Geen cijfers over lokkers ‘geldezels’
Er is geen aparte registratie van verdachten dat jongeren heeft benaderd om voor hen als geldezel te fungeren, schrijft minister Van Weel.
Er zijn geen cijfers over het aantal verdachten dat jongeren heeft benaderd om hun bankrekening ter beschikking te stellen, de zogenoemde ‘geldezels’, omdat hiervan geen aparte registratie wordt bijgehouden. Het werven van jongeren tot het verrichten van strafbare activiteiten kan strafbaar zijn als mensenhandel in de vorm van criminele uitbuiting, mits aan alle delictsbestanddelen is voldaan.
Grote pakkans
Dat schrijft minister David van Weel (VVD) van Justitie en Veiligheid aan zijn partijgenoot en Kamerlid Rosemarijn Dral. Die sloeg aan op een artikel in De Telegraaf over een onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), waaruit bleek dat één op de tien jongeren tussen de 18 en 25 jaar wel eens door criminelen is benaderd om te fungeren als ‘geldezel’. Ook bleek dat zeven op de tien jongeren niet weet dat de gevolgen hiervan ingrijpend kunnen zijn. En dat de pakkans heel groot is. Marco Doeland, Teamlead Veiligheid bij de NVB, vertelt in het artikel dat vorig jaar tienduizend mensen slachtoffer waren van ‘alleen al helpdeskfraude’. ‘Voor ieder fraudegeval is minimaal één geldezel nodig. En er zijn nog veel meer vormen van online fraude. Dus reken maar uit.’
Geen registratie
Het gaat derhalve om duizenden geldezels, maar hoeveel verdachten deze jongeren hebben benaderd, wordt dus niet geregistreerd. Wel wijst de minister erop dat bij het gebruik maken van geldezels verschillende delicten aan de orde kunnen zijn, zoals oplichting, witwassen en het deelnemen aan een criminele organisatie. Enkel een poging om een jongere zover te krijgen (ook zonder succes) is al strafbaar. ‘Het is aan de officier van justitie om op basis van de individuele omstandigheden van het geval te bepalen voor welke feiten vervolging ingesteld wordt tegen een verdachte.’
Mogelijk mensenhandel
Onder omstandigheden kan sprake zijn van mensenhandel in de vorm van criminele uitbuiting. ‘Voor mensenhandel is vereist dat de dader de bedoeling had om de jongere(n) bij het verrichten van de genoemde strafbare dienstverlening uit te buiten’, schrijft Van Weel. Of zich een situatie van criminele uitbuiting voordoet hangt sterk af van de omstandigheden, zoals aard en duur van de te verrichten strafbare activiteit, welke beperkingen deze voor de betrokkene meebrengt en het daarmee behaalde economisch voordeel door degene die de betrokkene tot die strafbare activiteit heeft aangezet. Bij minderjarige betrokkenen moet rekening worden gehouden met hun jeugdige leeftijd. Bij meerderjarige betrokkenen moet worden aangetoond dat zij een ‘beïnvloedingsmiddel’ toegepast hebben, zoals dwang, misleiding of misbruik maken van een kwetsbare positie.
Na een eerste misstap wordt bij geldezels nagegaan waarom ze hun bankrekening beschikbaar hebben gesteld aan criminelen en wordt geprobeerd de oorzaak weg te nemen
Vier pilots
Via het programma ‘Preventie met Gezag’ worden jongeren ondersteund om hun weerbaarheid tegen verzoeken van criminelen te vergroten. Van Weel wijst op jongerenwerk in gemeenten, de aanpak van schoolverzuim en enkele andere programma’s. Uitgebreider gaat hij in op een lokale aanpak van geldezels van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Vanuit de City Deal Lokale Weerbaarheid Cybercrime worden vier pilots uitgevoerd binnen de Preventie met Gezag-gemeenten Almere, Enschede, Leeuwarden en Vlaardingen. De pilots bundelen zoveel mogelijk kennis vanuit wetenschap en praktijk en stimuleren samenwerking tussen partijen, zoals de politie, het Openbaar Ministerie, onderwijs, jongerenwerk en andere lokale partners.
Oorzaak wegnemen
Doel is de weerbaarheid van jongeren zowel offline als online te vergroten. Na een eerste misstap wordt bijvoorbeeld bij geldezels nagegaan waarom ze hun bankrekening beschikbaar hebben gesteld aan criminelen en wordt geprobeerd de oorzaak weg te nemen. Voor geldezels die al meerdere ‘criminele antecedenten’ achter hun naam hebben staan, wordt een werkwijze ontwikkeld met interventies,zoals stopgesprekken door de politie en een persoonsgerichte aanpak. In het tweede kwartaal van 2025 worden de resultaten van de pilots verwacht, waarna bij bewezen effectiviteit, een gevalideerde aanpak landelijk moet worden verspreid.
Netwerken van ouders
Er is ook een pilot die zich richt op het trainen en informeren van ouders en het begeleiden van ouders bij het omgaan met online activiteiten van hun kinderen. Bij dit project horen bijeenkomsten waarbij kennis en ervaringen tussen deelnemende gemeenten en partners, zoals scholen, jeugdzorg en de politie kan worden gedeeld. Het doel is volgens Van Weel om zo een bruikbaar model te ontwikkelen dat door andere gemeenten en organisaties kan worden overgenomen om soortgelijke netwerken van ouders op te bouwen. Ook HALT organiseert ouderbijeenkomsten over onder meer geldezels, online fraude en cybercriminaliteit.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.