Advertentie
sociaal / Nieuws

Meer open jeugdzorg, maar hoe?

De afbouw van de gesloten jeugdzorg stokt.

24 december 2024
ANP Jeugdzorg illustratie
ANP/Hollandse/Hoogte Robin Utrecht

Hoewel het kabinet mikt op nul gesloten plaatsingen in 2030, neemt sinds vorig jaar het aantal plaatsen in gesloten jeugdzorginstellingen nauwelijks af. ‘Perverse prikkels’ in de financiering bemoeilijken de zaak, maar er is bovenal een cultuuromslag nodig.

Manager Economie & Cultuur

Gemeente Maastricht
Manager Economie & Cultuur

Directeur Operatie en Beheer

Bestman - Bestuur & Management in opdracht van Waterschap Limburg
Directeur Operatie en Beheer

ZIKOS

Wie nog geloofde in de wenselijkheid van de gesloten jeugdzorg, werd in maart hevig wakker geschud. Ervaringsdeskundige Jason Bhugwandass kwam toen met een spraakmakend onderzoek over speciale crisisafdelingen binnen de gesloten jeugdzorg. Het rapport onthulde ‘schrijnende misstanden’ en ‘ernstige tekortkomingen’ op de zogeheten ZIKOS-afdelingen (Zeer Intensieve Kortdurende Observatie en Stabilisatie). Deze afdelingen waren bedoeld voor jongeren met een combinatie van zware psychische problemen en complexe gedragsproblematiek. Zij ervoeren vaak een extreem isolement, zo bleek uit Bhugwandass’ rapport. Gemiddeld brachten de kinderen meer dan twintig uur per dag alleen door op de afdeling. Er was volgens het onderzoek sprake van ‘een extreem repressief klimaat’ met meldingen van ‘psychisch, fysiek en seksueel geweld’. Jongeren zouden worden ‘gekleineerd, vernederd, uitgescholden of gemanipuleerd door groepsleiders’.

Naar aanleiding van het rapport stelde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een opnamestop in. De ZIKOS-afdelingen kwamen onder verscherpt toezicht van de inspectie. Het rapport maakte diepe indruk en bevestigde opnieuw de noodzaak om de gesloten jeugdzorg af te bouwen.

Daling

Het startpunt van die transformatie wordt vaak gelegd in 2022. In juli dat jaar maakte VWS-staatssecretaris Maarten van Ooijen (ChristenUnie) namelijk bekend te streven naar nul gesloten plaatsingen in 2030. Maar de afbouw gaat verder terug, zegt Eva Mulder. Ze is bijzonder hoogleraar Intensieve Pedagogische Ondersteuning van Gezinnen aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Al in 2018 zette het ministerie van Volksgezondheid in op minder gesloten plaatsingen’, legt Mulder uit. Het aantal jongeren in de gesloten jeugdzorg daalde van 2.135 in 2018 naar 1.584 in 2021.

Unaniem

In dat jaar verscheen de documentaire Jason, over de 22-jarige Bhugwandass die worstelde met trauma’s. Trauma’s die hij deels heeft opgedaan in de gesloten jeugdzorg. ‘Die documentaire sloeg in als een bom en gaf een impuls aan de versnelde afbouw van de gesloten jeugdzorg’, zegt hoogleraar Mulder. De Tweede Kamer wilde unaniem dat de regering plannen maakte om te stoppen met de gesloten jeugdzorg. In juli 2022 werd voor het eerst het streefjaar 2030 genoemd.

De afbouw zette zich door. Ook bij Elker, een jeugdzorginstelling in Groningen. In 2018 had de aanbieder 60 bedden voor gesloten geplaatste jongeren. Nu staat de teller op 24. ‘Binnenkort zullen dat er twintig zijn’, verzekert bestuurder Ina Huesken.

Uithuisplaatsing

Dat gaat de goede kant op, zou je zeggen. Maar sinds 2023 is het aantal plaatsen in gesloten jeugdzorginstellingen nauwelijks afgenomen. Volgens hoogleraar Mulder wordt vaak gezegd dat de afbouw wordt bemoeilijkt doordat er onvoldoende alternatieven zijn. Ze ziet echter meer heil in preventie: voorkomen dat problemen uit de hand lopen en dat kinderen überhaupt uit huis worden geplaatst. Wie toch niet thuis kan opgroeien, moet wat haar betreft passende zorg en onderwijs krijgen. ‘En dan dus niet in een gesloten instelling’, benadrukt ze.

Reflex

Dat laatste onderkent Bhugwandass. Hij zet vraagtekens bij de gedachtegang dat het simpelweg gaat om ‘te ingewikkelde’ jongeren: ‘Tussen 2014 en 2017 steeg het aantal kinderen in de gesloten jeugdzorg met 12 procent. Dat komt niet omdat het aantal jongeren met complexe problemen toeneemt, maar door de wijze waarop de jeugdzorg is ingericht. Uit een soort reflex wordt klaarblijkelijk snel gekozen voor een gesloten plaatsing.’

Lege bedden

Volgens Bhugwandass is het stelsel momenteel zo georganiseerd dat gesloten jeugdzorginstellingen er belang bij hebben om de capaciteit op peil te houden. Aanbieders worden vaak betaald per gevuld bed. ‘Dat is een perverse prikkel, want op die manier heeft een gesloten instelling er financieel baat bij om kinderen op te sluiten.’ Het zou volgens hem beter zijn als aanbieders voor de capaciteit betaald worden, dus ook als de bedden leeg zijn.

Onderbezetting

Die financiering verklaart deels waarom de afbouw leidt tot financiële problemen bij instellingen. Als de instroom sneller daalt dan de capaciteit, ontstaat er onderbezetting. In februari waarschuwde de Jeugdautoriteit dat alle gesloten jeugdhulpaanbieders kampen met continuïteitsproblemen.

Zwarte cijfers

Elker in Groningen kan erover meepraten. In 2020 had de instelling een tekort van 3,5 miljoen euro op de begroting. ‘Op dit moment gaat het beter’, zegt Huesken. Terwijl bijna alle instellingen onder supervisie van de Jeugdautoriteit staan, schrijft Elker als één van de weinige nog zwarte cijfers. ‘We spelen net quitte, maar om personeel om te scholen en te investeren in de organisatie heb je een marge van minimaal drie procent nodig. Dat is onmogelijk met het geld dat nu binnenkomt.’

Ravijnjaar

Dat de afbouw leidt tot lagere jeugdzorgkosten is volgens de bestuurder een misvatting: ‘Hekken en sloten zijn het goedkoopst, maar we willen natuurlijk bescherming en begeleiding gericht op de relatie met jongeren. Dat is echter wel arbeidsintensiever en duurder.’ Ook als de gesloten jeugdzorg helemaal is afgebouwd, verwacht Huesken dat er nog een forse kapitaalinjectie nodig is voor alternatieve jeugdhulp. ‘Met het oog op het ravijnjaar en de beperkte budgetten bij gemeenten, zal dat nog een hele uitdaging worden.’ Elker werkt bij de af- en ombouw samen met de organisatie die gesloten jeugdzorg inkoopt voor de provincies Groningen en Drenthe. Wat voor Huesken helpt, is dat zij wél betaald krijgt voor lege bedden.

Incidenten

Daarbij ziet de bestuurder dat de maatschappij nog niet helemaal klaar is voor de omschakeling van gesloten naar open. Zo stuitte Elker bij het realiseren van een kleinschalige woonvoorziening op weerstand van procederende omwonenden. ‘Zij vrezen dat de komst van deze jongeren zal leiden tot incidenten’, licht Huesken toe. Ze ontkent niet dat die inderdaad kunnen plaatsvinden. ‘Maar dat is wel een risico dat je samen neemt als je deze jongeren in een open omgeving wilt laten participeren.’

Hofleverancier

Dat neemt niet weg dat het in sommige regio’s bijzonder goed gaat, signaleert Leon Meijer. De oud wethouder uit Ede werd een jaar geleden aangesteld als bestuurlijk aanjager voor deze transformatie. Meijer zit met gemeenten, de sector, hulpverleners en ervaringsdeskundigen om tafel. Met een team van deskundigen voert hij landelijk regie. Al rondreizend is hij echter wel geschrokken van de grote verschillen tussen regio’s en gemeenten. ‘De kans om als jongere gesloten geplaatst te worden is op sommige plekken aanzienlijk hoger’, constateert Meijer. ‘Twente is bijvoorbeeld een hofleverancier van gesloten plaatsingen, maar ook Rotterdam, Heerlen en Maastricht springen in het oog.’ In de provincies Noord-Holland en Utrecht worden juist veel minder jongeren gesloten geplaatst, terwijl gemeenten in andere delen van het land nog moeten beginnen met de afbouw. In die regio’s zijn doorgaans nog geen afspraken gemaakt, ziet Meijer.

Restricties

Wat volgens de bestuurlijk aanjager enorm helpt, is als wethouders en bestuurders van instellingen samen een visie opstellen: ‘Als je niet samen vastlegt dat er in gemeente X geen jongeren meer gesloten geplaatst worden, is er altijd wel weer een excuus om de oude weg te blijven bewandelen.’ Mulder vult aan: ‘Zo’n visie zorgt er ook voor dat als er incidenten plaatsvinden, je gezamenlijk de verantwoordelijkheid neemt. Want bij jongeren met complexe problemen kan het soms echt goed misgaan. Uit een reflex worden er dan restricties opgeworpen, maar daar willen we juist van af.’

Duurdere hulp

Ook voldoende middelen blijft, zoals altijd, een belangrijk punt. ‘In de alternatieve, kleinschalige voorzieningen werken meer medewerkers met minder jongeren’, zegt Mulder. ‘Hoewel deze zorg ervoor zal zorgen dat er op termijn geld wordt bespaard, moeten gemeenten eerst investeren in deze duurdere hulp.’ Huesken prijst zichzelf gelukkig met de SPUK-middelen die Elker kreeg om de transformatie te realiseren: ‘Zonder deze eenmalige uitkering voor de frictiekosten zou het ons niet lukken om de gesloten jeugdzorg af te bouwen.’ Wat natuurlijk blijft, zijn de structurele kosten. ‘Niet alleen voor het opzetten van bijvoorbeeld kleinschalige woonvoorzieningen, maar ook voor het regelen van goed onderwijs op de locaties.’

Boemerang

Maar wat volgens Eva Mulder en Jason Bhugwandass vooral belangrijk is, is een cultuurverandering. Mulder: ‘De transformatie van gesloten naar open vraagt ook om een andere manier van denken. Hoe gaan we om met suïcidale of zeer agressieve jongeren? De standaardreactie was opsluiten. Weliswaar dam je daarmee risico’s in, maar we weten al heel lang dat zo’n maatregel kinderen schaadt. De problematiek verergert en komt later als een boemerang terug in je gezicht. Het eigen maken van die nieuwe manier van handelen kost tijd. Dat proces is zeker niet vóór 2030 afgerond.’

‘Kleinschalige gevangenissen’

Hoewel er veel wordt gesproken over gebouwen, benadrukt Bhugwandass dat de afbouw geen vastgoedtransitie is. Hij vreest namelijk dat het regime van de gesloten jeugdzorg zich verplaatst naar de open instellingen: ‘Als in kleinschalige woonvoorzieningen op dezelfde manier wordt gehandeld als in de gesloten jeugdzorg, heb je gewoon kleinschalige gevangenissen.’

Toch een nieuwe locatie

Terwijl de gesloten jeugdzorg in 2030 verdwenen moet zijn, worden in Friesland juist nieuwe plekken opgetuigd. Na de sluiting van de omstreden instelling Woodbrookers, waar kinderen onder meer met pijnprikkels in het gareel werden gehouden, kunnen kinderen sinds 1 oktober toch weer worden opgesloten. Volgens VWS-staatssecretaris Vincent Karremans (VVD) is de nieuwe locatie nodig omdat er in de provincie nog behoefte is aan jeugdhulp waarbij vrijheidsbeperkende maatregelen mogelijk zijn. De bewindspersoon speekt van ‘een tussenstap’. Het contract met de aanbieder – Jeugdhulp Friesland – loopt tot 2026. Lector residentiële jeugdzorg Peer van der Helm is kritisch: ‘In de praktijk duurt het minimaal een jaar voordat je ook een kleine gesloten instelling op orde hebt. In de tussentijd gebeurt er van alles wat het daglicht niet kan verdragen.’ Op 11 december maakte de Leeuwarder Courant bekend dat de net geopende instelling vanwege een ‘ernstig incident’ al een opnamestop heeft ingevoerd.

Vrijheidsbeperking

De in januari ingetreden Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp stelt scherpe eisen aan de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen, met als doel om vrijheidsbeperking in de gesloten jeugdhulp zoveel mogelijk te voorkomen. Tegelijkertijd wil VWS-staatssecretaris Vincent Karremans (VVD) de Jeugdwet wijzigen om vrijheidsbeperkende maatregelen in de open jeugdhulp mogelijk te maken. Momenteel mag dat nog niet, maar het gebeurt al wel. Voor Bhugwandass is het simpel: ‘Als de cultuur binnen de instelling kindvriendelijk is, heb je per definitie geen gesloten jeugdzorg.’ En dat kan alleen worden beëindigd als de transformatie wettelijk wordt verankerd, meent hij: ‘De afbouw is nog te vrijblijvend. Daarom zijn de verschillen tussen gemeenten en regio’s zo groot. Veranderingen komen van bovenaf, en daarvoor heb je sterk leiderschap nodig.’ Wat dat betreft is de ervaringsdeskundige blij dat Meijer is aangesteld.

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 24

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
Open jeugdzorg kan niet meer zijn dan een streven naar......Voor de specifieke jeugdzorg zullen er altijd (gedeeltelijk) gesloten inrichtingen blijven.
Advertentie