Voorrang voor statushouders niet discriminerend
Er was geen sprake van discriminatie bij de Utrechtse aanpak van huisvesting van statushouders.
Utrecht maakte weliswaar 'indirect onderscheid op grond van ras' bij het toewijzen van sociale huurwoningen, maar in dit geval was dat onderscheid toegestaan. Dat concludeert het College voor de Rechten van de Mens, dat door de gemeente Utrecht was gevraagd om een oordeel te vellen over de zogenaamde 'versnellingsactie' die Utrecht inzette om statushouders sneller aan een woning te helpen.
Achterstand
Utrecht gaf afgelopen zomer vier weken lang bijna alle vrijkomende sociale huurwoningen aan statushouders. Daarmee wilde de gemeente haar achterstand wat betreft huisvesting van statushouders inlopen. Ook wilde Utrecht een steentje bijdragen aan het ontlasten van het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel, dat op dat moment overvol was. Door meer statushouders te huisvesten, komt er immers meer doorstroom in de asielzoekerscentra.
Discriminerend
De aanpak was succesvol: de achterstanden werden inderdaad ingelopen. Vanuit de bevolking kwamen er echter klachten. Sommige inwoners vonden de aanpak discriminerend tegenover niet-statushouders die langer op een woning moesten wachten. Dat was reden voor de gemeente om het College voor de Rechten van de Mens te vragen om de methode te toetsen aan de wetgeving rondom gelijke behandeling.
Toegestaan
Volgens het College is het handelen van de gemeente Utrecht toelaatbaar. Met de zogenaamde versnellingsactie maakte de gemeente weliswaar indirect onderscheid op grond van ras – de groep die voorrang kreeg is immers overwegend van niet-Nederlandse afkomst – maar dat onderscheid is geoorloofd. Onderscheid maken is toegestaan wanneer het een legitiem doel dient en de maatregelen passend en noodzakelijk zijn, legt het College uit.
Legitiem
Gelet op de crisis in de asielketen vindt het College het doel van de gemeente Utrecht legitiem. Ook was het middel passend: de aanpak slaagde erin om in korte tijd veel statushouders te huisvesten en werd zodra het doel was bereikt weer beëindigd. De aanpak was bovendien noodzakelijk, stelt het College, omdat er geen alternatieven waren.
Belangen
De gemeente heeft rekening gehouden met de belangen van andere woningzoekenden, merkt het College op. Mensen in een noodsituatie konden tijdens de versnellingsactie alsnog aanspraak maken op een woning. Bovendien realiseert de gemeente Utrecht, als onderdeel van de actie, de komende jaren ook meer flexwoningen, waardoor het woningaanbod voor alle woningzoekende wordt vergroot.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.