Friese gemeenten pakken schooluitval aan
Schooluitval in Zuidoost-Friesland is door een nieuw registratiesysteem met 46 procent toegenomen. 'We kunnen ze niet allemaal bedienen, maar ze zijn nu wel zichtbaar.'
Door een nieuw meldingssysteem nam het aantal geregistreerde vroegtijdige schoolverlaters in Zuidoost-Friesland met 46 procent toe. Een actieplan moet uitkomst bieden. ‘We kunnen ze niet allemaal bedienen, maar ze zijn nu wel allemaal zichtbaar.’
Alle schoolverlaters geregistreerd
In 2011 steeg het aantal schoolverlaters zonder diploma in De Friese Wouden van 938 naar 1370. Het is niet zo dat kinderen en masse de scholen verlaten, vertelt Karin Kooijman, RMC Coördinator van de gemeente Smallingerland en de RMC De Friese Wouden. RMC betekent de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten. ‘In het landelijk gesloten VSV-convenant gaat men uit van nieuwe schoolverlaters die gedurende het huidige schooljaar zijn uitgeschreven. Maar in de RMC-regelgeving gaan we uit van oude en nieuwe schoolverlaters. Alle jongeren tussen de 12 en 23 die niet meer op een school staan ingeschreven of vier weken zonder reden afwezig zijn.’ In het MBO werden jongeren die vier weken niet aanwezig zijn eerst niet meegeteld. Daarnaast was altijd de vraag of jongeren die van school zijn, maar al aan het werk zijn nog geregistreerd moeten worden als voortijdig schoolverlater. ‘Die blijven voortijdige schoolverlaters. Onze projectleiders bellen hen om te vragen of ze nog aan het werk zijn en of ze een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) willen volgen. Dan ondersteunen wij hen’
Actieplan
Met een actieplan willen acht gemeenten in Zuidoost-Friesland het aantal voortijdige schoolverlaters verminderen. ‘We hebben een zorgspoor ontwikkeld waarin we de aansluiting tussen lokale CJG’s en regionale zorgadviesteams op scholen willen verbeteren. Kinderen in onze regio zitten vaak niet in de eigen gemeente op school, terwijl dat wel vaak de vindplaats is van jongeren met problemen. In de woongemeente weet men dan van niets. Die link willen we leggen en daar verwachten we veel van.’ Een ander spoor heet “werk en inkomen” en is gericht op verbetering van de niet al te beste regionale arbeidsmarkt. ‘Vaak is er geen plek voor jongeren met een BBL-opleiding. Daar willen we ook iets in betekenen. Heel veel jongeren die in de Wajong zitten vallen er nu buiten.’
Niet allemaal bedienen
In bestuurlijk overleg tussen wethouders en directies van scholen worden gezamenlijke initiatieven voorgesteld en reductiedoelstellingen vastgesteld. ‘Meestal is dat 10 procent per jaar. Dat halen we niet, maar we weten wel waarom: omdat we meer jongeren hebben door de verbeterde zichtbaarheid. We kunnen ze vaak wel herplaatsen.’ Met de toename aan schoolverlaters is er voor de projectleiders ook extra werk aan de winkel. ‘Sommige projectleiders hebben een “caseload” van 350 jongeren. Die kunnen we natuurlijk niet allemaal bedienen. Maar als ze niet zichtbaar zijn, zal niemand bewegen. We doen hard ons best, maar er zijn grenzen. Om alle jongeren goed terecht te laten komen zijn meer mensen nodig of andere organisaties.’ Met de regelgeving in de wet Werken naar Vermogen zouden jongeren die hun baan verliezen en ouders hebben met inkomen uit beeld verdwijnen. ‘Zij zouden geen bijstand krijgen en dan niet meer zichtbaar zijn. Wij hebben ze nu wel in beeld.’
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.