‘Ik oefen mezelf in dapperheid’
Ambtenaren moeten verantwoordelijkheid durven nemen, maar dat vergt dappere bestuurders en daarvoor is een cultuurwijziging nodig.
In haar toespraak bij haar herbenoeming sprak de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema over drie opdrachten: de aanpak van ondermijning, het hoeden van onze rechtsstaat en grondrechten en het nakomen van beloften van de gemeente. Voor de derde opdracht zei ze zich ‘met voorrang’ te gaan inzetten: het stadsbestuur moet vaker bondgenoot en minder hindermacht zijn.
Winnen van burgers
Tijdens het interview met Binnenlands Bestuur ging Halsema nader in op de werking van de overheid na de vraag welke rol zij denkt te kunnen spelen bij de verbetering daarvan. ‘Soms kan dat door management by speech, maar soms ook door reorganisatie en verantwoordelijkheid nemen. Ik ben verantwoordelijk voor de juridische afdelingen van de gemeente. Herman Tjeenk Willink heeft eens beschreven hoe de overheid in zijn geheel bedrijfsmatig was geworden en hoe die daarmee zijn burgers als klanten was gaan behandelen en eigenlijk ook als lastpakken. De intrede van het woord ‘cliënt’ is heel veelzeggend geweest. Tjeenk Willink beschrijft heel mooi hoe op de ministeries de juristen het zijn gaan afleggen ten opzichte van de economen. Er werd geoordeeld in termen van efficiëntie en doelmatigheid en niet meer over rechtmatigheid. Dat zie je in alle overheidslagen terug, ook in Amsterdam. Wij zijn heel veel procedures gaan voeren om te winnen van burgers. Dat is natuurlijk een verkeerd uitgangspunt. Je beschouwt je burgers dan als lastige klanten, waarbij je het bedrijfsbelang veilig wilt stellen tegenover je klant, terwijl wij een dienstbare overheid horen te zijn die, vooral kwetsbare, burgers moeten helpen en beschermen. We moeten kijken naar de kwaliteit van de besluitvorming, regelingen en procedures.’
Diepe zakken
Halsema zette het project “Vertrouwen in de overheid” op om de dienstverlening van de gemeente te verbeteren, het vergunningenstelsel te vereenvoudigen en de juridische procedures terug te dringen. ‘We gaan alleen nog bij hoge uitzondering in beroep. Er moet dan een groot maatschappelijk belang in het geding zijn, niet de wil om te winnen.’ Bestuurders en ambtenaren realiseren zich volgens haar nog onvoldoende wat de macht van de overheid is. ‘Wij hebben diepe zakken, terwijl burgers zich vaak in een dwangverhouding ten opzichte van ons bevinden. Dat zou tot een veel grotere mate van bescheidenheid moeten leiden. Dat betekent cultuurverandering, systeemverandering en ook een andere houding van bestuurders tegenover het ambtelijk apparaat.’
Wij zijn heel veel procedures gaan voeren om te winnen van burgers. Dat is natuurlijk een verkeerd uitgangspunt
Eer in je werk
Ze merkt namelijk dat ambtenaren vaak anders willen opereren. ‘Als buren van een café gaan klagen over overlast, dan gaat de gemeente dat juridisch benaderen, terwijl je wilt dat de ambtenaren de straat op gaan en gaan praten. Zet de bewoners en de eigenaar van het café, maar bij elkaar. Zijn er oplossingen te verzinnen? Ambtenaren willen dat wel, want dat geeft hun werk ook meer eer. Dat kan alleen maar als zijn een goed mandaat krijgen van hun bestuurders en die ook bereid zijn voor hen te gaan staan als ambtenaren fouten maken en hen daarmee heel effectief te beschermen. Die verhouding moet zich wijzigen, waardoor ambtenaren niet meer het gevoel hebben dat ze steeds verantwoording moeten afleggen aan hun bestuurders. Er moet een cultuurwijziging plaatsvinden, waarbij zij verantwoordelijkheid durven nemen. Dat durven ze alleen maar als je dappere bestuurders hebt. Ik oefen mezelf daar ook in.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.