De Jonge in overleg over ‘hulpstructuren’
Minister De Jonge van BZK wil met belangenverenigingen van bestuurders in overleg over mogelijke onduidelijkheid over de vergaderstructuren.
Minister Hugo de Jonge van BZK wil in beeld krijgen in hoeverre het voor gemeenten duidelijk is dat ‘hulpstructuren’, zoals informele bijeenkomsten, niet in de plaats kunnen komen van de vergaderorde die de Gemeentewet regelt. Hij wil daarover in overleg met belangenverenigingen van bestuurders.
Circulaire dit jaar klaar
Dat schrijft de demissionaire minister in antwoord op vervolgvragen van Kamerleden Joost Sneller (D66) en Laura Bromet (GroenLinks). Op hun eerdere vragen, naar aanleiding van berichtgeving van De Stentor dat gemeenten massaal de achterkamertjes in zouden duiken, had de minister al laten weten dat het ministerie werkt aan een circulaire over het commissiestelsel. Die circulaire verwacht De Jonge nog dit jaar gereed te hebben.
Geen besluitvorming
Zolang de raad zich houdt aan het voorgeschreven regime van de Gemeentewet is het houden van besloten informele bijeenkomsten toegestaan, schrijft De Jonge. Het gaat dan om bijeenkomsten waar geen besluitvorming wordt voorbereid, zoals heisessies met de hele raad of bijeenkomsten waarbij leden van een fractie technische vragen kunnen stellen aan ambtenaren. Het college dient dit te bewaken en de gemeenteraad en raadscommissie dienen erop toe te zien.
Het vragen van een voorlichting bij de Raad van State overweeg ik niet
Onderzoek 'zeer lastig'
Een kwalitatief onderzoek om in kaart te brengen welke typen en hoeveel bijeenkomsten en vergaderingen er per jaar in de afgelopen vijftien jaar zijn georganiseerd voor gemeenteraadsleden overweegt de minister op dit moment niet. Dat zou ‘zeer lastig’ zijn. Sneller en Bromet opperden een dergelijk onderzoek met daarin ook de vraag in hoeverre deze bijeenkomsten openbaar waren om zo ‘een eventuele trend' te ontwaren.
Inventariseren onduidelijkheid
De beloofde circulaire is een instrument om ‘de praktijk’ te helpen bij het toepassen van nieuwe of bestaande wet- en regelgeving. In dit geval gaat het om uitleg en toepassing van het wettelijk kader in de Gemeente- en Provinciewet voor de verschillende typen commissies, onder meer over de openbaarheid, aldus De Jonge. Vervolgens gaat zijn ministerie in gesprek met in ieder geval de VNG en de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, om te inventariseren in hoeverre het bestaande wettelijk kader voldoende duidelijkheid biedt. ‘Het vragen van een voorlichting bij de Raad van State overweeg ik niet.’
Besluitvorming zonder voldoende draagvlak van de bevolking is funest voor de democratische verhoudingen in een Gemeente.
Informele bijeenkomsten van Gemeenteraden -zonder dat geheimhouding is vereist- zijn uit den boze. Dat gaat ten koste van de noodzakelijke openbaarheid van dossiers. Uiteraard kan zéér incidenteel worden gekozen voor een andere aanpak (dus indien nodig met geheimhouding) als het gaat over de verhoudingen tussen personen, het functioneren van de Gemeenteraad zelf, bijzondere transacties in onroerend goed e.d.
Veelal kunnen Gemeenten worden volstaan met het instellen van drie raadscommissies, bijvoorbeeld voor:
-Organiseren, met onderwerpen als: financiën, openbare orde, samenwerking tussen gemeenten, gemeentelijke organisatie en communicatie.
-Wonen en Werken, met onderwerpen als: ruimtelijke ontwikkeling, economische ontwikkeling, verkeer en vervoer, duurzaamheid en leefomgeving.
-Leven, met onderwerpen als: integratie, participatie, jeugd en onderwijs, sociale zaken, maatschappelijke ontwikkeling en maatschappelijke ondersteuning.
-Leven, met onderwerpen als: integratie, participatie, jeugd en onderwijs, sociale zaken, maatschappelijke ontwikkeling en maatschappelijke ondersteuning.
-Wonen en Werken, met onderwerpen als: ruimtelijke ontwikkeling, economische ontwikkeling, verkeer en vervoer, duurzaamheid en leefomgeving.