Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

'Gemeenten moeten warmtetransitie versnellen'

Burgers, installateurs en netbeheerders wachten met smart op de warmteplannen van gemeenten.

23 januari 2024
warmtenet
Shutterstock

Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is een jaar in werking. Directeur Maureen van Eijk constateert dat gemeenten bij die transitie door de bomen het bos niet meer zien. ‘Je ziet dat het individuele spoor goed loopt, maar dat het collectieve spoor onvoldoende van de grond komt.’

Specialist vergunningen

Latentis in opdracht van Gemeente Horst aan de Maas
Specialist vergunningen

Medewerker vergunningen bouw

Gemeente Amsterdam
Medewerker vergunningen bouw

Zoeken

In het NPLW vloeien het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) en het Expertise Centrum Warmte (ECW) samen. ‘Die twee organisaties bedienden de 66 lokale proeftuinen’, zegt directeur Maureen van Eijk. ‘Wij hebben iets minder capaciteit, maar we zijn er wel voor alle gemeenten.’ Het was daarom een beetje zoeken, vertelt ze, naar hoe het nieuwe programma het gemeenten makkelijker kon maken om de warmtetransitie vlot te trekken. ‘We hebben de keuze gemaakt om ons veel specifieker te richten op de regierol van gemeenten. En ook op ondersteuning bij het realiseren van warmtenetten, op de collectieve aanpakken voor warmtepompen en op energiebesparing. We zijn er echt om individuele gemeenten te helpen.’

Zetje

De warmtetransitie kan in veel gemeenten wel een zetje gebruiken. In 2021 leverden ze allemaal hun (verplichte) transitievisie warmte in. Daarna moest die verder worden geconcretiseerd  in wijkuitvoeringsplannen. Van Eijk: ‘Maar toen kwam corona en daarna de energiecrisis als gevolg van de oorlog in Oekraïne. We zien dat veel gemeenten bezig zijn met energiebesparing, er loopt een groot aantal proefprojecten, maar gemeenten vinden het lastig om lokaal de regie te pakken in de warmtetransitie.’

Slecht te vinden

De bevindingen van het programma sluiten aan bij eerder onderzoek door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Dat stelde vast dat zo’n 70 procent van de gemeentelijke transitievisies onvoldoende uitgewerkt zijn. ‘Veel gemeenten zijn onvoldoende concreet in het aangeven van hun visie op de best mogelijke duurzame alternatieven voor de buurten, wijken of dorpskernen binnen hun grenzen’, zegt Van Eijk. ‘En als dat wel is vastgesteld, wordt er niet altijd even goed over gecommuniceerd naar bewoners en andere belanghebbenden.’

Uit onderzoek van het NPLW blijkt dat in de helft van de gemeenten de warmteplannen op wijkniveau slecht zijn te vinden – als ze er al zijn. Van Eijk: ‘Uit de gesprekken met gemeenten bleek een breed gedragen behoefte  aan een duidelijker narratief over de lokale warmtetransitie. Wat is het en wat moeten we ermee? Daarbij gaat het over energiebesparing, over duurzame alternatieven voor aardgas en ook over netcongestie.’ Het is hard nodig, zegt ze. ‘Je ziet nu een hausse aan particuliere initiatieven. Dat individuele spoor loopt goed. Maar het collectieve spoor komt onvoldoende van de grond.’

BB Is personeelsgebrek bij gemeenten het probleem?

MvE 

‘Dat is zeker het geval, maar het is ook de complexiteit van het verhaal. Sommige gemeenten zijn bezig met een eerste warmtenet of een proeftuin. Daar zitten mooie voorbeelden tussen, maar echt makkelijk gaat het vaak niet. Als je een wethouder vraagt of hij of zij ook al bezig is om andere wijken duidelijkheid te geven, dan krijg je als antwoord: “Joh, ik ben al blij als ik dat ene voorbeeld goed hebben laten gaan.” Maar bewoners die een individueel spoor overwegen, willen van een gemeente weten of dat nou slim is of niet. En ook bouwers, installateurs en netbeheerders moeten weten waar ze aan toe zijn.’

BB Maar stel dat gemeenten die duidelijkheid nog niet hebben?

MvE 

‘Ook al weet je het nog niet zeker, dan kun je al wel aangeven: hier is het aannemelijk dat er een warmtenet komt. Of: in deze wijk lig een keuze voor individuele warmtepompen voor de hand. Probeer als gemeente op hoofdlijnen per wijk voor de komende tien jaar je voorkeur uit te spreken. Je verplicht je tot niks, maar je geeft wel richting.’

BB Wat hebben gemeenten daarvoor nodig?

MvE 

‘Natuurlijk is het hebben van voldoende mensen en middelen cruciaal. Maar ook duidelijke wet- en regelgeving is nodig. De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie is hopelijk vanaf januari 2025 van kracht, al vinden gemeenten het nog spannend om gebruik te maken van de mogelijkheid om mensen te dwingen hun aardgas op te geven. Verder proberen we regionale samenwerking te stimuleren. Er is bij netbeheerders nu al veel meer kennis aanwezig dan in 2021 ten tijde van de transitievisies warmte – benut die kennis ook. Sommige gemeenten wachten op de ontwikkeling van groen gas of waterstof, maar dat is echt zo goed als geen optie meer.  Inwoners zijn al volop bezig hun individuele warmteplannen uit te werken. Wanneer je als gemeente niet de regie pakt, wordt het een gatenkaas.’

BB Grote gemeenten lijken in de warmtetransitie verder dan kleine. Klopt dat?

MvE 

‘Ja. Dat heeft vooral te maken met capaciteit, kennis en kunde. Grote gemeenten hebben vaak ook meer bronnen voor warmtenetten dan kleine gemeenten.’

BB Worden kleinere gemeenten door jullie extra ondersteund?

MvE 

‘Ja, maar dan moeten ze ook uitstralen dat ze dat willen, hoe moeilijk het soms ook is. Ik was pas op Schiermonnikoog. Zonnepanelen zijn er maar met mate toegestaan vanwege het beschermde dorpsgezicht. Windmolens mogen niet, want Natura2000-gebied. Warmtebronnen heb je er ook maar beperkt en je staat al op rood qua netcongestie. Tsja, dan weet een ambtenaar het vaak ook even niet meer.’

BB Hoe kunnen jullie in zo’n geval helpen?

MvE 

‘We bieden kennis en handelingsperspectief, laten goede voorbeelden zien en hebben een belangrijke signalerende rol. We stimuleren regionale samenwerking. En we werken nauw samen met de ondersteunings-units van de provincies. Het is echt van belang om als gemeente nu te versnellen. Want anders zit je over een paar jaar met een nieuwe raad en begin je deels weer van voren af aan.’

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

T. Simpelmans
Ik ken die burges niet, die met smart zitten te wachten op een warmtenet.
Buitenlandse energiebedrijven, die wel.
Leest u anders rallen rustig het artikel uit NRC Handelsblad van gisteren, over de congsi van woningcorporaties, de gemeente en Rattenval. Een helder en eerlijk verhaal heeft men niet. Wel een helder verhaal dat helemaal bij elkaar is gelogen. https://www.nrc.nl/nieuws/2024/01/21/bewoners-amsterdam-lopen-niet-warm-voor-warmtenet-de-woningcorporatie-we-hebben-geen-verhaal-dat-eerlijk-en-helder-is-a4187629
Hielco Wiersma
Plannen maken is prima. Maar met een stroomnet dat onvoldoende capaciteit wordt dat moeilijk. Die capaciteitsverbetering heeft dus eerste prioriteit. Overigens vertelde een technicus onlangs dat op dit moment het aanbrengen van een hybride warmtepomp financieel pas interessant wordt bij een jaarlijks gasverbruik van 1.800 m3, dit omdat het electriciteitsverbruik van een dergelijke installatie met ca. 50-60% toeneemt. Ook extra onderhoudskosten en renteverlies van geïnvesteerd kapitaal spelen een rol van betekenis. De terugverdientijd wordt dan wel erg hoog.
Voor iemand die voldoende kapitaal kan genereren en het klimaat belangrijker vindt kunnen natuurlijk andere maatstaven gelden.
G.J. Vijge
In een groot deel van mijn gemeente zal de burger zich zelfmoeten redden met een warmtepomp, want er zijn weinig bedrijven met restwarmte. Dus hoezo moet de gemeente dan versnellen? Het is aan de burger en die wacht rustig af want door alle doemverhalen over het elektriciteitsnet is een warmtepomp niet bepaald een zekere investering.
Advertentie