bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Stemmen bij Tweede Kamerverkiezingen verliep doorgaans vlot en vlekkeloos

Een op tien ervaart ‘verkiezingsmoeheid’.

02 mei 2024
stemmen verkiezingen

In november 2023 konden Nederlanders stemmen voor de Tweede Kamer. Bijna acht op tien Nederlanders deden dat in een stemlokaal en voor de overgrote meerderheid verliep dat probleemloos. Dit blijkt uit de kiezersevaluatie die Ipsos I&O uitvoerde in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Er waren minder kiezers die te maken kregen met wachttijden dan bij de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen in maart 2023. Van ‘moeheid’ over de frequentie waarmee verkiezingen worden georganiseerd is weinig sprake.

Op 22 november 2023 vonden Tweede Kamerverkiezingen plaats. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) evalueert deze verkiezingen, zoals altijd. De volledige evaluatie is aangeboden aan de Tweede Kamer. Ipsos I&O voerde als onderdeel van deze evaluatie onderzoek uit onder kiesgerechtigde Nederlanders. In 2023 evalueerde Ipsos I&O ook de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen onder kiesgerechtigden.

’s Ochtends minste wachttijd bij stemlokaal

Hoe later kiezers naar het stemlokaal gingen, hoe groter de kans op wachttijd. Van de kiezers die vóór negen uur ’s ochtends gingen stemmen had 82 procent geen wachttijd en slechts 1 procent moest langer dan vijf minuten wachten. Van de kiezers die na zeven uur ’s avonds gingen stemmen hoefde 58 procent niet te wachten en 9 procent moest langer dan vijf minuten wachten.

figuur 1

Minder wachttijd dan bij Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen

De vorige verkiezingen waren voor de Provinciale Staten en waterschappen, in 2023. Toen moesten kiezers vaker en langer wachten bij het stemlokaal dan voor de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023. Een van de redenen voor de wachttijd in maart was dat er destijds in 18 gemeenten sprake was van een storing bij de apparatuur in stemlokalen, waardoor tijdelijk werd overgegaan op handmatig controleren van de stempassen. 

Weinig animo voor stemmen op meer dagen

Er is beperkte animo onder Nederlandse kiesgerechtigden om niet alleen op de woensdag, maar ook op maandag en dinsdag te kunnen stemmen (vervroegd stemmen). De meesten geven aan de mogelijkheid voor vervroegd stemmen – zoals in 2021 mogelijk was – niet gemist te hebben (68%).
Kiesgerechtigden die iemand anders hebben laten stemmen of helemaal niet gestemd hebben, zijn positiever over het invoeren van vervroegd stemmen: ruim vier op tien vinden dat een goed idee.

figuur 2

Een op tien zou gebruikmaken van vervroegd stemmen

De meeste kiesgerechtigden zouden – als die mogelijkheid geboden wordt bij een volgende verkiezing – geen gebruikmaken van vervroegd stemmen, 9 procent zegt dat ‘zeker’ wel te doen (doorgaans een goede indicatie voor daadwerkelijk gedrag).

In onderstaande figuur zijn de uitkomsten weergegeven naar het stemgedrag. Onder kiezers die iemand hebben gemachtigd is de animo voor vervroegd stemmen het grootst: 14 procent zou hier naar eigen zeggen ‘zeker wel’ gebruik van maken.

Van de niet-stemmers zegt 11 procent ‘zeker wel’ vervroegd te gaan stemmen, terwijl 21 procent dat ‘zeker niet’ zou doen. Als alle niet-stemmers die zeggen ‘zeker’ of ‘waarschijnlijk’ wel vervroegd te stemmen dat ook zouden doen, zou de opkomst circa 2 tot 8 procentpunten hoger kunnen uitvallen.

figuur 3 verkiezingen

Een op drie: ‘toegankelijkheid stemlokaal belangrijk voor mij’

Voor ruim een derde van de kiezers is het voor henzelf belangrijk (22%) of zelfs heel belangrijk (14%) dat stemlokalen makkelijk toegankelijk zijn of dat er extra ondersteuning is bij het stemmen. Een deel van hen (13%) controleert vooraf of het stemlokaal toegankelijk is voor mensen met een beperking.

Enkeling had problemen met grootte stembiljet

Veruit de meeste kiezers konden probleemloos hun stem uitbrengen (97%). Kiezers die problemen ervoeren met het uitbrengen van hun stem hadden met name moeite met het (te grote) formaat van het stembiljet en (daardoor) een volle stembus. Er wordt ook gezegd dat het stembiljet zo groot was dat het stemgeheim mogelijk niet gewaarborgd was.[1]

Reden om iemand te machtigen: niet aanwezig zijn en/of geen tijd

In Nederland kunnen kiesgerechtigden bij verkiezingen een andere kiesgerechtigde een volmacht geven om (ook) voor hen te gaan stemmen. De meest genoemde redenen om iemand anders te machtigen zijn afwezigheid op de verkiezingsdag (34%) en gebrek aan tijd (28%). Ook wordt iemand anders gemachtigd uit gemak (13%) of vanwege ziekte (10%).

Redenen om niet te machtigen: vaak niet aan gedacht of wilde überhaupt niet stemmen

Niet-stemmers die geen volmacht hebben gegeven, deden dit het vaakst omdat ze daar niet aan hadden gedacht (20%) of omdat ze nooit (18%) of dit keer niet (14%) wilden stemmen, ‘ook niet met een machtiging’. Sommigen van hen wisten niet dat ze iemand ander konden machtigen (7%), dat geldt vaker voor jongere niet-stemmers (tot 39 jaar: 10%).

Een op tien ervaart ‘verkiezingsmoeheid’

De verkiezingen in november 2023 vonden plaats omdat het kabinet-Rutte IV tussentijds aftrad in juli 2023. Om inzicht te krijgen in eventuele negatieve gevoelens of verminderde interesse naar aanleiding van meer frequente verkiezingen, vroegen we naar ‘verkiezingsmoeheid’.

Een op de tien kiesgerechtigden vertoont tekenen van verkiezingsmoeheid. Elf procent vindt dat er te vaak verkiezingen zijn (53% vindt van niet). Negen procent zegt zich minder voor verkiezingen te interesseren ‘omdat ze zo vaak plaatsvinden’ (voor 70% geldt dit expliciet niet). Niet-stemmers ervaren vaker verkiezingsmoeheid dan kiezers: een groter deel van hen vindt dat er te vaak verkiezingen zijn (19%) en zij interesseren zich er minder voor ‘omdat ze zo vaak gehouden worden’ (25%). De meeste kiesgerechtigden vonden het ‘goed dat er weer Tweede Kamerverkiezingen waren’ (73%). Niet-stemmers vonden dat minder vaak dan gemiddeld (49%).

figuur 4

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats in de weken direct na de verkiezingsdag, van 23 november tot 18 december 2023. Er deden 3.253 kiesgerechtigde Nederlanders mee. Niet-kiesgerechtigde Nederlanders behoorden niet tot de doelgroep. De resultaten van de enquête zijn gewogen op leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en regio. Er is bovendien een correctie uitgevoerd op de opkomst bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2023 (wel/niet gestemd). De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Daarmee zijn de uitkomsten van het onderzoek representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse bevolking, wat betreft deze achtergrondkenmerken.

In gedragsonderzoek geldt doorgaans dat het aandeel dat iets ‘zeker’ wil gaan doen een betere indicator is van daadwerkelijk gedrag dan degenen die het ‘waarschijnlijk wel’ willen doen. Allerlei factoren kunnen er nog voor zorgen dat intentie en daadwerkelijk gedrag uiteenlopen (bijv. het weer, drukte in privéleven of persoonlijke omstandigheden als ziekte).

U kunt hier het volledige rapport downloaden.

[1]NB: bij de verkiezingen voor de Europees Parlementsverkiezingen in juni 2024 doen vijf gemeenten mee aan een experiment met een kleiner stembiljet.

Meer weten?
Neem dan direct contact op met:

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.