Woo: is een dwangsom wel effectief?
Pas als de informatiehuishouding van overheden op orde is, kan de Wet open overheid goed werken en zullen dwangsommen minder nodig zijn.
Als een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een informatieverzoek op basis van de Wet open overheid lijkt een dwangsom een goede prikkel. Die kan in sommige gevallen oplopen tot 90.000 euro. Over de effectiviteit van dwangsommen denken niet alle Woo-professionals hetzelfde.
Twee oorzaken
Dát bestuursorganen regelmatig te laat zijn heeft volgens advocaat Maarten van Nijendaal (Nysingh advocaten & notarissen) twee oorzaken: (1) een Woo-verzoeker wil véél, maar maakt niet duidelijk wat hij precies wil, (2) een gebrek aan tijd of capaciteit bij overheden. Bij uitgebreide Woo-verzoeken worden wel eens advocaten ingevlogen. Van Nijendaal: ‘Het inventariseren van de gevraagde stukken kunnen we niet zelf. We beoordelen deze wel: valt dit document onder de reikwijdte van de Woo? Wíl het bestuursorgaan dit helemaal verstrekken of moeten vertrouwelijke passages worden zwartgelakt? Daar adviseren wij het bestuursorgaan in.’
Direct in beroep
De verzoeker kan onder de Woo niet meer in bezwaar tegen het niet-tijdig beslissen, maar kan – na de wettelijk verplichte ingebrekestelling – direct in beroep bij de bestuursrechter. Deze kan het bestuursorgaan een nieuwe termijn opleggen om alsnog op het Woo-verzoek te reageren. Aan de overschrijding van die nieuwe termijn verbindt de bestuursrechter een dwangsom. Als het beroep terecht is ingediend, omdat het besluit inderdaad ten onrechte nog niet is genomen, is ook sprake van een proceskostenvergoeding en betaling van het griffierecht door het bestuursorgaan.
Rechtbank kent ook wachttijden
Om dwangsommen te voorkomen adviseert Van Nijendaal: neem snel contact op met de verzoeker om met hem het Woo-verzoek te bespreken. De belangrijkste informatie kan zo mogelijk binnen de termijn worden aangeleverd, de rest later – als de verzoeker daarmee instemt. Een gang naar de rechtbank is niet altijd zinvol, zegt Van Nijendaal, want ook daar gelden wachttijden. De bestuursrechter doet in beginsel binnen acht weken uitspraak.
Onmachtargument 'sleets'
Caroline Koetsenruijter, lid van het Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding (ACOI) ziet dat de informatieverstrekking op verzoek door ministeries afgelopen jaar weer iets langer duurt. Dat kan komen door onmacht: de informatiehuishouding is gebrekkig. ‘Maar het onmachtargument raakt onderhand sleets’, zegt zij. ‘Overheden moeten het recht op toegang tot overheidsinformatie op orde hebben en hun probleem niet neerleggen bij de eindgebruiker.’
Foutje bedankt
Verder ziet Koetsenruijter een gebrek aan behulpzaamheid. Zij verwijst naar een geslaagde bemiddelingszaak naar aanleiding van een klacht van een journalist: het Rijksvastgoedbedrijf stuurde een concept-Woo-besluit ter controle naar BZK. Daar bleef het concept onopgemerkt en het Rijksvastgoedbedrijf nam vervolgens niet de moeite om dat na te jagen. ‘Dan kun je zeggen: foutje bedankt, maar dat is ook te voorkomen door behulpzaamheid.’
Zwaarwegend advies
Volgens het adviescollege gaat het vaak mis door gebrek aan persoonlijk contact. ‘Is er wel contact, dan komt het lang niet altijd tot een Woo-verzoek, maar bijvoorbeeld tot een sneller in te willigen informatieverzoek.’ Net als Van Nijendaal adviseert Koetsenruijter om altijd contact op te nemen met de verzoeker. Is de verzoeker een journalist, wetenschapper of iemand anders met een ‘beroepsmatig belang’, dan kan het ACOI bemiddelen met het bestuursorgaan. Als daaruit een advies volgt, moet een bestuursorgaan dat verplicht meewegen. ‘Wij zijn geen bindend adviseur, maar ons advies is wel zwaarwegend.’ De twee meest complexe bemiddelingszaken die het ACOI deed gingen over corona-informatie bij de ministeries VWS en AZ. ‘Zeker bij de VWS-zaak waren al ettelijke dwangsommen verbeurd, en dat heeft niet geleid tot enig effect’, zegt Koetsenruijter.
Dwangsommen dragen niet altijd bij aan het oplossen van het probleem
Informatiehuishouding op orde
Volgens Van Nijendaal helpt het opleggen van de dwangsom niet altijd en kan het zelfs averechts werken. ‘Een bestuursorgaan dat een dwangsom dreigt te verbeuren zou ook kunnen denken: laat ik maar snel een besluit nemen en stukken openbaar maken, ook al is het besluit niet volledig. Maar daar is de verzoeker niet mee gebaat. Dwangsommen dragen niet altijd bij aan het oplossen van het probleem.’ Pas als de informatiehuishouding van overheden op orde is, kan de Woo goed werken en zullen dwangsommen minder nodig zijn, verwacht Van Nijendaal.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 10 (inlog)
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.