Zonder hoger onderwijs geen innovatie
Overheden, universiteiten en bedrijfsleven moeten nog meer gaan samenwerken om zo op een gerichte manier nieuwe technologie te ontwikkelen.
Het is een misvatting dat innovatie door het bedrijfsleven een oplossing is voor de bezuinigingen op het hoger onderwijs. Daarmee gaat het kabinet volledig voorbij aan de cruciale rol die universiteiten hebben in de innovatieketen en het oplossen van maatschappelijke uitdagingen met nieuwe technologie. Marja van Bijsterveldt, burgemeester van Delft en Tim van der Hagen, voorzitter van het College van Bestuur van TU Delft doen een beroep op de Tweede Kamer om de bezuinigingen van tafel te halen.
Zonder universiteiten geen innovatie. Neem bijvoorbeeld een startup in Delft die op basis van een patent van de TU Delft ammoniak uit mest kan halen. Hiermee kan de stikstofuitstoot in 2030 met een kwart verminderd zijn en kan Nederland weer van het slot. Wetenschappelijk onderzoek dus als basis voor broodnodige innovatie. Met de bezuinigingsplannen voor 1 miljard op het hoger onderwijs zet het kabinet een stevige rem op innovatieve oplossingen en dit is schadelijk voor de toekomst van Nederland.
TU Delft staat – samen met collega-universiteiten en andere onderwijsinstellingen – aan de basis van innovatie en wil dat blijven staan. Wij voelen en nemen verantwoordelijkheid voor het helpen oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Wetenschappelijk onderzoek bij universiteiten leidt vaak tot baanbrekende nieuwe technologie. Startups of bestaande bedrijven ontwikkelen deze verder tot een marktrijp product of dienst dat ze naar de markt brengen. Maar zonder onze universiteiten, de wetenschap, komt dit proces om kennis naar de markt te brengen niet meer van de grond.
Niet korten op fundamenteel onderzoek, maar investeren in kennis en innovatie die essentieel is voor de toekomst van onze samenleving
Bij TU Delft hebben we dit proces bovendien geperfectioneerd: onze campus in Delft is het middelpunt van een innovatie-ecosysteem met verschillende faciliteiten en testlocaties (fieldlabs) voor innovatiepartners. Hier kunnen overheden, startups, bedrijven en kennisinstellingen goed met elkaar samenwerken en nieuwe producten gemakkelijk testen en doorontwikkelen, samen met onze wetenschappers. En dat is een stimulans voor de vitaliteit van onze stad. Op die manier zorgen we ervoor dat onze uitvindingen versneld hun weg naar de markt vinden en toegevoegde waarde leveren aan ons allemaal, aan onze maatschappij, aan onze toekomst en die van de generaties na ons.
Natuurlijk investeert ook het bedrijfsleven in onderzoek, innovatie en ontwikkeling, maar dat gebeurt in tandem met het hoger onderwijs. Universiteiten en bedrijfsleven hebben elkaar keihard nodig om nieuwe kennis te ontwikkelen tot bruikbare oplossingen voor de samenleving, ook al omdat de innovatievragen zo complex zijn tegenwoordig. Het is dus een misvatting van het Kabinet te denken dat innovatie door het bedrijfsleven de oplossing is voor de bezuinigingen op hoger onderwijs.
Wij pleiten ervoor dat universiteiten juist nog meer gaan samenwerken in onderzoeksprogramma’s, om zo op een gerichte manier nieuwe technologie te ontwikkelen, samen met het bedrijfsleven en overheden. Niet korten op fundamenteel onderzoek, maar investeren in kennis en innovatie die essentieel is voor de toekomst van onze samenleving, nu en nog vele generaties na ons. Alleen dan kan het hoger onderwijs blijven functioneren als motor voor vooruitgang, zowel wetenschappelijk als maatschappelijk.
Wij maken ons grote zorgen dat juist door de bezuinigingen op noodzakelijke kennis het Nederlandse innovatievermogen stagneert. Want het kabinet zet de motor voor innovatie niet alleen stil maar, erger nog, in zijn achteruit. De positie die we hebben opgebouwd, en waaraan ook lokaal zo hard is gewerkt, zal daardoor worden aangetast. Wat nu wordt afgebroken, duurt jaren voordat het weer is opgebouwd. Dat zet ons land langdurig op achterstand.
Nederland trekt zich als het ware terug achter de dijk. Dit verzwakt de positie van ons land als wetenschappelijk kenniscentrum, wat op lange termijn de concurrentiepositie van de Nederlandse economie zal schaden.
Daarom: bezuinigen op het hoger onderwijs? Doe het niet! Investeer in innovatiekracht.
Marja van Bijsterveldt, burgemeester van Delft, Tim van der Hagen, voorzitter van het College van Bestuur TU Delft
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.