Verdient Verenigd Links een vrouwelijke leider?
Terwijl ‘links’ lippendienst bewijst aan het belang van gelijkwaardigheid en emancipatie, laat het politiek leiderschap nog over aan mannen.
Nu de discussie over een progressieve fusiepartij op links - werktitel: Verenigd Links - weer oplaait, lijkt het moment aangebroken om niet alleen over samenwerking, maar ook over leiderschap na te denken. Ik doe graag een duit in het zakje vanuit het oogpunt van diversiteit.
GroenLinks en de PvdA, de twee partijen die onmiskenbaar in deze fusie opgaan, hebben een lange traditie van vooruitstrevend beleid op het gebied van emancipatie. Beide partijen hebben hier ook intern structureel werk van gemaakt. Een bekend voorbeeld is het 'rits-systeem' op de kandidatenlijsten van de PvdA, waar mannen en vrouwen elkaar één voor één afwisselen op de lijst.
Daar komt nog bij: PvdA en GroenLinks hebben in absolute en relatieve aantallen al heel veel vrouwen in de politiek voortgebracht. En ook wat betreft bredere diversiteit, bijvoorbeeld als het gaat om politici met een migratieachtergrond, kunnen andere partijen aan hun resultaten nog wel een puntje zuigen.
Extra opvallend dus dat de huidige leider, en de voornaamste kandidaat om de nieuwe fusie partij te leiden, een oudere witte man is: Frans Timmermans. Timmermans is zonder twijfel een vaardig politicus met enorme buitenlandervaring. En die ervaring kwam de afgelopen week goed van pas in een veranderende internationale wereldorde.
De vraag is niet óf Verenigd Links een vrouw als leider zou moeten hebben, maar wie
Waarom dan toch mijn vraagtekens? Sinds ik in Frankrijk woon volg ik ook graag de Franse politiek. Marine Le Pen is hier onmiskenbaar een van de meest prominente politieke figuren. Haar kansen om de volgende president van Frankrijk te worden zien er goed uit (oké, een rechtszaak daargelaten). Oftewel, het zou zomaar kunnen dat de eerste vrouwelijke president van Frankrijk uit de radicaal-rechtse hoek komt. Daarnaast zei Le Pen al eerder in een interview dat Macron misschien wat vaker een vrouw naar voren zou moeten schuiven voor leiderschapsrollen, in plaats van enkel de mond vol te hebben van emancipatie.
Zo bezien kan gebrek aan vrouwelijk leiderschap bij Verenigd Links niet alleen een gemiste symbolische kans zijn, maar vooral ook een kwetsbaarheid. In Nederland zagen we een vergelijkbare dynamiek: de eerste vrouwelijke minister-president leek recent een beetje dichterbij te komen, maar kwam vanuit rechtse hoek (Yeşilgöz) - niet vanuit links.
Dit illustreert hoe linkse partijen het risico lopen om op het gebied van vrouwen aan de top te worden ingehaald door rechts. Dan moeten we toch concluderen: terwijl links lippendienst bewijst aan het belang van gelijkwaardigheid en emancipatie, wordt het politieke leiderschap nog aan mannen overgelaten. Een vergelijkbaar probleem als bij Macron.
Voor Verenigd Links ligt hier een duidelijke kans. Een vrouw als leider past bij de idealen, maar zou ook strategisch verstandig zijn. Er lopen binnen deze partijen veel vrouwen rond met politieke ervaring. Ik pak meteen door: de vraag is dus niet óf Verenigd Links een vrouw als leider zou moeten hebben, maar wie.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.