Advertentie

‘Het lokaal bestuur is een verademing’

Dilemma’s waarmee je worstelt in het lokaal bestuur zijn van andere orde dan in Den Haag, merkte de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema.

19 december 2024
Femke Halsema - Foto Sake Rijpkema
Femke Halsema, burgemeester van AmsterdamFoto: Sake Rijpkema

Op 8 november stond de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema wereldwijd in de belangstelling vanwege ongeregeldheden rondom de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv. Binnenlands Bestuur sprak haar de dag vóór dat duel en de dag ná de verkiezingswinst van Donald Trump. De aanleiding: haar herbenoeming voor een tweede termijn tot 2030.

Electrical Engineer | System Owner | Yacht Life Sciences|

Yacht
Electrical Engineer | System Owner | Yacht Life Sciences|

Projectmanager

Yacht
Projectmanager

Troostrijke verhalen

Een week eerder was het startschot van een jaar lang festiviteiten rond het 750-jarige bestaan van de stad Amsterdam. Wat is eigenlijk de betekenis daarvan? Halsema is een groot liefhebber van tradities en rituelen, want ‘die zijn bepalend voor de trots die mensen ontlenen aan hun land en stad’. ‘Besef van ­geschiedenis kan mensen helpen bij het creëren van toekomstperspectief voor zichzelf. In tijden waarin je stad het moeilijk heeft, kan het troostrijk zijn als je verhalen hoort van mensen uit vorige eeuwen die grote tegenslagen hebben overwonnen. Dat zegt veel over de veerkracht van je stad. De betekenis van zo’n viering is samenbindend. Het besef een lokale gemeenschap te zijn, is belangrijk. Het is ook een moment waarop je met elkaar kunt spreken over wat het wezen van de stad is.’

Stad van vrijbuiters

Zelf karakteriseert Halsema Amsterdam vooral als ‘stad van vrijbuiters’, al noemt ze in één adem ook de zwarte bladzijden. Denk aan de rol van de stad in de slavernij en de Tweede Wereldoorlog. Een groot aantal Joodse inwoners werd gedeporteerd en vermoord. ‘Het is niet alleen een geschiedenis om trots op te zijn.’ Daarbij vindt ze het feit dat Amsterdam de hoofdstad van het land is interessant. ‘Dat bepaalt ook de haat-liefdeverhouding die veel mensen hebben met Amsterdam. Je mag in het buitenland graag trots zijn op Amsterdam; tegelijk haat je de grachtengordel en het vermeend elitarisme of de zelfgenoegzaamheid van Amsterdammers, soms terecht.’

Actie en reactie

Toch denkt ze dat ­Amsterdam voor veel ­Nederlanders ook een deel van hun identiteit is. ‘Kijk naar het eerste homohuwelijk. Dat is geen Amsterdams cultuurgoed, dat is Nederlands cultuurgoed.’ Tegelijkertijd is dat volgens Halsema juist ook een reden waarom mensen afbuigen naar conservatisme. ‘Dat ze het chaotische, activistische van deze stad, misschien het wokisme dat ze vermoeden in deze stad, verwerpen.’ Amsterdam is een stad van actie en reactie. ‘Dat zag je bij de krakersrellen en het gedoe rondom de kroning. Van demonstraties rond het Lieverdje tot het Palingoproer: Amsterdam is altijd een tumultueuze stad geweest.’

Men veronderstelt in Den Haag dat het lokaal bestuur een uitvoeringsorganisatie is en niet een ­medeoverheid die je gelijkwaardig dient te behandelen

Een stad waar u al zes jaar burgemeester van bent. Dit jaar werd u herbenoemd tot 2030 en dat jaar is…

‘Mag ik daarbij even zeggen: en herkozen. Daarover bestaan vaak misverstanden. Je wordt uiteindelijk benoemd, maar daaraan vooraf gaat dat de ­gemeenteraad je kiest.’

Is dat voor u dan ook het ideaal: een door de raad gekozen burgemeester?

‘Nee, ik ben voor een direct gekozen burgemeester. Ik denk dat het goed is dat de burgemeester een onafhankelijk mandaat heeft, omdat die voorzitter is van de raad en het college. Het is goed dat je buiten de politiek wordt geplaatst. Ik heb er altijd last van gehad, omdat ik al bekend was toen ik aantrad, vanwege mijn politieke carrière. Mensen vermoedden vaak politieke opvattingen bij mij, die er vaak niet waren. Daar heb je als burgemeester hinder van. Je wordt politiek gecategoriseerd, terwijl je het gezag van de stad bent en er voor alle Amsterdammers bent.’

Zitten die opvattingen u weleens in de weg?

‘Ja, en niet omdat ik zelf opvattingen had die mij in de weg zaten. Ik stapte in 2010 uit de politiek, omdat ik mezelf te apolitiek vond. Ik bleek meer gehecht aan de democratische rechtsstaat en procedures dan aan de politieke mening die ik ook moest uitdragen. Ik vond ­mezelf veel te weinig partijpoliticus. Ik verbaasde me er weleens over dat ik door anderen weer aan een partij verbonden werd, waar ik al acht jaar niet meer politiek actief voor was. Ook mengde ik mij niet in het politieke debat. Ik ondervind er hinder van als mij meningen worden toegedicht zonder aan mij te vragen of die wel kloppen.’

Voor uw benoeming was u niet actief in de lokale politiek. Wat is u het meest opgevallen in deze bestuurslaag?

‘Ik vind het lokaal bestuur heerlijk, echt een verademing! Ik schaam me wel eens over de jaren dat ik parlementariër was en te weinig belangstelling voor het ­lokaal bestuur had. Dat is in Den Haag alleen maar erger geworden. Men veronderstelt dat het lokaal bestuur een uitvoeringsorganisatie is en niet een ­medeoverheid die je gelijkwaardig dient te behandelen. Als voorzitter van Metropoolregio Amsterdam, met dertig gemeenten en twee provincies, mag ik nadenken over grote maatschappelijke en economische ontwikkelingen op de lange termijn. Je kunt je dan echt geen gemakzuchtige, ideële, principiële of populistische posities veroorloven, want je loopt naar buiten en staat tussen je mensen. Die worstelen met dagelijks overleven en praktische problemen en daar heb je je ook toe te verhouden. Ik vind dat de Tweede Kamer te weinig weet van hoe het toegaat in Amsterdam Nieuw-West of Zuidoost, of in Hoogeveen of Heerlen-Noord.’

Enkele politieke partijen lijken Amsterdam te zien als het front van een cultuuroorlog. Zo beschouw ik dat niet

Hoe merkt u dat?

‘De dilemma’s waarmee je worstelt in het lokaal bestuur zijn van een andere orde dan de abstracte problemen waarmee je in Den Haag worstelt. Kijk naar het demonstratierecht, het capaciteitsprobleem van de politie: men heeft vaak geen idee. Den Haag zegt heel gemakkelijk bij een demonstratie: dan moet ze maar meer politie inzetten. Maar dan heb ik geen wijkagenten meer. Als je ­bezuinigt op zorg, hebben wij met over straat zwervende mensen te maken. Dat plaatst ons voor onoplosbare problemen. Privatiseer je zorginstellingen, dan hebben wij geen controle meer op de uitvoering. We komen terecht in een warboel van regelingen en organisaties. Het is dan heel moeilijk om als lokaal bestuurder praktische oplossingen te vinden.’

Hoe balanceert u als burgemeester tussen al die belangen op verschillende niveaus?

‘Ik ben vooral een pragmatisch bestuurder. Mijn lange politieke ervaring heeft mij ook strategisch gemaakt. Ik handel niet alleen vanuit morele of principiële overtuigingen. Per situatie beoordeel ik wat het meest wenselijk is. Ik denk dat ik heel resultaatgericht ben. Je moet als bestuurder zelfreflectief zijn en niet bang om te erkennen dat je fouten maakt. Je moet durven bijsturen en wendbaar zijn. Het ingewikkelde van het besturen van Amsterdam is niet alleen de grootte. We liggen onder een vergrootglas. Demonstraties na 7 oktober” waren op veertien plekken in het land, maar de pers concentreert zich op wat hier gebeurt. Daar heb je je toe te verhouden. Je bent permanent een koffietafelonderwerp. Er zijn 18 miljoen bondscoaches en soms 18 miljoen burgemeesters van Amsterdam. Dat vergt wendbaarheid, enige eigenzinnigheid en rechtsstatelijkheid. Dat is eigenlijk mijn enige gids. In een tijd waarin het recht vooral instrumenteel wordt gemaakt aan politieke besluitvorming en de wens om je zin te krijgen, is het voor mij belangrijk dat ik blijf herinneren aan wat de grenzen zijn van macht. Dat geldt ook voor de eigen macht.’

Sommige fractievoorzitters in de Tweede Kamer leggen ook het vergrootglas op ­Amsterdam, zeker als het om zulke demonstraties gaat. Hoe gaat u daarmee om?

‘Daar voel ik mij vrij onafhankelijk in. Ik ben gekozen door de gemeenteraad en dien de burgers van Amsterdam. Ik dien niet het Haags bestuur en ik verantwoord me ook niet naar “Den Haag”. Wel heeft Amsterdam goede verhoudingen nodig. Ik zal zelf geen confrontatie zoeken en niet provoceren. Ik zal me wel verweren als dat nodig is. Ik zoek ook mensen op. Geert Wilders kan mij naar huis willen sturen, maar ik ga gewoon bij Marjolein Faber op bezoek. Ik ben daar pragmatisch in en het is mijn ­verantwoordelijkheid als burgemeester om die relaties goed te houden. Enkele politieke partijen lijken Amsterdam te zien als het front van een cultuuroorlog. Zo beschouw ik dat niet. En die provocatie ga ik ook niet aan.’

Lees het hele interview met Femke Halsema in BB24 (inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie