Betaalpas voor gezond eten: 'Beter dan een voedselbank'
De proef ‘Beter Eten’ weet Rotterdammers te bereiken die niet in beeld zijn bij de gemeente.
Honderd Rotterdamse huishoudens met lage inkomens kregen 12 weken lang extra budget om gezond eten van te kopen. Deelnemers vinden geld uitgeven in een gewone winkel prettiger dan naar de voedselbank gaan. Voor de gemeente biedt het kansen om inwoners te bereiken die normaal gesproken niet bij de gemeente aankloppen voor hulp.
Gezonder
Leven in armoede kan een grote impact hebben op de gezondheid. Al langer is bekend dat mensen met een laag inkomen en opleidingsniveau gemiddeld zeven jaar korter leven. Het doel van de proef Beter Eten, in de Rotterdamse wijken Bospolder en Tussendijken, is dan ook om financieel kwetsbare inwoners te stimuleren om gezonder te eten. Honderd huishoudens krijgen een wekelijks budget om gezond voedsel aan te schaffen. Gezond eten is immers vaak duurder dan ongezond eten.
‘De pilot is geslaagd wat betreft het bereiken van de Rotterdammers’
Betaalpas
De honderd deelnemende huishoudens worden voorzien van een betaalpas waarmee ze bij een aantal lokale winkels terecht kunnen. Op de pas wordt elke week een bedrag van 20 euro (voor een alleenstaande) tot 50 euro (voor twee ouders met kinderen) gestort. Na afloop van de aankoop worden de bonnetjes gecheckt: gezond eten wordt goedgekeurd, andere producten, zoals sigaretten, afwasmiddel of plastic tasjes, worden niet vergoed.
Schaamte
Uit de voorlopige resultaten van een onderzoek van de Universiteit Wageningen blijkt dat de deelnemers een aantal voordelen zien van de Beter Eten betaalpas ten opzichte van andere vormen van voedselhulp, zoals de voedselbank. Omdat de betaalpas te gebruiken is in een gewone winkel, zijn de deelnemers niet herkenbaar als hulpvrager. De Rotterdammers ervaren daarom minder schaamte. Ook hebben ze meer keuzevrijheid in waar, wanneer en welke boodschappen ze doen. ‘Beter dan een voedselbank’, vat een van de deelnemers samen.
Stress
Daarnaast voelen de inwoners zich op een positieve manier gestimuleerd om gezonder te gaan eten. Ook vermindert het boodschappenbudget de stress die de Rotterdammers ervaren. Het extra geld vergroot de voedselzekerheid, maar biedt ook meer financiële ruimte. Een van de deelnemers geeft bijvoorbeeld aan dat ze dankzij het voedselbudget geld overhoudt om schulden af te lossen.
In de wijk
‘De pilot is geslaagd wat betreft het bereiken van de Rotterdammers’, zegt voormalig armoedewethouder Michiel Grauss (sinds het aantreden van het nieuwe college in Rotterdam is hij wethouder-af). Aan de pilot doen mensen mee die normaal gesproken niet in beeld zijn bij de gemeente. Volgens de ChristenUnie-wethouder is dat te danken aan het feit dat de pilot wordt uitgevoerd door organisaties in de wijk, niet door gemeenteambtenaren. ‘Als we de deelnemers zouden vragen om bij ons op kantoor langs te komen, dan zouden we driekwart meteen kwijt zijn.’
‘Het kan slimmer, het kan minder bureaucratisch’
Andere problemen
Grauss wil het project inzetten als manier om in contact te komen met kwetsbare inwoners. ‘We bieden mensen hiermee noodhulp. Maar daarnaast zou ik willen kijken wat er bij deze mensen nog meer aan de hand is. Als dit programma de stress kan verlagen, helpt dat om aan andere problemen te werken.’ De deelnemer die het geld gebruikt om schulden af te betalen is daar een voorbeeld van. Hoewel Grauss liever zou zien dat ze zich meldt bij de gemeentelijke schuldhulpverlening, omdat dan wellicht een groot deel van de schulden kan worden kwijtgescholden.
Bureaucratisch
Aan de andere kant blijkt ook dat de Rotterdammers het gebruik van de betaalpas en het inleveren van de bonnetjes stressvol vinden. Deelnemers zijn bijvoorbeeld bang om bonnetjes kwijt te raken. Daarnaast heerst er grote angst dat de hulp kan leiden tot terugvorderingen op de bijstand of toeslagen – ook al is dat niet het geval. ‘Het kan slimmer, het kan minder bureaucratisch’, geeft Grauss toe. ‘Maar je hebt die bonnetjes wel nodig om het te onderbouwen. En de stress van leven in armoede is vele malen groter.’
Inkomenspolitiek
Wel roept het de vraag op of het niet efficiënter zou zijn om de inwoners simpelweg het geld te geven, zonder de voorwaarden die leiden tot stress en extra werk in de uitvoering. Grauss: ‘De belangrijkste voorwaarde voor een gezonde leefstijl is voldoende inkomen, dat klopt. Maar inkomenspolitiek is een taak van het rijk. Tot die tijd doen wij wat we kunnen.’
Geoormerkt geld
Het Beter Eten project is een voorbeeld van het inzetten van 'geoormerkt geld' voor een maatschappelijk doel. Buyproxy, de aanbieder van de betaalpas die voor deze proef wordt gebruikt, ziet nog meer mogelijke toepassingen voor geoormerkt geld. Denk aan leefgeld voor vluchtelingen, vouchers om huizen te isoleren of hulp bij budgetbeheer.
Mensen die in de schuldsanering zitten, of om een andere reden een krap budget hebben, kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van een betaalpas met verschillende potjes voor verschillende soorten uitgaven. Op die manier beschermen mensen zichzelf tegen overbesteding, en kunnen geldproblemen worden voorkomen, zegt Richard Meijer, directeur van buyproxy. 'Met het afscheid van contant geld raken mensen het zicht kwijt op wat ze te besteden hebben. Als je echt grip wil hebben op je uitgaven, moet je je niet kunnen vergissen.' Maar het is geen wonderolie, benadrukt Meijer. 'Het werkt het best in de context van andere hulp.'
Bij het Beter Eten programma moeten de bonnetjes van de deelnemers nu nog handmatig worden gecontroleerd, maar in de toekomst kan dat geautomatiseerd worden, zegt Meijer. Eén van de mogelijkheden is gebruik maken van optical character recognition (OCR): een computerprogramma dat bonnetjes kan uitlezen. Een andere optie is dat de betaalpas automatisch wordt beperkt tot bepaalde producten. Op dit moment kan de betaalpas wel aan en uit worden gezet voor bepaalde winkels, maar de pas maakt nog geen onderscheid op productniveau. 'Binnen nu en vijf jaar zie ik toepassingen verschijnen die dit mogelijk maken', verwacht Meijer.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.