Woo blijft een worsteling
De gemiddelde beantwoordingstermijn van Woo-verzoeken bij de ministeries neemt toe. Decentrale overheden doen het beter.

Bijna drie jaar na de inwerkingtreding van de Wet open overheid (Woo) worstelt de Nederlandse overheid nog altijd met de uitvoering ervan. Dat concluderen de opstellers van het onderzoek Schildpaddensoep, dat is uitgevoerd door Open State Foundation, de Universiteit van Amsterdam en Instituut Maatschappelijke Innovatie.
Op tijd is mogelijk
Een steekproef bij gemeenten wijst uit dat een gemeente gemiddeld 37 Woo-verzoeken per jaar ontvangt, die in gemiddeld 82 dagen werden afgehandeld. Provincies doen er gemiddeld een dagje langer over. Waterschappen doen gemiddeld 61 dagen over de afhandeling van een Woo-verzoek.
Enthousiast zijn de onderzoekers over de gemeente Amsterdam. Die wist de gemiddelde afhandeling van een Woo-verzoek terug te brengen naar 63 dagen in 2023, waar er enkele jaren geleden nog gemiddeld 137 dagen voor nodig is. Gemeenten als Amstelveen (30 dagen) en Barneveld (39 dagen) bewijzen daarnaast dat het mogelijk is om binnen de wettelijke termijn van 42 dagen te blijven (oké, officieel is de termijn 28 dagen, maar bij omvangrijke of gecompliceerde verzoek is een verlening naar 42 dagen mogelijk).
Daarmee doen decentrale overheden het aanzienlijk beter dan de ministeries. De gemiddelde beantwoordingstermijn bij de departementen is 188 dagen. Dat is een verdere stijging ten opzichte van vorig jaar (172) en de jaren ervoor. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap reageert met 99 dagen het snelste op Woo-verzoeken. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is veruit als traagst (299 dagen). Slechts 17 procent van de verzoeken wordt binnen de wettelijk termijn beantwoord.
In Amsterdam is de doorlooptijd in enkele jaren gehalveerd van 137 naar 63 dagen.
Groter duurt niet altijd langer
Volgens de ministeries heeft de overschrijding van de termijn te maken met de grote en omvangrijke verzoeken, maar de analyse toont aan dat er maar een beperkte correlatie bestaat tussen de grootte van het Woo-besluit en de doorlooptijd. Er zijn voorbeelden van Woo-besluiten van 12 pagina’s waarop de verzoeker een jaar moest wachten. Gemiddeld werden er 180 pagina’s per Woo-besluit verstrekt.
De onderzoekers stellen verder dat er nog altijd weinig wordt overlegd met Woo-verzoekers. Dat gebeurde in 2024 in ongeveer 28 procent van de gevallen. Een ander heikel punt is dat veel overheden niet in staat zijn om hun Woo-besluiten transparant en machineleesbaar te publiceren. Dat is wel wettelijk verplicht en ook nodig om analyses zoals Schildpaddensoep te kunnen doen.
Het onderzoek Schildpaddensoep is een vervolg op een reeks analyses van de afhandeling van informatieverzoeken onder de Wet open overheid (en daarvoor onder de Wob). Eerder verschenen Blaadjes op het spoor (2024), Matglas (2023) en Ondraaglijk Traag (2022).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.