Gemeenten: buig niet voor geweld
Inspraak en participatie zijn belangrijk, maar het organiseren van draagvlak mag nooit verward worden met het buigen voor intimidatie.
Uden, Elst, Heerenveen, Albergen, Deurne, Achtkarspelen, Haaften en Tuil, Montferland, Sint-Michielsgestel. In diverse Nederlandse gemeenten is de afgelopen tijd de komst van asielzoekerscentra onder druk komen te staan. Protesten die niet zelden gepaard gingen met intimidatie en geweld. En die ertoe leidde dat gemeentebesturen hun plannen te elfder ure aanpasten of introkken.
In brievenrubrieken in dagbladen en op sociale media waren er – naast de gebruikelijke toetsenbordschreeuwers – ook nogal wat deskundigen die meenden dat gemeenten dit zelf over zich hadden afgeroepen. Zij zouden te weinig inzetten op draagvlak onder de bevolking en daarmee niet democratisch handelen. Een opvatting waarmee de bijl wordt gezet aan de fundamenten van de lokale democratie. Het is een hardnekkig misverstand dat het ontbreken van zogenoemd ‘draagvlak’ onder luidruchtige groepen automatisch betekent dat gemeentebesturen niet democratisch handelen. In werkelijkheid ligt de kern van onze lokale democratie in de gekozen gemeenteraad. Die raad vertegenwoordigt alle inwoners van een gemeente, inclusief degenen die niet op straat staan te schreeuwen of te rellen. Wanneer raadsleden besluiten nemen over huisvesting van asielzoekers, doen zij dat op basis van debatten, afwegingen en een mandaat dat zij via verkiezingen hebben verkregen.
Het is een hardnekkig misverstand dat het ontbreken van ‘draagvlak’ onder luidruchtige groepen automatisch betekent dat gemeentebesturen niet democratisch handelen
Dat betekent niet dat inspraak en participatie onbelangrijk zijn. Maar het organiseren van draagvlak mag nooit verward worden met het buigen voor intimidatie. Wanneer bestuurders uit angst voor geweld of druk van extremen besluiten herzien, ondermijnen zij de positie van de gemeenteraad — en daarmee van de lokale democratie zelf.
Nog zorgwekkender is het wanneer landelijke politici zich aansluiten bij relschoppers en hun optreden legitimeren. Daarmee stellen zij zich in feite tegenover de gekozen volksvertegenwoordiging in de gemeenten. Zij presenteren zich als verdedigers van ‘de gewone Nederlander’, maar keren zich tegen het democratisch proces dat juist bedoeld is om die Nederlander te vertegenwoordigen. Door geweld of dreiging daarvan politiek gewicht te geven, ontstaat een gevaarlijk precedent: dat wie het hardst schreeuwt of slaat, het beleid bepaalt.
Nederland is een rechtsstaat waarin het parlementaire en gemeentelijke stelsel bedoeld zijn om ook moeilijke besluiten te kunnen nemen — met draagvlak waar mogelijk, maar met lef waar nodig. Het is aan bestuurders en politici om pal te staan voor de democratische orde, juist wanneer die onder druk staat. Capituleren voor intimidatie is geen luisterend bestuur, maar minachting van het fundament van onze samenleving.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.