Trends PS-verkiezingen in kaart gebracht
De BoerBurgerBeweging haalt de meeste stemmen.
De Provinciale Statenverkiezingen van 2023 zijn uitgemond in een overwinning voor de BoerBurgerBeweging. De partij haalde de meeste stemmen in alle twaalf provincies. Ook in de Eerste Kamer gaat de BBB, met 17 voorlopige zetels, de grootste fractie vormen. De samengestelde fractie van PvdA en GroenLinks volgt daarna met 15.
Trends: onbehagen op het platteland; grote steden gaan voor natuur en milieu
Deze en andere trends kwamen al duidelijk naar voren in de slotpeiling die I&O Research uitvoerde in opdracht van Algemeen Dagblad. Hoewel we toen stelden dat ons onderzoek ‘niet als een exacte voorspelling’ moet worden gelezen en voor zowel de provinciale peilingen als de Eerste Kamerpeiling een marge van twee zetels in acht moest worden genomen, zeiden we ook dat de machtsverhoudingen er wel uit afgelezen mochten worden en maakten we een aantal electorale trends zichtbaar.
Het AD en de aangesloten regionale kranten schreven op 11 maart: ‘Het stikstofdebat – en alles wat ermee samenhangt – drijft kiezers en splijt het electorale landschap. Kiezers gaan voor BBB uit wantrouwen tegen andere partijen en omdat voorvrouw Caroline van der Plas ‘de taal van de gewone man’ spreekt: ‘Deze partij weet echt wat er bij de boeren en op het platteland leeft,’ geeft een respondent aan. Een ander laat weten: ‘De helft van onze geachte Kamerleden heeft een koe alleen nog maar op een plaatje gezien.’
NRC schreef op 15 maart op basis van ons onderzoek: ‘Kiezers noemen het stikstofbeleid vaak een belangrijk argument om op BBB te stemmen, maar de partij appelleert aan een breder gevoel van onbehagen, ziet I&O-onderzoeker Asher van der Schelde. „Stikstof staat symbool voor iets groters, het gevoel bij mensen op het platteland dat anderen vertellen hoe zij moeten leven.”
Het Parool noteerde op dezelfde dag: ‘Veelzeggend is de verdeling naar stad en platteland. I&O-onderzoeker Peter Kanne: “Hoe stedelijker het gebied, hoe meer stemmen partijen als GroenLinks, PvdA, PvdD en D66 halen en hoe minder er gaan naar BBB. In de grote steden is het electoraat over het algemeen jonger, hoog opgeleid en progressief, op het platteland ouder, lager en middelbaar opgeleid en nog wantrouwender ten opzichte van de politiek. Het zijn heel andere mensen. In de stad hebben de bewoners weinig voeling met de boeren. Die vinden dat het maar eens afgelopen moet zijn met pappen en nathouden en dat de boeren hard aangepakt moeten worden.”’
Ook zetelpeilingen accuraat
De dataverzameling van deze peiling werd ruim een week voor de verkiezingen (7 maart) afgesloten. Toen zagen we al dat PvdA/GroenLinks en BBB aan kop gingen in de Eerste Kamer en dat VVD achterbleef. De BBB groeide in de laatste week nog iets verder door dan wij – en andere peilers – hadden voorzien. PVV en JA21 haalden juist iets lagere scores. Het ligt voor de hand dat dat veroorzaakt is door kiezersbewegingen in de laatste week: het werd duidelijk dat de BBB (erg) goed ging scoren, misschien wel de grootste in provincie en Eerste Kamer ging worden, en kiezers van aanpalende partijen wilden dat mede mogelijk maken. Een beweging die Peter Kanne overigens al zei te verwachten op verkiezingsdag, in de ochtend, bij BNR Nieuwsradio. In een nameting zullen we onderzoeken of deze bewegingen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
Ook de verliezen van CDA en FvD hadden we voorzien, al heeft CDA de schade enigszins beperkt weten te houden. Hiervoor zijn twee mogelijke verklaringen die wij ook al aanstipten in de slotpeiling: 1) een groot deel van het CDA-electoraat uit 2021 wist verleden week nog niet waar ze op wilden stemmen, waarschijnlijk is een deel toch weer uitgekomen op het oude nest en 2) traditionele CDA-kiezers komen doorgaans trouwer opdagen voor verkiezingen dan andere kiezersgroepen.
Onderstaande tabel is gebaseerd op de meest recente (28 maart) prognoses voor de zetelverdeling van de Eerste Kamer. Statenleden zullen de Eerste Kamerleden kiezen op 30 mei 2023.
Provinciepeilingen
Naast de Eerste Kamerpeiling brachten we voor iedere provincie een aparte peiling uit. Daar zien we grofweg hetzelfde als we een vergelijking maken met de uitslag. De gemiddelde afwijking per provincie is ongeveer 14 zetels. Oftewel, gemiddeld iets minder dan een zetel per deelnemende partij.
Noord
In de noordelijke provincies werden de trends goed ingeschat van tevoren: BBB werd duidelijk de grootste, PvdA vaak the best of the rest en CDA en FvD verloren flink ten opzichte van 2019.
Oost
Ook in de oostelijke provincies zien we dat BBB in de laatste week extra kiezers naar zich toe heeft weten te trekken. Dit lijkt ook hier ten koste zijn gegaan van PVV en JA21. De overige partijen werden over het algemeen goed ingeschat, al zijn enkele accentverschillen zichtbaar.
Zuid
Het lijkt erop dat in de zuidelijke provincies de kiezers in de laatste week het sterkst op drift zijn geraakt. BBB scoort nog beter dan gepeild terwijl PVV terrein inlevert. Het verlies van CDA in Limburg en Zeeland is uiteindelijk minder dramatisch dan de christendemocraten vreesden. De overige trends waren goed zichtbaar.
West
In het westen van het land zien we een vergelijkbaar beeld: de BBB is doorgegroeid in de laatste week ten koste van PVV en JA21. De overige uitslagen verschillen nauwelijks van de peiling.
We vertellen u graag nog veel meer over I&O Research. Neem contact op:
Peter Kanne
Senior onderzoeksadviseur
020-308 48 05
06-319 43 707
p.kanne@ioresearch.nl
Asher van der Schelde
Onderzoeker
020-308 48 26
a.van.der.schelde@ioresearch.nl
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.