Nederlander slaapwandelt zich de achterstand in

Is men in staat wezenlijke dreigingen het hoofd te bieden?

17 december 2024
Nederlanders
Beeld: Ipsos Publiek

We leven in een van de meest welvarende landen ter wereld en behoren tot de gelukkigste volkeren ter wereld. Over zijn eigen kleine kring is de Nederlander dan ook optimistisch, over het land en de wereld is hij echter veel pessimistischer. En daarom trekt de Nederlander zich meer terug in zijn eigen leefwereld. De Nederlander is – vergeleken met anderen volkeren – zeer individualistisch en hedonistisch, en weinig ambitieus en weerbaar. Make Europe Great Again, adviseerde Mario Draghi in september. Maar het is de vraag of Nederland in staat is de wezenlijke dreigingen die op ons afkomen het hoofd te bieden. Dit betoogt Ipsos I&O-onderzoeker Peter Kanne. Hij schreef dit opiniestuk op basis van het Ipsos Global Trendonderzoek en meerdere andere (wetenschappelijke) bronnen.

In de Amerikaanse HBO-serie Succession vliegt de volledige ‘board’ van het fictieve mediaconglomeraat Waystar Royco naar Scandinavië voor een megadeal met de Zweedse techmagnaat Lukas Matsson, een soort Elon Musk. Hoewel de managers van Waystar Royco elkaar doorgaans overtroeven in grootspraak en meedogenloosheid, doen ze het in hun broek voor Matsson en zijn team. Iemand constateert: ‘uitsluitend jonge, briljante en ambitieuze professionals’. Waarop een peptalk van CEO Gerri Kellman volgt: “Oké jongens luister. Tuurlijk ze zijn jong en fit. Maar het zijn Europeánen. Ze zijn soft. Met hun sociale zekerheid, verlofregelingen en gratis zorg. Ze mogen denken dat ze Vikingen zijn, maar wij zijn grootgebracht door wolven. Ze weten niet wat ze te wachten staat.” (Succession, Serie 4 2023– Aflevering 5).
Sinds we weten dat Donald Trump de volgende president van de VS zal zijn, met de belofte van een protectionistische tarievenoorlog en een terugtrekkende beweging uit de NAVO, telt Europa zijn knopen.

De parallel met Succession is fascinerend. De Amerikanen – zo is de impliciete boodschap – gaan over lijken, niets zullen ze nalaten om de VS op 1 te zetten en great again te maken. De Europeanen zijn zwakkelingen.

Het mantra ‘Europa moet nu echt op eigen benen staan!’ wordt dan ook in vele variaties van stal gehaald. Maar nu écht! Mario Draghi, voormalig premier van Italië en voorzitter van de Europese Centrale Bank, had het kort voor de verkiezingen al gezegd: Europa moet economisch uit het slop worden getrokken om de slag met de VS en China niet te verliezen. Het concurrentievermogen van Europa loopt gevaar, zo constateert Draghi. Zijn rapport[1] laat zien dat de EU sinds begin deze eeuw economisch is ingehaald door China en dat het gat met Amerika (dat economisch al decennia sterker is dan de EU) nog groter is geworden. Een van de belangrijkste oorzaken: Amerikanen zijn productiever gaan werken, terwijl Europa de ‘tech-boot’ heeft gemist. De EU is onvoldoende innovatief. Om in de toekomst concurrerend te blijven, moeten lidstaten en de EU stevig investeren in fundamenteel onderzoek, innovatie en onderwijs.

Remmende voorsprong

Europa moet dus sterker worden. Economisch, militair. Maar gaat dat lukken met de Europeanen? Of, als we het dichter bij huis houden: zijn Nederlanders hiertoe bereid en in staat?
Het valt te betwijfelen. De post-babyboom-generatie heeft nauwelijks iets meegemaakt: geen oorlog, geen echte armoede (misschien op een procent of tien na), geen grote natuurrampen. Er is weinig weerbaarheid opgebouwd. De babyboomers hebben dit land na de oorlog opgebouwd, hun kinderen en kleinkinderen profiteerden van de economische groei, de arbeidersklasse heeft zich sociaaleconomisch kunnen emanciperen. Voor een belangrijk deel onder de bescherming van de VS, zoals Caroline de Gruijter onlangs schreef in NRC:

‘De VS hebben decennialang, sinds Korea, Europa’s verdediging en veiligheid ter hand genomen. Onder de Amerikaanse geopolitieke paraplu, in relatieve luwte, konden de Europeanen hun economieën opbouwen, verzorgingsstaten vestigen (waarin goed voor arbeiders werd gezorgd, zodat het communisme weinig voet aan de grond kreeg) en na twee verwoestende wereldoorlogen betere mensen worden’.[2] Tachtig jaar later hebben we alleen nog maar iets te verliezen. De wet van de remmende voorsprong werkt in Europa, en met name in Nederland, op volle toeren.

Nederlander heeft het (te) goed

Veel cijfers – harde economische en demografische cijfers en uitkomsten uit onderzoek naar attituden – impliceren dat Nederlanders niet zijn voorbereid op wat gaat komen. Ze hebben niet de instelling om zich in te zetten voor het collectief. Nederlanders zijn in vergelijking met de rest van de wereld bovenmatig individualistisch en hedonistisch ingesteld. Ze zijn weinig ambitieus. Een prettig leven, met niet te veel arbeidsuren en een goede balans tussen werk en privé vinden ze belangrijker dan een goede carrière.

Dit blijkt uit het wereldwijde Global Trends rapport van Ipsos, een onderzoek onder 50.000 respondenten in 50 landen, afgenomen in het eerste kwart van 2024. Het wordt ondersteund door andere, objectieve cijfers. Nederland behoort tot de meest welvarende landen van de wereld, met een hoog inkomen per hoofd van de bevolking, nauwelijks armoede (slechts 3 procent van de Nederlanders is echt arm [3]), relatief goed onderwijs, toegankelijke zorg en een relatief veilige leefomgeving [4].

Acht op tien Nederlanders antwoorden bevestigend op de vraag of ze gelukkig zijn, waarmee ze de nummer 2 van Europa zijn.[5]

Vandaag genieten

We staan in de wereldtop als het gaat om onze neiging tot individualisme en ons ‘carpe diem’-gevoel. Maar liefst 76 procent onderschrijft de gedachte dat het ‘het belangrijkste is om vandaag van het leven te genieten, morgen zorgt wel voor zichzelf’. In vergelijking met de rest van de wereld blijkt het Nederlandse volk het minst ambitieus.[6] Ruim 80 procent van de inwoners van opkomende landen als India, Pakistan, Nigeria en Zambia is ervan overtuigd dat het verwerven van een prominente arbeidspositie iets nastrevenswaardigs is, in China is dat 63 procent. Maar in Europese landen als Zweden, Duitsland en Denemarken geldt dat voor een kwart tot een derde. Nederland sluit de rij: slechts 16 procent streeft dit na, 80 procent niet. [7]

Nederlanders werken dan ook zo’n beetje het minst van de wereld (gemiddeld 31 uur per week [8]), iets dat voor een belangrijk deel verklaard wordt door het grote aandeel parttime-werkenden. In Europa werkte in 2022 17 procent van de werkzame personen in deeltijd. In Nederland was dat 38 procent: 61 procent van de vrouwen en 17 procent van de mannen.

Pessimistisch over de wereld, tevreden met onszelf

Van oost tot west, noord tot zuid, worstelen burgers met snelle, ongrijpbare veranderingen: technische ontwikkelingen, geopolitieke conflicten, klimaatverandering en immigratie. Zo laat het Ipsos Global Trends rapport zien. De meeste burgers zijn pessimistisch over hoe het gaat met de wereld, maar behoorlijk positief over hun eigen leven. De onzekerheden en angsten resulteren wereldwijd in een sterke focus op het innerlijke. Jongeren blijken veel meer dan ouderen geneigd te geloven dat het verwerven van (luxe) goederen hen gelukkiger en succesvoller maakt. [9]

Voor Nederlanders geldt dit in nog sterkere mate. Ze zijn bovengemiddeld optimistisch over zichzelf, hun familie en hun eigen stad of dorp. Maar bovengemiddeld pessimistisch over de nabije toekomst van hun land en de wereld. Dit pessimisme is de afgelopen vijf jaar fors toegenomen.[10] En dus trekken Nederlanders zich nog meer dan gemiddeld terug in hun eigen, kleine gelukkige leefwereld.

Toenemend individualisme en hedonisme

Wetenschappelijk onderzoek (Beugelsdijk en Welzel, 2018) toonde al eerder aan dat Nederlanders op de collectivisme-individualisme-dimensie zeer sterk neigen naar individualisme. In 2012 was de Nederlander wereldwijd het meest individualistisch ingesteld, slechts overtroffen door Zweden, Noorwegen
en IJsland.[11] Op de plicht & plezier-dimensie (hedonisme) scoorde Nederland in 2012 meer hedonistisch dan plichtsgetrouw. Sjoerd Beugelsdijk – hoogleraar Economie en Bedrijfskunde aan de RUG en één van de auteurs – kan nog geen update van de studie geven, maar geeft telefonisch aan de indruk te hebben dat de trend van individualisme en korte-termijn-genot zich doorzet, met name onder jongeren. Een sterker ‘ik heb hier recht op’ gevoel. Een zorgelijke ontwikkeling, aldus Beugelsdijk: ‘Je kunt wel van collectief naar individueel, andersom is veel moeilijker’.

Voor Nederland is er wel recent wetenschappelijk onderzoek dat deze trend bevestigt. Ingmar Leijen, Hester van Herk en Anat Bardi onderzochten voor vier generaties hoe de waardenoriëntatie zich ontwikkelde in twaalf jaar (2008-2020). Ze concluderen dat de jongst onderzochte generatie, de millennials (geboren: 1980-1992) veel hedonistischer zijn ingesteld dan ouderen. Hedonisme (plezier, een comfortabel leven) is de belangrijkste waarde voor de jongste generatie. Beduidend lager scoren ze op ‘welwillendheid’, ‘prestatie’ en ‘universalisme’.

Eerder onderzoek suggereerde dat de hedonistische instelling afneemt naarmate jongeren ouder worden. Maar dit bleek hier niet het geval: geen van de generaties werd in de periode van 12 jaar minder hedonistisch. Hedonisme is dus over de generaties belangrijker geworden. Als verklaring daarvoor wijzen de wetenschappers op de toegenomen welvaart en aandacht voor de opvoeding van kinderen. Het belang dat gehecht wordt aan hedonisme wordt volgens hen bepaald in de vroege volwassenheid en verandert daarna niet meer.[12] Veel Nederlanders – met name jongeren – lijken welvaart te zien als een gegeven. Vrede hoeft niet bevochten te worden, een (goed) inkomen is een recht.

Jongeren: ‘het nieuws vindt mij’

Gezien de focus op plezier en prikkels onder jongeren is het niet verwonderlijk dat ze ook in hun mediaconsumptie het onaangename uit de weg gaan. Waar ouderen veel meer zelf op zoek gaan naar (objectieve) nieuwsmedia, laten jongeren het nieuws tot zich komen, veelal via sociale media.[13] Onderzoek van het Commissariaat voor de Media laat zien dat jongeren minder interesse hebben in conventionele nieuwsitems zoals politiek en economisch nieuws in vergelijking tot de oudere generatie. De opstelling van veel jongeren: ‘het nieuws vindt mij’. Het Commissariaat concludeert: ‘Als jongeren niet voldoende worden bereikt door de journalistiek, en als journalistieke merken geen voeling houden met hun (toekomstige) gebruikers, dan komt een belangrijke voorwaarde voor onze democratie – een pluriform medialandschap – onder druk te staan.[14] En – in lijn met Beugelsdijk – dit is blijvend: mediaroutines die jongeren nu ontwikkelen, bepalen hun mediagedrag in de toekomst.

We zien afnemende marktaandelen van de publieke zenders, groei voor de commerciële zenders. Een publieke omroep die het bijna volledig moet hebben van amusementsprogramma’s.[15] We zien het aan de groei van streamingsdiensten als Netflix en Videoland.[16] Het continue gebruik van mobiele telefoons, airpods en koptelefoons (het liefst met noise cancelling) op straat. En we zien het in het stemgedrag van Nederlandse kiezers, waarover hierna meer.

Geen geloof in internationale samenwerking

De Nederlander trekt zich terug achter de dijken, zie bijvoorbeeld het beperkte geloof in internationale samenwerking en globalisering. Zo beschouwt slechts een minderheid van de Nederlanders globalisering als iets goeds voor zichzelf én hun land. [17] Terwijl het Nederlandse BBP voor een derde wordt verdiend met export. [18] In landen als China, Indonesië en India wordt globalisering door ruime meerderheden als iets goeds gezien.

Onze luxe, individualistische levensstijl hebben we te danken aan de toegenomen welvaart die handelsland Nederland met zijn open economie heeft opgebouwd. Dat we in vrede leven hebben we te danken aan de internationale organisaties als NAVO, EU en VN. We zien er echter vooral de lasten van, niet de lusten. Nederlanders willen niet uit de NAVO of EU, maar onderhouden er liefdeloze relaties mee: verstandshuwelijken. [19]

Oplossingen zonder pijn

Maar dit alles gebeurt wel democratisch. Het kabinet Schoof wordt door media en experts bekritiseerd om haar naar binnen gekeerde politiek. Beleid dat niet bijdraagt aan de ontwikkeling van Nederland op de langere termijn, aan het bevorderen van de welvaart die het welzijn van het grootste deel van de Nederlanders mogelijk maakt. In grote lijnen is het echter wat een meerderheid van de kiezers wil.

Bij de verkiezingen van 2023 koos de Nederlandse kiezer voor de rechts-conservatieve regering die we nu hebben. Kiezers van PVV, VVD, NSC en BBB lieten zich in de eerste plaats leiden door immigratie en asiel, daarna: woningmarkt, gezondheidszorg, veiligheid, armoedebestrijding. Alleen de VVD-kiezer noemde ook de economie. Het klimaat, onderwijs of de oorlogen in Oekraïne en Gaza speelden voor de coalitiekiezers geen rol. De verkiezingen werden dus beslist op basis van dichtbij-onderwerpen.   

De huidige regering voldoet volledig aan deze behoeften. Op papier tenminste. Voor de grote problemen van deze tijd – de klimaatcrisis, de verpieterende natuur, het woningtekort, de oorlogsdreiging, de achterblijvende economische groei, de zorgelijke fysieke en mentale gezondheid van grote bevolkingsdelen – zijn ingrijpende en meestal pijnlijke ingrepen nodig. Maar de coalitiepartijen willen hun achterbannen geen pijn doen. Het kabinet Schoof zegt de meeste aanbevelingen van Draghi te omarmen, in het regeerakkoord komt het woord innovatie 85 keer voor.[20] Maar hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek moeten één miljard per jaar inleveren, vier miljard in totaal. Draghi constateerde nu juist dat Europa als geheel onvoldoende innovatief is. Het moet niet minder, maar meer.

Ook verder wordt er bezuinigd op dossiers die de burger niet op korte termijn raken: ontwikkelingssamenwerking, preventieve (gezondheids)maatregelen, publieke omroep, rijksambtenaren. Het kabinet zet in op koopkracht en lastenverlichting, om de ‘hardwerkende Nederlander’ maar niet tegen zich in het harnas te jagen.

Ook op het gebied van klimaat en energie wordt gekozen voor zachte heelmeesters en worden de klimaatdoelen van Parijs bijna zeker niet gehaald. Minister Hermans (VVD) verdedigt het terugdraaien van maatregelen met de claim dat ze ‘niet te veel dwang voor consumenten en bedrijven’ wil loslaten. Zelfs werkgeversorganisatie VNO-NCW, de natuurlijke partner van de VVD, riep het kabinet tot de orde: ‘We verwachten in plaats van een remmende overheid een stimulerende.’

Mentaliteitsverandering nodig

Het lijkt gericht aan dovemansoren. Geen van de grotere politieke partijen – niet alleen die in de coalitie – durft de middeninkomens aan te pakken. Terwijl dit wel nodig is. Om Nederlanders voor te bereiden voor de nabije toekomst, is een brede en ingrijpende mentaliteitsverandering nodig. Een instelling die gericht is op het toevoegen van waarde aan de gemeenschap.

Daarover zou het publieke debat moeten gaan, maar dat gaat nu vooral over incidenten. Niet over hoe we ons voorbereiden op wezenlijke dreigingen die op ons afkomen. Nederlanders moeten gaan beseffen dat de vlucht in escapisme – feesten, vakantie vieren, eten, gamen, bingen – alleen kan als de welvaart van ons land wordt gehandhaafd. De verdediging tegen vijandige mogendheden betekent meer dan de defensie-uitgaven verhogen. Er kan zich een situatie aandienen dat Nederlanders de wapens moeten oppakken voor hun land, ook iets waar we – vergeleken met andere landen – het minst toe bereid
zijn. [21]

Er wordt een andere instelling gevraagd en daarvoor is ook ander beleid nodig. Beleid dat is gericht op het stimuleren van weerbaarheid bij jongeren, toegankelijke nieuwsmedia, burgerschapsonderwijs, het versterken van het maatschappelijk middenveld, het verengingsleven, etc. Om de economische strijd met de VS en China niet te verliezen, moet er geïnvesteerd worden. Onze arbeidsproductiviteit moet omhoog, met ‘slimmer werken’ en meer arbeidsparticipatie van vrouwen.

Maar hier komen we in een cirkelredenering: kiezers kiezen niet voor dit beleid. De vraag is nu: welke leiders – politiek en moreel – staan op om het zelfgenoegzame en veeleisende volk en haar woordvoerders tot de orde te roepen?

Ik wil de afloop van Succession niet verklappen, kijk zelf maar. Wat we in ieder geval niet willen is dat er over vijftig jaar in China en de VS gesmuld wordt van de HBO-serie “Europe: Rise and Decline”.

(Een gedeelte) van deze bijdrage is gepubliceerd in de Volkskrant op 11-12-2024.

[1] Bron: Europese Commissie, september 2024
[2] Bron: NRC, 9 november 2024
[3] Bron: CBS, SCP, Nibud, oktober 2024
[4] Bron: CPB, september 2024
[5] Bron: Ipsos Global Trends rapport 2024, September 2024
[6] In overeenstemming met recente scores van Hofstede insights
[7] Bron: Ipsos Global Trends rapport 2024, September 2024.
[8] Bron: OESO 2024
[9] Bron: Ipsos Global Trends rapport 2024, September 2024
[10] In 2019 was 46 procent optimistisch over Nederland, in 2024 is dat 31%; in 2019 was 29 procent van de Nederlanders optimistisch over ‘de wereld in het algemeen’, in 2024 is dat 14 procent.
[11] Beugelsdijk, S., and Welzel, C. (2018) Dimensions and Dynamics of National Culture; synthesizing Hofstede with Inglehart, Journal of Cross-Cultural Psychology 49.10: 1469-1505 
[12] Leijen, I., van Herk, H., & Bardi, A. (2022)Individual and generational value change in an adult population, a 12-year longitudinal panel study. Scientific Reports, 12(1), 17844.
[13] Ipsos I&O i.o.v. Rijksoverheid, DPC (2023), Monitor Ontwikkeling Mediagebruik”.
[14] Ipsos I&O i.o.v. CvdM (2024), ‘Een blik op de toekomst van het nieuws
[15] Bron: Nationaal Media Onderzoek 2024
[16] Bron: NRC 7 juni 2024
[17] Bron: Ipsos Global Trends rapport 2024, September 2024
[18] Bron: CBS 2023
[19] Ipsos I&O, april 2024. De Europese Unie, burgers en lokale bestuurders: een verstandshuwelijk – Ipsos I&O Publiek
[20] Bron: Lubach
[21] Bron: Gallup, 2015. Willingness to Fight  | Download Scientific Diagram (Nederland: 15%, Finland 74%, Rusland 59%

Meer weten?

Neem voor meer informatie contact op met:

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.