‘PxQ’ verliest langzaam terrein in Wmo en jeugdhulp
Sinds de decentralisaties kiezen gemeenten meestal voor inspanningsgerichte bekostiging bij alle zorgvormen.
Ook in 2024 gebruikten de meeste gemeenten inspanningsgerichte bekostiging voor Wmo-ondersteuning en jeugdhulp. Toch verliest ‘PxQ’, waarbij gemeenten betalen op basis van wat er echt is geleverd, langzaam terrein. Dat komt vooral door de groei van taakgerichte bekostiging. Deze manier van financieren is de laatste jaren bezig met een opmars.
Geleverde inzet
Sinds de decentralisaties kiezen gemeenten meestal voor inspanningsgerichte bekostiging bij alle zorgvormen. De gemeente betaalt dan voor ondersteuning op basis van wat er echt is geleverd, zoals een uur begeleiding of een dag verblijf in een instelling of gezinshuis. Deze variant wordt ook wel ‘P maal Q’ genoemd. De ‘P’ staat voor de prijs en de ‘Q’ voor de geleverde inzet.
Vast budget
Ook in 2024 gebruikten de meeste gemeenten deze aanpak voor Wmo-ondersteuning en jeugdhulp. Wel verliest ‘PxQ’ de laatste jaren langzaamaan terrein, voornamelijk door de groei van taakgerichte bekostiging. Bij deze aanpak krijgen zorgaanbieders een vast budget om specifieke taken uit te voeren voor een bepaalde groep mensen. Er wordt niet afgerekend op het aantal uren dat hulpverleners werken.
‘Schoon en leefbaar huis’
Bij de Wmo valt op dat inspanningsgerichte financiering sinds 2020 ongeveer gelijk blijft, terwijl outputgerichte financiering recent begint terug te lopen. ‘Hier is een effect zichtbaar van de juridische onmogelijkheid om Wmo-ondersteuning resultaatgericht te beschikken’, stellen Danny Pasman en Niels Uenk, onderzoekers bij het Public Procurement Research Centre (PPRC). Bij de outputgerichte aanpak gaat het namelijk om het behalen van het gewenste resultaat (de output). De gemeente betaalt bijvoorbeeld voor een ‘schoon en leefbaar huis’ en niet voor het aantal uren huishoudelijke hulp om dat te bereiken.
Verdwijnen
Al in 2018 oordeelde de hoogste bestuursrechter dat beschikkingen alleen op resultaat niet zijn toegestaan. Hoewel de outputgerichte bekostiging daarmee geen meerwaarde meer heeft, bleven gemeenten nog lange tijd vasthouden, in afwachting op aanpassing van de wet. Nu deze wijziging van de baan is, verwachten Pasman en Uenk dat outputgerichte financiering voor de meeste vormen van ondersteuning geleidelijk zal verdwijnen.
Achterlopen
Sinds 2015 ziet PPRC dat trends in de inkoop van jeugdhulp vaak een paar jaar achterlopen op die in de Wmo. Dat is nu weer het geval. Terwijl outputfinanciering bij de Wmo afneemt, wordt deze manier van bekostigen bij jeugdhulp juist vaker gebruikt. Dit gaat ten koste van inspanningsgerichte financiering.
Hervormingsagenda Jeugd
De laatste jaren wint taakgerichte financiering langzaam maar zeker terrein in zowel de Wmo als jeugdhulp. Het aandeel gaat in beide sectoren gelijk op. Er is bij gemeenten en het ministerie van VWS veel aandacht voor deze manier van financiering. Zo staat in de Hervormingsagenda Jeugd dat er onderzoek wordt gedaan naar de voordelen van deze bekostigingsvorm, omdat deze ‘naar huidig inzicht leidt tot laagste administratieve lasten’ en meer mogelijkheden biedt voor ‘een lange-termijnpartnerschap tussen gemeenten en aanbieders’. Hoewel er inmiddels ook kritiek is op deze veronderstellingen, is het volgens Pasman en Uenk geen verrassing dat taakgerichte financiering populairder is geworden in de jeugdhulp.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.