Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

‘Nul risico’s is een schijnwerkelijkheid’

Een Wall of Fame zou mooi zijn, zegt Dirk-Jan de Bruijn, voorzitter van Rijks Innovatie Community. ‘Een top-50 aan succesvolle innovaties.’

20 december 2024
Foto Dirk-Jan de Bruijn
Dirk-Jan de Bruijn, voorzitter Rijks Innovatie Community

De eerste honderd dagen van de voorzitter van de Rijks Innovatie Community zitten erop. Tijd voor een interview met voorzitter Dirk-Jan de Bruijn, die ervoor pleit dat de rijksoverheid haar innovatieklimaat professionaliseert. ‘Er zijn mooie pilots, maar daarna is het ingewikkeld de innovatie in productie te nemen.’

Beleidsadviseur Werk en Inkomen

Duo+ in opdracht van Gemeente Uithoorn
Beleidsadviseur Werk en Inkomen

Projectleider Inkoop en Levering Containers Grondstoffen Inzamelstation

Yacht
Projectleider Inkoop en Levering Containers Grondstoffen Inzamelstation

Taaie innovaties

Enkele ‘taaie innovaties’ binnen het ministerie van IenW en Rijkswaterstaat (RWS) heeft Dirk-Jan De Bruijn op zijn trackrecord staan. Daaronder een transformatieprogramma om containers van de weg naar de binnenvaart te krijgen, nodig voor verduurzaming en vervanging en renovatie van infrastructuur door RWS. ‘De capaciteit van wegen wordt minder, dus waarom vervoeren we driekwart van de spullen via de weg? Dat kan ook via het water’, meent De Bruijn, sinds dit voorjaar voorzitter van de Rijks Innovatie Community (RIC).

Gemeenschappelijke doelen

Aan deze vervoersomslag moesten alle partijen meedoen. Dat bracht De Bruijn op ‘netwerkleiderschap’ of het ‘4O-model’: overheden, ondernemers, onderwijs en omgeving. ‘Ik leerde sturen zonder macht. Je werkt vanuit communities, creëert samenwerkingsverbanden en kijkt welke gemeenschappelijke doelen je kunt realiseren. Hoe beter en concreter dat gezamenlijke perspectief is, des te gemakkelijker het is voor partijen om actief mee te doen.’

Soort franchisemodel

Nu zet De Bruijn zijn expertise in als voorzitter van de RIC, die meer dan vierduizend leden heeft, en zich richt op het ‘makelen’ van innovaties. De focus ligt op innovaties die organisaties overstijgen. In 2018 is de RIC bottom-up ontstaan vanuit twee ministeries en sinds 2021 opereert de RIC rijksbreed: ‘Alle departementen zijn bij ons aangesloten en betalen daarvoor. Het is een soort franchisemodel’, vertelt De Bruijn. Leden zitten vooral in de operatie van innovatie­projecten. ‘Zij wisselen uit en wij organiseren verbindende dingen, zoals borrels en “INNOvember”: een maand lang een reeks van workshops door de verschillende achterbannen.’

Het creëren van een wereld zonder risico’s is natuurlijk volstrekte waanzin

Wat is uw rol als voorzitter van de RIC?

‘Ik wil graag naar professionalisering van ons innovatieklimaat. Welke inspanning stop je nu in innovaties en wat wordt er uiteindelijk in productie genomen? We stoppen veel energie in innovaties. Er zijn mooie ideeën, pilots, maar daarna is het ingewikkeld om de innovatie in productie te nemen. Rijkswaterstaat heeft dagelijks 9,4 miljoen auto’s over haar netwerk, dus wil je dat alles proven technology is en stuur je op kosten, rechtmatigheid en risico’s. Maar bij innovaties moet je denken in opbrengsten en investeringen. Nul risico’s is een schijnwerkelijkheid. Je moet aanvaardbare risico’s durven nemen: sturen op risico’s in relatie tot de te verzilveren benefit.’

Bij de rijksdienst bestaat de neiging om een wereld zonder risico’s te creëren, ‘wat natuurlijk volstrekte waanzin is’, aldus De Bruijn. Hij pleit voor het activeren van het innovatieklimaat door zich de vraag te stellen: hoe ziet Nederland er over twintig jaar uit? ‘We staan in de top tien van rijkste, gelukkigste landen, maar kijk je naar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, in geopolitiek, digitalisering of klimaat, dan is het niet vanzelfsprekend dat we die positie behouden. En dus moet je innoveren.’ Daar komt bij dat het rijk 22 procent minder ambtenaren wil. ‘Je kunt dan in je eigen silo gaan schaven of het momentum pakken om een aantal dingen heel anders te organiseren. We zitten op dat snijvlak. Daar liggen voor de RIC mooie kansen.’

Wat is er al voortgekomen uit de RIC?

‘Tijdens mijn kennismaking vroeg ik leden naar hun top drie opgeschaalde innovaties waarover zij op een feestje een mooi verhaal vertellen. Het bleef behoorlijk stil. Maar ze zijn er wel: het voor-ingevulde belastingformulier, de Omgevingswet, Ruimte voor de Rivier en P-Direkt [salarisadministratie voor ambtenaren, red.] zijn allemaal prachtige voorbeelden. Alleen, het is onvoldoende toegankelijk en we leren er te weinig van. Een soort Wall of Fame zou mooi zijn: een top vijftig aan gave, succesvolle innovaties. Wat leren we eruit en wat is de rode draad voor de komende jaren? Ik constateer dat die er niet is. Als je naar een professioneel innovatieklimaat wil, kun je hierin investeren. Maak een website met filmpjes. Kijk ook naar wat niet is gelukt. Hoe voorkomen wij dat wij in dezelfde val trappen? Als je schaarse middelen op een efficiënte manier wilt inzetten, helpt dit ook.’

Iedere verandering is gebaseerd op urgentie. De urgentie kan nog wel wat steviger

Wat viel u nog meer op in uw eerste honderd dagen?

‘We hebben als RIC het landschap van innovatoren in de rijksdienst in beeld gebracht. Dat zijn vijftig à zestig verschillende partijen die nauwelijks van elkaar weten wat ze doen. Innovatie moet je natuurlijk bottom-up stimuleren, maar je kunt wel samenwerken en er enige sturing op zetten. Je kunt alle partijen die iets doen met kennisuitwisseling en opleidingen eens bij elkaar zetten en kijken hoe je elkaar kunt versterken; leren van elkaar en voorkomen dat op verschillende plekken het wiel wordt uitgevonden.’

Hoe zit het met het draagvlak voor een beter innovatieklimaat?

‘Het onderwerp innovatie stond lang niet op de agenda van het SG-overleg [overleg van de secretarissen-generaal van de ministeries, red.], maar nu wel weer. Kunst is dat we ook zelf ons huiswerk beter doen en de top er meer bij betrekken. Iedere verandering is gebaseerd op urgentie. De urgentie kan nog wel wat steviger. Wat gebeurt er over vijf jaar als je niks doet? Binnen INNOvember voeren we er discussies over: laten we er meer energie op zetten. De stip op de horizon zijn die focuspunten. We moeten het concreter maken. De RIC kan dat niet alleen. Je wilt op basis van behoefte van uitvoerders en geaccordeerd door het SG-overleg enkele focuspunten formuleren: dit is onze innovatieagenda tot 2030. Zo geef je meer richting en voorkom je dat je daar overal discussies over voert.’

Lees het hele interview met Dirk-Jan de Bruijn in BB24 (inlog)

De rol van de top

‘Innovatie is niet alleen maar bottom-up, ook de top heeft een belangrijke rol’, benadrukt De Bruijn. ‘Je doet iets wat je nooit eerder hebt gedaan, dus moet je de mogelijkheid hebben om buiten de lijntjes te kleuren. Er moeten regelluwe zones zijn om te kunnen experimenteren. Ook de top moet zeggen: wij staan achter deze aanvaardbare risico’s. Er zijn nog te veel regels. Een bovenbaas zei eens tegen mij: “Vraag eens naar de bron van een regel. Als je die zelf hebt bedacht, kun je die ook zelf opheffen.” Er is iemand met doorzettingsmacht nodig om dat te doen en die ruimte te geven. Dat ontberen we. Daarom innoveren we te vaak met de handen op de rug: we moeten door twintig hoepels springen. Maar het kan slimmer. Enige urgentie helpt als je wilt dat tempo omhooggaat.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie