Nieuwe wet moet jongeren met afstand arbeidsmarkt helpen
Het voorstel bevat verplichtingen voor gemeenten en scholen om regionaal samen te werken. Maar dat is nog niet overal vanzelfsprekend.
Een nieuwe wet moet ervoor zorgen dat jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt de juiste begeleiding en ondersteuning krijgen. Gemeenten krijgen meer preventieve taken. Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) helpt het voorstel jongeren gelijke kansen te bieden. Maar er is ook kritiek. Maatregelen voor de aanpak van jongeren met multiproblematiek ontbreken. De Raad van State vreest dat deze groep ‘uit beeld’ raakt.
Het wetsvoorstel Van school naar duurzaam werk moet ervoor zorgen dat gemeenten meer gaan samenwerken met mbo-instellingen en doorstroompunten. Dit zijn plekken voor jongeren (tussen 18 en 23 jaar) zonder startkwalificatie. Een doorstroompunt helpt deze vroegtijdige schoolverlaters bij het vinden van een opleiding, werk of een combinatie van werk en leren. Scholen en gemeenten werken hier samen om schooluitval en jeugdwerkloosheid te voorkomen. Met de komst van de wet gaat de leeftijdsgrens naar 27 jaar.
Bijstand
Daarnaast krijgen gemeenten er in de Participatiewet meer preventieve taken bij, vertelt Maya Ramdin. De sociologe en bestuurskundige is consultant sociaal domein bij adviesbureau Berenschot. Jongeren onder de 27 jaar konden in principe geen bijstandsuitkering krijgen als ze een door het rijk gefinancierde opleiding kunnen volgen. ‘Als dit wetsvoorstel er komt, mogen gemeenten veel meer jongeren ondersteunen’, zegt Ramdin. ‘Ook de jongeren voor wie het volgen van een opleiding door persoonlijke omstandigheden niet reëel is. Bijvoorbeeld vanwege schulden of mentale problemen.’ Gemeenten kunnen met scholen jongeren helpen bij het vinden van een stageplek of een geschikte baan. Mbo-instellingen, die ook ná afstuderen loopbaanbegeleiding moeten gaan bieden, kunnen gemeenten verzoeken daarbij te helpen.
Papiertje
Volgens Ramdin is de wet nodig omdat afgestudeerden meer hulp nodig hebben bij de overstap van opleiding naar werk. ‘Het aantal jongeren met mentale gezondheidsproblemen neemt toe en we zien meer jongeren met financiële problemen. Voor scholen is het daarom lastiger om hen te begeleiden naar werk’, zegt ze. Het voorstel speelt eveneens in op de gevolgen van het personeelstekort. Ramdin: ‘Het is voor jongeren financieel aantrekkelijker om sneller te gaan werken of te blijven hangen bij een stageplek. Hierdoor stoppen ze vroegtijdig met hun opleiding, waardoor ze zonder diploma de arbeidsmarkt betreden. Misschien hebben ze dat papiertje nu niet nodig, maar later wel. Dit kan ze beperken in hun latere carrière.’
Gelijke kansen
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) geeft aan ‘heel positief’ te zijn over het achterliggende idee van het wetsvoorstel. Omdat het onderscheid tussen doelgroepen wordt losgelaten, helpt de wet gemeenten om ‘jongeren gelijke kansen te bieden’, schrijft de gemeentekoepel.
Als je aan die grenzen gaat morrelen, moeten alle partijen eerst weer wennen aan de nieuwe indeling
Risico
Wat dat betreft een welkome wet. Maar er is ook kritiek. In een recent advies wijst de Raad van State (RvS) op het feit dat het voorstel geen maatregelen treft voor de aanpak van jongeren ‘met gelijktijdige problemen op verschillende terreinen van het leven’. Door een te sterke focus op één enkel domein bestaat het risico dat deze jongeren ‘uit beeld raken’ en (nieuwe) problemen niet tijdig worden opgelost, signaleert de onafhankelijk adviseur van de regering. Het is onduidelijk hoe gemeenten ervoor kunnen zorgen dat deze jongeren ‘de (integrale) ondersteuning’ krijgen die ze nodig hebben.
Aanspreekpunt
De zorg dat het voorstel geen aandacht besteedt aan multiproblematiek is niet nieuw, zegt Ramdin. ‘Via internetconsultaties kaartten gemeenten dit al aan.’ Volgens de consultant overwoog het kabinet om ‘een aparte integrale ondersteuner’ in te stellen. Dit vaste aanspreekpunt zou dan op diverse domeinen jongeren kunnen ondersteunen. ‘Het belangrijkste nadeel hiervan is dat de jongere met een nieuw persoon te maken krijgt, terwijl er meestal al ondersteuning is’, verduidelijkt Ramdin.
Incongruente regio’s
Daarnaast uit de RvS haar zorgen over samenwerking in de regio. Het voorstel bevat verplichtingen voor gemeenten en scholen om op regionaal niveau samen te werken. Maar dat is nog niet overal vanzelfsprekend. Daarbij kunnen gemeenten in een doorstroompuntregio verdeeld zijn over verschillende arbeidsmarktregio’s en vice versa. ‘Deze incongruentie tussen de regio-indelingen wordt in het veld vaak genoemd als mogelijke factor die de samenwerking belemmert’, waarschuwt de RvS. Wat Ramdin betreft een terecht kritiekpunt: ‘In één doorstroompuntregio zitten soms drie arbeidsmarktregio’s. Een wethouder die bijvoorbeeld gaat over onderwijs moet vervolgens alles afstemmen met drie wethouders werk en inkomen van andere gemeenten. Idealiter vallen die regio-indelingen samen.’
Grenzen
Maar het aanpassen van de regio-indeling is dan weer ‘niet wenselijk’, aldus de RvS. De afdeling advisering verwijst hierbij naar een onderzoek dat tot eenzelfde conclusie komt. ‘Wanneer regio’s verplicht de regio-indeling moeten wijzigen, gaat dit hen – zo zeggen zij – moeite en tijd kosten om nieuwe of andere samenwerkingsverbanden vorm te geven’, zo is te lezen in het rapport. Ramdin snapt dat wel: ‘Als je aan die grenzen gaat morrelen, moeten alle partijen eerst weer wennen aan de nieuwe indeling. Zo’n nieuwe samenwerking opbouwen kost tijd. Daar komt bij dat er met de komst van die nieuwe wet al veel verandert.’
Institutionaliseren
Wat moet er dan wel gebeuren? ‘Verbetering van de samenwerking betreft vooral de onderlinge communicatie’, zo luidt de aanbeveling van het adviesorgaan. Ook de continuïteit van het personeel en het onderlinge vertrouwen is van belang. ‘Maar dat laatste moet je wel institutionaliseren’, benadrukt Ramdin. ‘Op papier moet de rol- en taakverdeling tussen gemeenten, scholen en doorstroompunten helder zijn. Het moet duidelijk zijn wie waarvan is. Dat is echt een voorwaarde voor een goede regionale samenwerking.’
Tweede Kamer
Wanneer de Tweede Kamer het wetsvoorstel precies krijgt aangeboden is nog onduidelijk. Naar verwachting in het tweede kwartaal van 2024, zei demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf (D66) in maart. Dit doet hij mede namens participatieminister Carola Schouten (ChristenUnie). De wet treedt op z’n vroegst op 1 augustus 2025 in werking.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.