‘Aanpak laaggeletterdheid te vrijblijvend’
De betrokkenheid van de gemeente als opdrachtgever en regisseur is een absolute randvoorwaarde voor het functioneren van taalhuizen.
Het gebrek aan lokale verantwoordelijkheid voor de aanpak van laaggeletterdheid is een zwaktebod. Dat stelt Certificeringsorganisatie Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal (CBCT) in een nieuwe publicatie. Voor het succes van Taalhuizen is een betrokken gemeente een ‘absolute randvoorwaarde’, maar regelmatig is deze betrokkenheid gebrekkig.
Audits
Sinds 2012 zijn er in Nederland taalhuizen. Veelal gekoppeld aan bibliotheken, en oorspronkelijk bedoeld als plek waar laaggeletterden met Nederlands als voertaal taalonderwijs konden krijgen. In 2020 werd gestart met de certificering van Taalhuizen, en inmiddels zijn er 124 audits uitgevoerd. Daardoor is er nu meer zicht op de resultaten. Zo had in 2022 96 procent van de bibliotheken minimaal één taalhuis in haar werkgebied.
Bereik
Wat ook blijkt is dat het bereik van de taalhuizen anders is dan vooraf bedacht. Laaggeletterden die Nederlands als voertaal spreken blijken niet vaak bereid om zich te laten scholen. Als mensen gevraagd wordt of ze hulp nodig hebben om hun taalvaardigheid te verbeteren ontkennen zij dat vaak. Campagnes voor en druk op deze groep stoten eerder af, aldus CBCT. Daardoor wordt er in taalhuizen voornamelijk onderwijs gegeven aan mensen met een andere voertaal dan het Nederlands.
Gemeentelijke betrokkenheid absolute randvoorwaarde
De certificeringsorganisatie vindt dat taalhuizen een belangrijke rol spelen bij het terugdringen van laaggeletterdheid. Momenteel is de bestuurlijke inzet volgens de organisatie echter te weinig verankerd. Dit terwijl de betrokkenheid van de gemeente als opdrachtgever en regisseur ‘een absolute randvoorwaarde’ is voor het functioneren van taalhuizen. Het is de constante factor, en als die wegvalt is het met het taalhuis vaak gedaan.
Groot verschil in kwaliteit
Het is een risico van de decentrale aanpak, merkt CBCT op. Dat proces heeft een groot verschil in de kwaliteit en de infrastructuur opgeleverd, zo blijkt uit het rapport. ‘Op dit moment kunnen gemeenten hun opdrachtgeverschap naar eigen inzichten invullen. Dat betekent veel vrijheid en is op zich het meest effectief, maar kan ook leiden tot vrijblijvendheid. Lokale invulling is een kracht, maar vrijblijvendheid is een zwakte.’
Landelijk verankeren
CBCT zou willen dat de rol van gemeenten concreter wordt gemaakt. Die aanbeveling ligt al bij de landelijke beleidsmakers. Zo schreef toenmalig minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs Mariëlle Paul in juli van dit jaar dat zij de aanbeveling ‘versterk de regierol van gemeenten: maak duidelijk waar gemeenten regie op moeten voeren en spreek lange termijn doelen af’, zal meenemen in toekomstige besluitvorming over dit onderwerp.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.