Bijna 7 op 10 arbeidsmigranten binnen vijf jaar vertrokken

Ongeveer zeven op de tien arbeidsmigranten uit de Europese Unie en de Europese Vrijhandelsassociatie verlieten Nederland binnen vijf jaar. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bij arbeidsmigranten met de laagste lonen is de vertrekkans het grootst.

Met name de Polen pakten vaker hun koffers. Poolse arbeidsmigranten die tussen 2013 en 2016 naar Nederland kwamen, vertrokken vaker na vijf jaar (70 procent) dan die uit de periode 2005-2008 (58 procent). Dit gold ook voor arbeidsmigranten uit Bulgarije, Roemenië en Hongarije.

India

Kennismigranten uit India vertrokken juist steeds minder vaak. Van de groep die tussen 2005 en 2008 kwam, vertrok 79 procent binnen vijf jaar. Bij degenen die tussen 2013 en 2016 kwamen, was dat nog 65 procent.

Partner en kind

Mannen en vrouwen hebben bijna evenveel kans om binnen vijf jaar te vertrekken. Arbeidsmigranten die alleen wonen of met anderen samenwonen vertrekken wel vaker dan arbeidsmigranten met een partner en/of kinderen.

Betaald werk

Behalve samenwonen met een partner en/of kinderen vertrekken arbeidsmigranten vooral minder vaak als de partner betaald werk heeft. Dit geldt zowel voor arbeidsmigranten uit de Europese Unie (EU) en de Europese Vrijhandelsassociatie (Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland), als kennismigranten van buiten deze vrijhandelszones. ‘Arbeidsmigranten blijven steeds vaker in Nederland als zij hier een partner of kinderen hebben’, meldt het CBS. ‘Deze toename geldt met name voor kennismigranten.’

Lage lonen

Bij arbeidsmigranten met de laagste lonen is de kans dat zij hun biezen pakken het grootst. Zelfstandigen hebben een relatief kleine kans om binnen vijf jaar te vertrekken. Volgens het CBS komt dit waarschijnlijk door de investeringen die zij moeten doen om in Nederland te werken. ‘Mensen van wie het loon onbekend is, hebben de grootste kans om te vertrekken’, aldus het statistiekbureau.