Een derde politiebudget naar opsporing
Een derde van het totale budget van 7,4 miljard van de politie gaat naar opsporing, laat een publicatie van de Algemene Rekenkamer zien.
Van de 7,4 miljard euro die de politie in 2023 aan kosten heeft gemaakt, is 2,3 miljard (31 procent) toe te rekenen aan opsporing. Dat zegt de Algemene Rekenkamer in een brief die vandaag aan de Tweede Kamer is gestuurd. De resterende 5,1 miljard (69 procent) is verdeeld over de andere drie wettelijke taken: het handhaven van de openbare orde, hulpverlening aan burgers en justitietaken.
Verdeling kosten onduidelijk
Onduidelijk is hoe die 5,1 miljard van de totale kosten van de politie over die drie taken is verdeeld, constateert de Rekenkamer. Een reden daarvoor is bijvoorbeeld dat de hulpverleningstaak en het handhaven van de openbare orde in de dagelijkse uitvoering van het politiewerk door elkaar heen lopen en niet goed van elkaar te scheiden zijn. Van de opsporingskosten gaat de helft naar de opsporing zelf, zoals de kosten van de rechercheteams. De andere helft van de kosten gaat naar organisatieonderdelen die dienstbaar zijn aan de opsporing, zoals intelligence en overhead.
Concrete doelstellingen
De Rekenkamer vindt dat vóór de besteding van overheidsgeld de uitgaven aan concrete, meetbare en tijdgebonden doelstellingen moeten worden verbonden. ‘Die zijn nodig om achteraf transparant te kunnen verantwoorden aan de Tweede Kamer.’ In september constateerde de Rekenkamer dat bij het totale politiebudget van 8,1 miljard voor 2025 deze heldere doelen ontbreken en de Tweede Kamer enkel het totale bedrag van 8,1 miljard kan goedkeuren. Om erachter te komen voor welke wettelijke taak welke kosten gemaakt zijn, heeft de Rekenkamer zelf een berekeningswijze opgesteld. De financiële administratie van de politie kan niet direct de kosten van alle wettelijke taken te bepalen.
We hebben aangegeven dat we, zonder op de stoel van de politie te zitten, inzicht willen krijgen in hoe deze miljarden worden besteed
Groter onderzoek
De informatie in de brief maakt deel uit van een groter onderzoek naar de opsporingstaak van de politie. Dat onderzoek wordt eind 2025 verwacht. De Rekenkamer publiceert nu vooruitlopend op het onderzoeksrapport eerst deze schatting, zodat de Tweede Kamer die alvast kan meenemen in de begrotingsbehandeling voor 2025. Collegelid Ewout Irrgang van de Algemene Rekenkamer zegt in dat rapport de opsporingskosten van de politie over 2024 in beeld te brengen. ‘En dan kijken we onder meer of voor elk van de drie andere wettelijke taken een schatting van de kosten te maken is.’
Kamerlid verbaasd
Toch heeft de Kamer nog niet veel aan deze eerste schattingen van de Rekenkamer, reageerde Songül Mutluer (GroenLinks-PvdA) tegenover het ANP. ‘Maar het is wel een begin. We hebben aangegeven dat we, zonder op de stoel van de politie te zitten, inzicht willen krijgen in hoe deze miljarden worden besteed.’ Mutluer is verbaasd dat de verdeling over de andere drie politietaken onduidelijk blijft. In de praktijk is de besteding van het politiebudget wel duidelijk. Voor salarissen worden jaarlijks miljarden euro's opzijgezet, voor vervoer en huisvesting honderden miljoenen. Mutluer vindt het belangrijk ook de verdeling van het geld over de vier wettelijke taken helder te hebben. ‘Omdat je dan ook kan bijsturen.’ Ze benadrukt dat de politie over haar eigen beleid gaat en er terecht meer geld naar de politie gaat dan voorheen. ‘Dan moet je ook goed kijken naar wat je wel en niet doet.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.