Advertentie
juridisch / Nieuws

Ambtenaar niet altijd beschermd tegen publiciteit

Ambtenaren bij naam noemen op Facebook en als leugenachtig omschrijven. Onprettig, maar niet buitensporig, oordeelt de Amsterdamse rechtbank

04 november 2024
rechtershamer
Shutterstock

Een burger die een conflict heeft met een gemeente, mag daarover in publicaties op internet de voor- en achternaam van ambtenaren vermelden. Althans, in sommige gevallen is dat toegestaan, aldus de kortgedingrechter van de rechtbank Amsterdam. De gemeente Amsterdam vindt dat daarmee de persoonlijke levenssfeer van ambtenaren wordt aangetast, wat schadelijk is voor hun reputatie.

Electronics Engineer ADAS: Drive Innovation in Advanced Driver-Assistance Systems at our client

Yacht
Electronics Engineer ADAS: Drive Innovation in Advanced Driver-Assistance Systems at our client

Senior beleidsadviseurs

Gemeente Alphen aan den Rijn
Senior beleidsadviseurs

Onjuist informeren

Aanleiding van deze zaak die de gemeente Amsterdam aanspande was de ‘ADM’kwestie’. Ondernemer Wim Beelen leeft al enkele jaren in onmin met de gemeente. Zijn BV Larendael is eigenaar van het voormalige ADM-terrein. Beelen wil hierop een werf voor luxe jachten exploiteren. Hij stelt dat de wethouder welwillend is, maar twee ambtenaren en de huisadvocaat zouden de wethouder onjuist informeren en zelfs tegenwerken. Beelen wil het ADM-dossier – in tien ‘afleveringen’ – online zetten, en daarbij de namen noemen van de ambtenaren en de huisadvocaat. Dit kondigde hij aan op een website en op LinkedIn. De gemeente wilde dat Beelen de achternamen van de ambtenaren onleesbaar maakt. Maar de voorzieningenrechter (rechtbank Amsterdam) oordeelt in zijn vonnis van 31 oktober in het voordeel van Beelen.

Niet onrechtmatig

Wat de gemeente wil, aldus de kortgedingrechter, houdt een beperking in van Beelens grondrecht op vrijheid van meningsuiting. Zo’n beperking is mogelijk als de goede naam en de rechten van deze ambtenaren worden aangetast – dan zijn de publicaties onrechtmatig. Maar wat Beelen wil publiceren acht de rechter niet onrechtmatig.

Persoonlijke levenssfeer

De gemeente vindt dat Beelen, door het noemen van de namen van ambtenaren, hun persoonlijke levenssfeer aantast, wat schadelijk is voor hun reputatie, terwijl die naamsvermelding onnodig is. De gemeente wijst erop dat deze drie ambtenaren slechts hun werkzaamheden uitvoeren in dienst en ten behoeve van de gemeente. Zij zijn geen publieke figuren en kunnen zich, mede vanwege hun ambtsgeheim, niet verdedigen. De rechter vindt echter dat Beelen zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over kwesties die de samenleving raken. Het kritische geluid van Beelen over de ADM-kwestie – zoals de berichten op de website – ziet de rechter als een bijdrage aan een (publiek) debat van algemeen belang.

In de publiciteit

Dat de namen van de ambtenaren mogen worden genoemd heeft een achtergrond: zelf hebben ze ook de media opgezocht. De Amsterdamse huisadvocaat is inmiddels een publiek figuur. Beide ambtenaren (een senior projectleider en een strategisch adviseur, allebei van de afdeling Grond en Ontwikkeling) hebben meegewerkt interviews, publicaties en artikelen, en waren aanwezig op openbare bijeenkomsten over hun vakgebied – ook over andere kwesties dan het ADM-terrein. Deze ambtenaren hebben ervoor gekozen, constateert de rechter, een meer politieke en zichtbare rol te vervullen. Daarom moeten zij meer kritiek kunnen verdragen dan andere overheidsmedewerkers.

Niet onnodig diffamerend

Ambtenaren hebben, zo oordeelt de voorzieningenrechter verder, wel degelijk recht op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Maar in deze kwestie worden hun namen zeer beperkt genoemd, de advocaat in het LinkedIn-bericht bijvoorbeeld alleen met zijn voornaam en de eerste letter van zijn achternaam. In een lange brief van Beelen aan de gemeente en die de ondernemer online heeft gezet, komen de namen van de twee ambtenaren één keer voor. Beelens berichten noemt de rechter kritisch, maar niet ‘onnodig diffamerend’. Zo beschrijft Beelen de ambtenaren als ‘leugenachtig’ maar dat vindt de rechter ‘een waardeoordeel’ dat binnen de context van kritiek op de overheid en de betrokken personen niet buitensporig is.

Tegen een stootje

De vrees voor reputatieschade is geen reden om Beelen te verplichten de naamsvermelding ongedaan te maken. De rechter vindt het begrijpelijk dat de ambtenaren de uitlatingen van Beelen als onprettig ervaren, maar zij moeten tegen een stootje kunnen. Van belang is dat het hier gaat om hun professionele functioneren en niet om zaken die hun privéleven betreffen. Door hun namen te vermelden heeft Beelen niet onrechtmatig gehandeld, hun namen mogen online blijven staan.

Niet vogelvrij

Advocaat ambtenarenrecht Jan Blanken (Capra Advocaten) kan zich wel vinden in deze uitspraak. ‘In deze specifieke casus heeft de voorzieningenrechter meer gewicht gehecht aan de vrijheid van meningsuiting. Binnen de beschreven feitelijke kaders is dat begrijpelijk.” Maar, gaat hij verder: hieruit kan niet worden geconcludeerd dat ambtenaren nu ineens ‘vogelvrij’ zijn. ‘Het is dus niet zo dat in andere civiele procedures tegen de overheid dit een vaste lijn zal worden’, zegt Blanken. ‘Op basis van de jurisprudentie – over de Wet openbaarheid van bestuur, de Wet open overheid en de Algemene verordening gegevensbescherming – geldt niet als algemene lijn dat ambtenaren te allen tijde beschermd zijn tegen publiciteit. Ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft al meermaals geoordeeld dat het beroepsmatig functioneren van ambtenaren niet valt onder de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bijvoorbeeld in kwesties over de Wet normering topinkomens.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie