Advertentie
carrière / Nieuws

Melders beter beschermd met klokkenluiderswet

De Wet bescherming klokkenluiders draagt bij aan betere bescherming van melders, maar het begrip ‘misstand’ vinden velen vaak te moeilijk.

04 maart 2025
Kerkklok
Shutterstock

De wijzigingen met de Wet bescherming klokkenluiders dragen volgens de onderzoekers die de invoeringstoets hebben gedaan duidelijk bij aan de bescherming van melders en dragen positief bij aan het doenvermogen van melders. Vooral de mogelijkheid om direct extern te kunnen melden, de verschuiving van de bewijslast en het vergroten van de groep melders die wordt beschermd zijn hierin belangrijke elementen.

Teammanager Mens & Organisatie (M&O) en Communicatie

Gemeente De Ronde Venen
Teammanager Mens & Organisatie (M&O) en Communicatie

Kwartiermaker / Specialist Artificiële Intelligentie

Gemeente Tilburg
Kwartiermaker / Specialist Artificiële Intelligentie

Term 'misstand' te moeilijk

Dat blijkt uit de bevindingen van de Invoeringstoets Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) die BZK-minister Judith Uitermark maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De toets laat ook zien dat voor de positie van melders de definitie van het begrip ‘misstand’ complex en moeilijk te begrijpen is met als gevolg dat het minder duidelijk is of de melder bescherming geniet. Daarbij zegt het onderzoek dat het melden van een vermoeden van een misstand een ‘zeer zwaar proces’ kan zijn. Of dit zo is hangt af van de houding en de bedrijfscultuur van de organisatie waarbinnen de vermoede misstand speelt. ‘Het doen van een melding vraagt veel doenvermogen van de melder.’ De melder moet namelijk alle stappen van het meldingsproces zelf doorlopen, al is ondersteuning van een vertrouwenspersoon, advocaat of het Huis voor klokkenluiders beschikbaar.

Open bedrijfscultuur

De aangescherpte eisen aan de meldprocedure worden door werkgevers als redelijk positief ontvangen, blijkt verder. Al kost het enige inspanning om aan de aangescherpte eisen van de meldprocedure te voldoen. Ook werkgevers vinden de definitie van het begrip ‘misstand’ wel een minpunt van de wet. Ze onderschrijven wel dat een open bedrijfscultuur de belangrijkste voorwaarde is voor een goede afwikkeling van een melding en hebben liever dat zaken eerst intern worden aangekaart dan dat er gelijk extern wordt gemeld.

Bij de weging van de bevindingen en conclusies van het rapport moet rekening worden gehouden met het lichtvoetige karakter van een invoeringstoets

Judith Uitermark, minister van BZK

Te weinig onderzoeken

Ook de bevoegde autoriteiten (om te melden) zijn bevraagd voor de invoeringstoets. De adviesfunctie van het Huis voor klokkenluiders wordt gewaardeerd door werkgevers en de bevoegde autoriteiten, maar men vindt dat het Huis weinig onderzoeken doet en er lang over doet. Ook de bevoegde autoriteiten noemen de definitie van het begrip ‘misstand’ als punt van aandacht. Meldingen komen hierdoor soms bij verkeerde kanalen binnen en het kost extra inspanning om de meldingen goed te verwerken. En niet alleen dat: het Huis en de bevoegde autoriteiten beoordelen de ernst van dezelfde misstand (of hetzelfde feitencomplex al dan niet als vermoeden van een misstand moet worden gekwalificeerd) soms anders.

Te prematuur

‘Bij de weging van de bevindingen en conclusies van het rapport moet rekening worden gehouden met het lichtvoetige karakter van een invoeringstoets’, schrijft Uitermark in haar begeleidende brief. Ze herkent de conclusies en onderkent de bevinding dat ‘de belangrijkste bescherming gevonden moet worden in de cultuur van organisaties’. Ze zegt de uitkomsten te betrekken in haar beleid om klokkenluiders beter te beschermen.  Een wetswijziging rond de definitie van misstand vindt de minister nog ‘te prematuur’. Belangrijk vindt ze dat de wet meer bekendheid krijgt en dat het begrip misstand daarbij beter bekend en toegelicht wordt. ‘Ik zal daarom in de aanpak voor 2025 inzetten op het vergroten van de kenbaarheid van de definitie van misstand bij de doelgroep.’

Meldprocedure aangepast

Tegelijk met de invoeringstoets wijst Uitermark ook op de resultaten van de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) van TNO. Daaruit blijkt dat driekwart van de werkgevers met vijftig of meer werknemers aangeeft dat zij een procedure hebben voor het melden van vermoedens van misstanden in de zin van de Wbk. Van deze werkgevers heeft 54 procent de interne meldprocedure aangepast naar aanleiding van de wet. Werkgevers in de zorg (80 procent), de ict (83 procent) en het openbaar bestuur (85 procent) scoren het hoogst bij het hebben van een meldprocedure. Werkgevers in de bouw, horeca en vervoerssector geven dit een stuk minder vaak aan. Verder geeft 83 procent van de werkgevers aan dat zij hun medewerkers informeren over de meldprocedure.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie