waterschapskoepel. ‘Deze bevoegdheid van de waterschappen is nodig om op basis van regionale watersysteemkennis beperkingsgebieden te kunnen aanwijzen. Om te voorkomen dat woningbouwontwikkelingen plaatsvinden op echt hele ongeschikte locaties. Bijvoorbeeld lage delen in beekdalen die nu frequent overstromen.’ Met als nabrander: ‘Het is niet duidelijk wat hier wordt bedoeld met “zelfstandige water en bodem-argumenten”.’
Silencio positivo
Een ander twistpunt is dat STOER het ‘lex silencio positivo’-principe terug wil voor ‘regulier voorbereide omgevingsvergunningen voor (woning)bouwprojecten’. Dat betekent dat als een vergunning niet bijtijds is verleend, dat de vergunning dan alsnog als verleend wordt beschouwd. Maar volgens de koepel heeft dit nooit voor de waterschappen gegolden, ‘omdat de gevolgen van een stilzwijgende vergunningverlening groot kunnen zijn. Onzorgvuldig beslissen over waterbeheer kan leiden tot gevaar voor de veiligheid.’
Bovendien, werpt de Unie van Waterschappen tegen, is de overschrijding van een vergunningstermijn bijna altijd de schuld van de aanvrager.
Minimale eis
Een laatste voorbeeld van de onenigheid tussen de adviesgroep en de waterschapskoepel is een door de eerste voorgestelde wijziging in de Maatlat klimaatadaptieve gebouwde omgeving. Voor wateroverlast wil STOER rekenen met een bui van 70 millimeter neerslag per uur (met een kans van eens in de honderd jaar). Daaraan voegt de adviesgroep toe: ‘In overleg tussen lokale betrokken partijen is afwijking van deze norm “naar beneden” (< 70mm) mogelijk, waarbij de algemene bevoegde gezagen (gemeente en provincie) uiteindelijk beslissen.’
Ook daar wil de Unie niet aan. Allereerst wordt opgemerkt dat op dit punt ook het waterschap bevoegd gezag is, niet alleen de gemeente en provincie. Daarnaast laat de Unie van Waterschappen eenvoudig weten: ‘De 70-mm-eis is een minimale eis die niet naar beneden bijgesteld kan worden.’
De planning van STOER
Afgelopen vrijdag eindigde de reactietermijn bij het conceptadvies van STOER. Begin mei volgt het definitieve adviesrapport. Nadat er een kabinetsreactie is geweest, moet er nog voor de zomer een finaal eindrapport zijn.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.