Publieksmonitor: Ingrijpen bij seksueel grensoverschrijdend gedrag lastig
Met name door onzekerheid over interpretatie van de situatie.
Een ruime meerderheid (84%) van de Nederlanders vindt dat iedereen in de samenleving een rol heeft in de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Twee op de drie zijn van mening dat dit gedrag harder moet worden aangepakt. Nederlanders zien dan ook het belang van ingrijpen door omstanders. Tegelijk vinden zij het moeilijk om zelf in te grijpen. Met name door onzekerheid over de interpretatie van de situatie én wanneer het om gedrag bij onbekenden gaat. Dit blijkt uit een publieksmonitor die Ipsos I&O Publiek uitvoerde voor de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Nationaal Actieprogramma
Op 13 januari 2023 is het Nationaal Actieprogramma ‘Aanpak Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag en Seksueel Geweld’ gelanceerd. Dit actieprogramma wordt gecoördineerd door het ministerie van OCW en het ministerie van SZW. Ipsos I&O Publiek voert in opdracht van deze ministeries periodiek een publieksmonitor uit. In deze monitors wordt onderzocht wat het sentiment rond deze thematiek is onder Nederlanders van 18 jaar en ouder. In de laatste meting, uitgevoerd in juli 2024, is onder andere onderzocht hoe belangrijk de context is bij (vermeend) seksueel grensoverschrijdend gedrag en welke factoren bepalen hoe mensen over seksueel grensoverschrijdend gedrag denken.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag moet harder worden aangepakt, maar context is belangrijk
Net als in vorige metingen vinden ongeveer twee op de drie Nederlanders dat seksueel grensoverschrijdend gedrag moet worden aangepakt. Nederlanders zijn het er verder over eens dat de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag een taak is van iedereen in de samenleving. Ruim acht op de tien (84%) vinden dit.
Voor velen speelt de context een grote rol bij het beoordelen van het gedrag. Gemiddeld genomen vindt meer dan de helft de context (heel) belangrijk om te bepalen of een situatie grensoverschrijdend is. Opvallend is dat men weinig onderscheid maakt tussen verschillende vormen van grensoverschrijdend gedrag. Zo vindt 49 procent dat de context belangrijk is bij het verspreiden van seksueel getinte foto’s zonder toestemming en vindt 58 procent dit belangrijk bij zoenen terwijl men niet weet of de ander dit wil. Context is dus voor ongeveer de helft van de Nederlanders van belang, ongeacht het gedrag dat plaatsvindt. De context is het minst vaak belangrijk bij het nafluiten en naroepen op straat (39%).
Niet kennen van slachtoffer of dader zit ingrijpen in de weg
De contextafhankelijkheid van een situatie zorgt er ook voor dat velen het ingewikkeld vinden om in te grijpen, als zij zo’n situatie zien. Een op de drie geeft aan het makkelijk te vinden om in te grijpen. De rest heeft hier dus meer moeite mee. Uit toelichtingen blijkt dat veel mensen niet ingrijpen omdat ze onzeker zijn of zij de situatie wel goed interpreteren.
Mensen geven daarbij de volgende redenen, gerangschikt van vaak genoemd naar weinig genoemd:
- Onzekerheid of de situatie goed geïnterpreteerd wordt, met name als diegene het (vermeende) slachtoffer en de (vermeende) dader niet kent.
- Twijfel of het slachtoffer wel hulp wil en niet willen overkomen als pottenkijker of bemoeial;
- Angst voor agressie van de dader of angst om zelf slachtoffer te worden;
- Niet de confrontatie aan durven gaan, verstijven of bevriezen door schrik;
- Niet durven ingrijpen wanneer er een machtsverhouding is (bijv. met een leidinggevende) of de groepsdynamiek het grensoverschrijdend gedrag toelaat;
- Het gevoel hebben alleen te staan en geen rugdekking te krijgen.
Meer dan de helft maakt zich zorgen om omgangsvormen
In een eerdere meting, uitgevoerd in februari 2023, is gekeken welke percepties er te onderscheiden zijn ten aanzien van seksueel grensoverschrijdend gedrag. In de huidige meting is hier verder op verdiept. Daaruit komen grofweg zes groepen mensen naar voren, met elk hun eigen meningen, aan de hand van een analyse van antwoorden op stellingen en toelichtingen die zij gaven in open antwoorden. Uit deze analyse blijkt dat er veel nuances bestaan, en dat mensen zelden enkel ‘voor’ of ‘tegen’ het aanpakken van seksueel grensoverschrijdend gedrag is. Zorgen over de impact van de huidige discussie op onze omgangsvormen kunnen samengaan met het besef dat seksueel grensoverschrijdend gedrag een probleem is dat moet worden aangepakt.
De eerste drie groepen, bestaande uit iets meer dan de helft van de Nederlanders, kenmerken zich door een grotere focus op de impact van de maatschappelijke discussie op de onderlinge omgangsvormen in Nederland. Hoewel de meesten het probleem van seksueel grensoverschrijdend inzien en erkennen, zijn zij bezorgd over hoe wij in de toekomst met elkaar omgaan. Zij vinden de omgang te krampachtig (geworden), zijn onzeker over ‘wat nog kan’ en vermoeden dat er ook misbruik wordt gemaakt met beschuldigingen. Hoewel deze Nederlanders seksueel grensoverschrijdend gedrag (ook) afkeuren, hebben zij zorgen over het onjuist beschuldigen van (vermeende) daders en zoeken zij de oorzaak van de huidige discussie vooral bij een vermeend gebrek aan opvoeding en/of normen en waarden. ‘Normaal doen’ komt veelvuldig terug in de toelichtingen en wanneer we dat doen wordt seksueel grensoverschrijdend gedrag ook aangepakt, lijkt (gegeneraliseerd) de heersende gedachte.
De laatste drie groepen, bestaande uit iets minder dan de helft van de Nederlanders, zetten het probleem van seksueel grensoverschrijdend gedrag centraler. Men benadrukt het belang van collectieve aandacht voor het onderwerp. Dit kan een maatschappelijke discussie starten en zo een cultuurverandering teweegbrengen. Er is verder geen consensus over de aanpak van grensoverschrijdend gedrag. Een van de drie groepen legt de verantwoordelijkheid meer bij personen met autoriteit. Uit toelichtingen van deze groep blijkt dat niet alleen zware straffen en regels het probleem moeten aanpakken, maar dat ook een mentaliteitsverandering nodig is en dat seks en verleidingen te veel worden verheerlijkt in de media en maatschappij. De andere twee groepen leggen meer de nadruk op de verantwoordelijkheid van de hele samenleving. Zij vinden dat slachtoffers te weinig gehoord worden.
Media kunnen helpen bij cultuuromslag, maar Nederlanders zien ook ‘sensatielust’
Onder alle groepen zien we verder voorbij komen dat de media een belangrijke rol spelen in het aankaarten van het thema, maar dat ‘sensatiebeluste’ media volgens velen ook een gevaar vormen. Een op de drie vindt dat er te veel media-aandacht voor het thema is, 45 procent vindt het niet te veel en ook niet te weinig, 13 procent zegt dat er juist te weinig aandacht is.
De mensen die vinden dat er te veel media-aandacht is denken deels dat het probleem hierdoor wordt opgeblazen en mensen zonder een eerlijk proces aan schandpaal worden genageld. Ook denken anderen dat breed uitgemeten incidenten met bekende personen afleiden van de werkelijke problematiek. Tegelijkertijd zorgt media-aandacht volgens anderen ook voor bewustwording en het doorbreken van het taboe. Daarmee kan de media helpen een cultuuromslag te bewerkstelligen.
Verantwoording
Voor dit onderzoek is er een vragenlijst uitgezet in het I&O Research Panel onder Nederlanders van 18 jaar en ouder. Zij konden via een persoonlijke e-mailuitnodiging de vragenlijst online invullen. Voor dit onderzoek zijn 6.000 Nederlanders van 18 jaar en ouder aangeschreven. In totaal vulden 2.380 Nederlanders de vragenlijst in. De vragenlijst kon ingevuld worden van 5 juli tot en met 7 juli 2024.
Op de uitkomsten van het onderzoek is een weging toegepast, waarbij is gewogen op geslacht, leeftijd, opleiding, regio en stemgedrag bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. De resultaten zijn – voor wat betreft deze achtergrondkenmerken – representatief voor de Nederlandse bevolking (van 18 jaar en ouder).
Download hier het volledige rapport.
Meer weten?
Neem voor meer informatie contact op met:
- Judith van Werkhooven, Onderzoeker
- Leon Heuzels, Onderzoeksadviseur
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.