Advertentie
sociaal / Nieuws

Werk of remigratie? Proef helpt dakloze arbeidsmigranten

De aanpak is een succes, maar het is onzeker of de financiering in 2026 wordt doorgezet.

10 april 2025
Monika Beekhuis (links) en Katarzyna Dojka helpen dakloze arbeidsmigranten in Utrecht. Foto: Sake Rijpkema
Monika Beekhuis (links) en Katarzyna Dojka helpen dakloze arbeidsmigranten in UtrechtFoto: Sake Rijpkema

Zes grote gemeenten nemen deel aan een pilot die dakloze arbeidsmigranten ondersteunt bij hun terugkeer naar werk of naar hun land van herkomst. Binnenlands Bestuur sprak drie deelnemende gemeenten: Utrecht, Venlo en Eindhoven.

Beleidsadviseur medior

JS Consultancy
Beleidsadviseur medior

Bestuurssecretaris S11

JS Consultancy
Bestuurssecretaris S11

Mastertitels

Aan de Lijsterstraat in Utrecht zit een lokale vestiging van Stichting Barka, een organisatie die zich bekommert over de groeiende groep dakloze arbeidsmigranten uit Oost-Europa. De Pools-Nederlandse Katarzyna Dojka en Monika Beekhuis werken hier al geruime tijd. Dojka als coördinator, Beekhuis als kantoormedewerker en sociaal werker. Beide zijn ervaringsdeskundigen. Net als de doelgroep die ze ondersteunen, kwamen ook zij ooit als arbeidsmigranten uit Polen naar Nederland op zoek naar een beter bestaan. En ondanks hun mastertitels verrichtten ook zij destijds laagbetaald werk.

Geen raad

Barka is een van oorsprong Poolse stichting. De vestiging in Utrecht werd geopend in 2012. Destijds wist de gemeente Utrecht geen raad met de vele, voornamelijk Poolse, dakloze arbeidsmigranten die geen Nederlands spraken, legt Dojka uit: ‘Bij Barka werken ervaringsdeskundigen die Pools spreken en sociaal werkers die bekend zijn met de Nederlandse overheid. Zodoende kunnen zij deze groep mensen – vaak zonder zorgverzekering of sociale rechten – helpen bij het vinden van een nieuwe baan of woning.’

Repatriëring

In 2024 werden 136 mensen geholpen bij het vinden van werk in Nederland, België of Duitsland. Maar soms biedt hulp ter plaatse geen oplossing, of ontbreekt het perspectief op een goed bestaan in Nederland. Denk aan verslaafden. ‘Zij hebben zorg nodig, en die werkt het beste in de moedertaal van de migrant’, zegt Dojka. In zulke gevallen zet Barka in op remigratie: terugkeer naar het land van herkomst. Vorig jaar hielp Utrecht 97 mensen bij hun repatriëring. Dat betekent overigens niet dat Barka simpelweg een enkele reis naar Warschau boekt en de migranten vervolgens op de trein zet. ‘We zorgen voor een warme overdracht’, verzekert Dojka. Dankzij hun contacten in Polen regelt de stichting bijvoorbeeld een plek in een kliniek. Daarnaast heeft Barka connecties met instanties in onder meer Bulgarije, waar de laatste jaren steeds meer arbeidsmigranten vandaan komen. Uiteraard gebeurt remigratie alleen als de migrant in kwestie zelf ook inziet dat dit de beste oplossing is.

Schamen

Wat volgens Dojka en Beekhuis enorm helpt, is dat dakloze arbeidsmigranten zich sneller thuis voelen bij mensen die dezelfde taal spreken. Dojka: ‘Taal schept vertrouwen. Veel dakloze arbeidsmigranten schamen zich. Omdat het hen niet is gelukt om in Nederland geld te verdienen, voelen ze zich gefaald.’ Beekhuis vult aan: ‘Als ze in contact komen met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt, voelen ze zich meer begrepen.’ De ervaringsdeskundigen trokken namelijk ook ooit naar Nederland, maar verloren hun baan, raakten dakloos en/of verslaafd. Juist door hun ervaringen hebben zij de overtuigingskracht om anderen te motiveren hulp te zoeken, zegt Beekhuis: ‘Vaak ontkennen ze dat ze hulp nodig hebben, uit een soort trots. Ervaringsdeskundigen kunnen dan het verschil maken.’

Incidenten

De locatie in Utrecht ontvangt dagelijks zo’n dertig bezoekers. Drie keer per week is er een inloopspreekuur, waar mensen zonder afspraak terechtkunnen. Tijdens het gesprek op een dinsdagochtend in maart staan om tien voor half elf de eerste mannen al voor de deur. Hoewel het spreekuur pas om elf uur begint, laten Dojka en Beekhuis hen alvast binnen. ‘Het is erg koud buiten’, zegt Dojka. Mensen komen hier om even op te warmen, hun verhaal te doen of achter de computer op zoek te gaan naar vacatures. Af en toe zijn er incidenten. Een paar jaar geleden sloeg iemand een ruit in. Buiten was het ijskoud en een verwarde, dakloze man wilde binnen slapen. ‘Wat betreft overlast is er goed contact met de buurtbewoners’, stelt Dojka. ‘Het scheelt dat hier veel studenten wonen. Net als onze doelgroep hebben zij een wat ander ritme.’

Overtreden

Het aantal daklozen neemt echter wel toe, ziet Beekhuis. Vooral het groeiend aantal dakloze vrouwen vindt ze ‘heel zorgelijk’. De oplossing? ‘Meer goed werkgeverschap, vooral bij uitzendbureaus.’ Barka houdt bij welke werkgevers en uitzendbureaus wet- regelgeving overtreden. ‘Maar als je geen dak boven je hoofd hebt, ben je niet bezig met je gelijk halen. Dan moet je eerst je basis weer op orde krijgen.’

Slechte contracten

Niettemin is de pilot voor Utrecht een succes, zegt Marja Manders, beleidsadviseur bij de gemeente Utrecht. Maar dat neemt niet weg dat Utrecht geld tekortkomt, zegt ze. ‘Het rijk financiert een deel, maar bijna alle gemeenten leggen zelf geld bij, ook Utrecht.’ Manders spreekt daarom liever niet van een ‘succes’. ‘Het is gewoon noodzakelijk. Aan de voorkant wordt nog onvoldoende gedaan, waardoor mensen vastzitten in slechte contracten. Vaak zijn die gekoppeld aan huisvesting. Ontslag op staande voet betekent dan meteen op straat staan. Of werkgevers die liegen dat ze een zorgverzekering hebben geregeld voor de arbeidsmigrant, om vervolgens wel de premie in te houden op het salaris.’

Onzeker

Momenteel doen alleen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Venlo mee aan de pilot. Maar dakloze arbeidsmigranten zitten natuurlijk overal in Nederland. Manders ziet dan ook dat veel mensen uit de regio naar Utrecht trekken, onder meer uit Almere, Amersfoort, Arnhem en Den Bosch. ‘Omdat die steden geen pilotgemeenten zijn, kunnen zij niet bij Barka aankloppen voor hulp.’ Utrecht pleit daarom voor een landelijke opschaling van de pilot, met structurele financiering vanuit het rijk. Nu zijn de middelen incidenteel. Het is onzeker of de financiering in 2026 wordt doorgezet.

In de knel

Meer naar het zuiden, in Venlo. Die gemeente kampt al geruime tijd met overlast van arbeidsmigranten die zijn uitgevallen. ‘Om het even in perspectief te plaatsen: in deze regio wonen 280.000 mensen, van wie 53.000 arbeidsmigranten’, zegt wethouder Jacques Smeets (EENLokaal). ‘Bij 99,8 procent van de gevallen gaat dat goed, maar een klein percentage raakt in de knel. Bijvoorbeeld omdat een uitzendbureau het niet zo nauw neemt met de regels.’ Al enkele jaren is Barka ook actief in Venlo. In december werden de deuren van de tijdelijke opvanglocatie bij de Beerendonck geopend. Het voormalige verzorgingstehuis biedt plaats aan tien tot vijftien mensen, verdeeld over twee zalen: één voor mannen en één voor vrouwen.

Successen

Sinds de opening heeft Barka zichtbare successen geboekt. Tussen half december en 1 maart meldden 44 mensen zich aan. Van hen worden er 8 nog steeds begeleid binnen de pilot. Van de overige 36 hebben 22 een nieuwe baan gevonden en zijn 6 teruggekeerd naar hun land van herkomst. In totaal is dus meer dan 80 procent geholpen.

Zero tolerance

En die overige 20 procent? Eén persoon verblijft in de maatschappelijke opvang; bij de andere zeven is het traject beëindigd. ‘Sommigen houden zich niet aan de huisregels’, verklaart Jessey van Gaal, beleidsmedewerker maatschappelijke ondersteuning en zorg bij de gemeente Venlo. Ondanks het zerotolerancebeleid in de opvang gebruiken zij toch drugs of drinken overmatig veel alcohol. Daardoor zijn ze weer op straat beland.

Zonder pardon

Toch is volgens Van Gaal de aanpak effectief: ‘In slechts tweeënhalve maand hebben we tientallen mensen van de straat gehaald.’ Maar er moet ook meer aan de voorkant gebeuren, benadrukt Smeets. Werkgevers hebben ook een verantwoordelijkheid. Venlo voert daarom gesprekken met lokale bedrijven, MKB-Limburg en de land- en tuinbouwsector. De gemeente wil dat de branches zich actief inzetten op goed werkgeverschap, dat ze hun Oost-Europese werknemers fatsoenlijk behandelen. Smeets: ‘Veel werkgevers doen het goed, maar er zijn ontzettend veel uitzendbureaus die arbeiders ronselen en ze zonder pardon op straat zetten. Zo blijft het natuurlijk dweilen met de kraan open.’

Knuppels  

En Venlo is zich ook wel bewust van haar ligging, vertelt Maarten Benthem, programmamanager bij de gemeente Venlo. Slechts een paar kilometer verderop ligt de grens met Duitsland. In de regio is veel makkelijk en laagbetaald werk voorhanden. Helmond kent bijvoorbeeld een grote vleesindustrie. ‘We dachten aanvankelijk dat het gros van de arbeidsmigranten uit Polen kwam, maar via Duitsland trekken ook veel Litouwers, Letten en zelfs staatlozen deze kant op’, zegt Benthem. ‘En als ze in Keulen met knuppels de straat op gaan, komt een deel van de daklozen onze kant op. Het is eigenlijk veel meer een Europees vraagstuk.’

Rails

Voor alle daklozen geldt: hoe langer ze op straat leven, hoe moeilijker het wordt om hun leven weer op de rails te krijgen. Smeets: ‘Twee weken op straat slapen en de problemen verergeren aanzienlijk.’ Daarom werkt de pilot volgens Van Gaal zo goed: ‘Barka haalt mensen op tijd van de straat.’

Gesloopt

Ook Venlo heeft echter meer financiering nodig. Smeets: ‘We leggen zelf als gemeente ook veel bij, zowel in ambtelijke inzet als in middelen. Zo’n rijksbijdrage van 300.000 euro gaat er snel doorheen.’ Wat de wethouder betreft moet de pilot structureel worden, met vaste financiering. Volgend jaar wordt het gebouw dat de opvang huist gesloopt. Venlo is op zoek naar een nieuwe bestemming. Smeets ziet kansen: ‘We kunnen de geleerde lessen over bijvoorbeeld indeling van ruimtes meenemen bij de keuze voor een nieuwe locatie. Maar het is wel handig als er meer duidelijkheid komt over de financiering vanuit het rijk. Anders is het lastig inschatten hoe we de nieuwe locatie gaan vormgeven.’ Daarbij is de problematiek rond dakloze arbeidsmigranten structureel. Barka zal ook in de toekomst nodig blijven. Smeets: ‘Een structureel probleem vraagt om een structurele aanpak.’

Booming

Op naar Eindhoven, waar Barka ook een vestiging heeft. Wethouder Samir Toub (GroenLinks) deelt de cijfers: in 2024 hebben 280 mensen een traject gevolgd. Van hen heeft inmiddels 60 procent een nieuwe baan en huisvesting in Nederland gevonden, is 25 procent teruggekeerd naar het land van herkomst en is 15 procent uitgevallen. Dat relatief veel mensen weer in Nederland aan het werk zijn, komt volgens Toub door de werkgelegenheid in de Metropoolregio Eindhoven: ‘Het is een booming regio. We zitten zeker niet verlegen om banen.’

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 7

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie