Nederland pakt sluiproute arbeidsmigratie aan

Nederland pleit voor strengere Europese regels rondom de detachering van arbeidsmigranten van buiten de EU. Minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid riep afgelopen vrijdag Eurocommissaris Minzatu op om paal en perk te stellen aan de constructie waarbij arbeidsmigranten via een ander Europees land naar Nederland worden gehaald.

Volgens de minister wordt deze route misbruikt om het Nederlandse toelatingsbeleid te omzeilen. Dat leidt tot misstanden op de arbeidsmarkt. De oproep wordt gesteund door zes andere Europese landen: België, Denemarken, Duitsland, Italië, Luxemburg en Letland. De zeven landen die de oproep steunen vertegenwoordigen samen meer dan 40 procent van de EU-bevolking.

Tienduizenden arbeidsmigranten via sluiproute

Uit cijfers blijkt dat in 2023 ongeveer 23.000 derdelanders via een bedrijf in een andere EU-lidstaat werden gedetacheerd naar Nederland. In veel gevallen zouden deze werknemers via de Nederlandse toelatingsregels nooit toegang hebben gekregen tot de arbeidsmarkt. Van Hijum benadrukt dat het kabinet de grip op arbeidsmigratie wil versterken en misstanden wil bestrijden. 'Oneigenlijk gebruik van detacheringsregels ondermijnt eerlijke concurrentie en zet kwetsbare werknemers onder druk,' aldus de minister.

Regels zijn onduidelijk

Detachering van arbeidsmigranten is gebaseerd op het vrij verkeer van diensten binnen de EU. Ook derdelanders, die van buiten de EU komen, kunnen hierdoor via een andere EU-lidstaat in Nederland te werk worden gesteld. In de praktijk gebeurt dit regelmatig zonder dat zij daadwerkelijk in het tussenliggende land hebben gewerkt. Dit is mogelijk doordat de regels onduidelijk zijn en verschillend worden toegepast door EU-lidstaten.

Nederland wil dat de Europese Commissie de regelgeving verduidelijkt en de handhaving versterkt, onder andere via de Europese Arbeidsautoriteit (ELA). Gedetacheerde derdelanders zijn vaak afhankelijk van hun werkgever voor hun verblijfs- en werkvergunning, wat hen extra kwetsbaar maakt voor uitbuiting. Duidelijke regels en betere grensoverschrijdende handhaving moeten ervoor zorgen dat het Nederlandse toelatingsbeleid niet langer wordt omzeild.