Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

'Omgevingswet vreet kostbare tijd'

De tijdrovende implementatie van de Omgevingswet rijdt bij gemeenten urgente opgaven als woningbouw in de wielen.

31 januari 2025
Tijd-geld-2-shutterstock-307374188.jpg

Een jaar geleden werd na veelvuldig uitstel de Omgevingswet ingevoerd. Binnenlands Bestuur volgt al langere tijd de gemeenten Oude IJsselstreek en de Noord-Hollandse BUCH-gemeenten bij hun implementatietraject. Hoe kijken zij op het eerste jaar terug? ‘Je zult je basis op orde moeten brengen. Dat lijkt Den Haag te vergeten.’

Teammanager Vastgoed & Grondzaken

JS Consultancy in opdracht van de gemeente Westerkwartier
Teammanager Vastgoed & Grondzaken

PM Effectiviteitssturing

JS Consultancy
PM Effectiviteitssturing

Bopa

Bij initiatieven die in afwijking zijn van de bestaande ruimtelijke plannen omarmen beide gemeenten in eerste instantie de Bopa, de buitenplanse omgevingsplanactiviteit. ‘Tenzij er een noodzaak bestaat om iets weg te bestemmen, zoals bij milieutechnisch zware zaken rond bedrijven’, stelt Nienke Scholten, regisseur intake omgevingstafel namens de BUCH. Het werkt goed, al is bij haar collega’s ‘nog niet zo goed bekend hoe ver je met een Bopa kunt gaan.’

Dakkapellen

In Oude IJsselstreek worden Bopa’s verleend voor kleinere ontwikkelingen als schuurtjes en dakkapellen die niet binnen de plannen passen. ‘Voor de grotere en meer ingewikkelde plannen sturen we toch aan op de TAM-omgevingsplannen, omdat je daar betere juridische regels in kunt opnemen’, zegt Rutger Schottert, adviseur ruimtelijke ontwikkeling bij de gemeente Oude IJsselstreek.

Keijzer

Manager fysieke ontwikkeling André Putker geeft als voorbeeld een garage­bedrijf dat wilde uitbreiden op een woonbestemming. ‘Dan is het niet handig om met een Bopa te gaan werken, want dan laat je de woonbestemming intact. Dan kun je beter meteen de TAM Imro doen en daarna de vergunning verlenen.’ De vraag is hoe lang minister van Volkshuisvesting Keijzer (BBB) de TAM nog in stand houdt voordat gemeenten verplicht overgaan op de STOP-TPOD-standaard voor het publiceren van omgevingsdocumenten. Daarnaast moeten we nieuwe wetgeving onder de knie krijgen en werken aan één omgevingsplan. Dat vraagt de komende ­jaren echt meer capaciteit. Het vinden van de juiste poppetjes blijft een bron van zorg. We zijn al een jaar op zoek naar twee senior adviseurs op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling.’

Ik heb nog geen omgevingsplanprocedure gezien waarvan ik dacht: nou snap ik ‘m

Vertraging

In Noord-Holland gaat Scholten ervan uit dat Keijzer deze Tijdelijke Alternatieve Maatregelen voorlopig overeind houdt. Dat hoopt Putker in Oude IJsselstreek ook: ‘Ik ben bevreesd dat de overgang naar STOP TPOD voor een vertraging in de woningbouw gaat zorgen. Ik heb nog geen omgevingsplanprocedure gezien waarvan ik dacht: nou snap ik ‘m. Er moet nog ­zoveel doordacht worden.’

Twee sporen

Zijn adviseur sluit zich daarbij aan. ‘We werken aan twee sporen’, zegt Schottert. ‘Op de achtergrond zijn we met een projectgroep bezig met het ontwikkelen van het permanente omgevingsplan. Maar we moeten ook de urgente ruimtelijke ontwikkelingen faciliteren. Wanneer we ­overstappen naar STOP TPOD moeten we die sporen met elkaar verbinden. Best ingewikkeld. Het is fijner als ze langer worden losgekoppeld. Dan kunnen we de overgang zorgvuldiger voorbereiden.’

Apart hoofdstuk

Risicoloos is de brede steun voor langere TAM niet. De door de gemeente Oude IJsselstreek ingehuurde adviseur omgevingsplan Denes Jansen voorziet dat de voorbereiding op het werken met STOP TPOD dan minder prioriteit krijgt: ‘Dan ondergraaf je als gemeente je eigen plan van aanpak.’ Hij voorspelt dat gemeenten die straks nog geen definitieve structuur voor het omgevingsplan voor hun hele grondgebied hebben, de ontwikkelingen in een apart hoofdstuk zullen onderbrengen. ‘Wat zijn we dan met z’n allen aan het doen? Dan was de eerste escape een TAM Omgevingsplan en is straks de tweede escape een apart hoofdstuk – dat is niet uit te leggen.’

Ik denk niet dat er al een deel van het omgevingsplan zal worden vastgesteld

Heel veel werk

Dus moet er in 2025 wat Jansen betreft veel aandacht bij gemeenten uitgaan naar dat omgevingsplan (dat alle gemeenten eind 2031 moeten vaststellen). Scholten vermoedt dat de BUCH-gemeenten hier in 2025 ‘heel veel werk’ in zullen steken: ‘Maar ik denk niet dat er al een deel van het omgevingsplan zal worden vastgesteld.’

Vijf jaar

Ook niet in Oude IJsselstreek. Putker: ‘Mensen hebben nog veel moeite om zich de nieuwe juridische werkelijkheid eigen te maken. Het duurt zeker vijf jaar voordat alles is geland bij de ambtenaren die het werk doen. Daar maak ik me ongerust over. Als het TAM Omgevingsplan wordt uitgeserveerd, betekent het dat je voor december 2025 een ontwerp TAM ter inzage moet leggen. Daarmee vormt de zomer van 2025 het kantelpunt. Het eerste halfjaar van 2025 dien je dan te gebruiken voor de omslag in werkprocessen van werken met TAM naar werken met STOP TPOD.’

Korte termijn

Kan de rijksoverheid het gemeenten bij de doorontwikkeling van de Omgevingswet makkelijker maken? Meer geld is ­volgens Scholten niet de oplossing: ‘Vind maar eens mensen die het kunnen uitvoeren. Het probleem is dat het rijk vaak op korte termijn denkt. Mona Keijzer roept dat er veel meer huizen moeten worden gebouwd. Met de mensen die we als gemeenten nu hebben, moet je dan een keuze maken. Ga ik vergunningen verlenen voor dat wat ons land nu nodig heeft, namelijk infrastructuur en woningen plus alle maatschappelijke voorzieningen daaromheen? Of ga ik inzetten op het bouwen van de middelen daartoe: het omgevingsplan en je hulpstructuur. Je kunt niet allebei perfect doen.’

De politiek draagt uit: bouwen, bouwen, bouwen.

Sexyer

Esther Quaedflieg, programmamanager implementatie Omgevingswet van de BUCH-gemeenten: ‘Het klinkt veel sexyer om te zeggen: “We gaan 100.000 woningen bouwen”, maar zo zit het niet helemaal. Je zult eerst je basis op orde moeten brengen. Dat lijkt Den Haag te vergeten. De politiek draagt uit: bouwen, bouwen, bouwen. Maar dat betekent dat je aan de initiatievenkant met de gebakken peren zit en mis je de planvorming.’ Ook in Oude IJsselstreek ontbreekt het Putker aan handjes: ‘Op dit moment zijn we druk met het openhouden van de ­winkel volgens de oude systematiek. ­

Meer samenwerking

Tot slot. Zijn ze na één jaar Omgevingswet blij dat de wet er na de hoogoplopende discussie in het voortraject toch is gekomen? Quaedflieg vindt dat de Omgevingswet bij de BUCH-gemeenten ‘meer samenwerking’ heeft gebracht: ‘Bijvoorbeeld als ik zie hoe we nu met mensen om tafel zitten om bepaalde ontwikkelingen mogelijk te maken. Dat vind ik winst. Minder brieven, meer gesprekken.’ 

‘Er wordt super positief op onze intake omgevingstafel gereageerd’, vult Scholten aan. ‘Mensen vinden het zo fijn dat ze een gezicht hebben bij een advies. Ze hebben er daarna veel meer begrip voor dat gemeenten bepaalde eisen stellen. Wij zijn niet alleen maar de boeman, we kunnen het uitleggen.’

Kostbare tijd

In Oude IJsselstreek is men ook een jaar na de invoering sceptischer. ‘Gezien alle urgente maatschappelijke vraagstukken had het van mij nog niet gehoeven’, aldus Putker. ‘Het was handiger geweest om de wet gefaseerd in te voeren in plaats van alles in een keer’, vult zijn adviseur Schottert aan. ‘We zijn nu bezig om met de omgevingsdienst de regels voor bodem in het omgevingsplan te verwerken. Dat blijkt veel ingewikkelder te zijn dan we dachten. Willen we het dichttimmeren of is het goed dat we meer loslaten? Die discussie krijg je bij heel veel regels en dat vreet kostbare tijd.’ Putker denkt dat de voordelen van de Omgevingswet echt wel een keer gaan komen: ‘Maar nog niet in de komende vijf tot tien jaar.’

Lees het hele verhaal deze week in BB02 (inlog). 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie