‘Wij kijken liever: hoe kun je daar wél bouwen?’
Water en bodem dreigden 'dwingend' te worden in de ruimtelijke ordening. Daarom is NEPROM-directeur Fahid Minhas blij met Mona Keijzer.
Voor het kabinet-Schoof zijn de elementen ‘water en bodem’ niet langer sturend in onze ruimtelijke ordening, maar moet er slechts‘rekening worden gehouden met’. Het lijkt een afzwakking van de klimaat-adaptieve ambities. Hoe kijken experts daarnaar? In het derde deel van een serie van vijf Fahid Minhas, directeur van de brancheorganisatie van project- en gebiedsontwikkelaars NEPROM.
Als voormalig Kamerlid voor de VVD was Minhas erbij toen de paragrafen over water en bodem sturend de afgelopen jaren tot kabinetsbeleid werden. De discussie was, blikt hij terug: moeten de elementen bodem en water leidend worden in onze ruimtelijke ordening of sturend? ‘Ik heb er op aangedrongen dat het sturend moest zijn. Want als je van leidend uitgaat, dan zal het antwoord gezien de wateropgave op bouwplannen vaak een harde ‘nee’ zijn. Sturend geeft aan dat je kunt bijsturen door je woningbouwplannen aan de lokale omstandigheden aan te passen.’
BB Wat betekent de filosofie van water en bodem sturend nu voor u als NEPROM-directeur?
‘Wij zijn de trekker van het kennisprogramma KAN: klimaatadaptief bouwen met de natuur. Dat doen we met een aantal ministeries en duurzame koplopers uit de ontwikkelingssector. Wij vinden klimaatadaptief bouwen ontzettend belangrijk. Maar wat wij in de praktijk te veel zien is dat er op locaties niet wordt gebouwd vanwege wateruitdagingen. Wij kijken liever: hoe kan het daar wel?’
BB Waarom zou je willen bouwen op dat soort lastige locaties?
‘We lopen in Nederland 400.000 woningen achter. We moeten tot 2030 op jaarbasis minimaal 100.000 woningen bouwen en ik ben ervan overtuigd dat het er eigenlijk minimaal 120.000 moeten zijn. Daar komen we lang niet aan. Wanneer je als kabinet die urgentie voorop zet, dan zul je keuzes moeten maken – ook in gebieden waar de factor water uitdagend is. Je zult je de vraag moeten stellen: welk risico accepteer ik, als huisbewoner? Dan kan er best een kans zijn dat eens in de twintig jaar je tuin onderloopt. Maar hoe erg is dat, en kun je dat al niet deels oplossen met de inrichting van je tuin?’
De filosofie van water en bodem sturend wordt te rigide toegepast
BB Wat houdt die gedachte in als je die concreet doorvertaalt naar de kaart van Nederland?
‘Het bouwen in de Arnhemse uiterwaarden was zo’n discussiepunt. Maar je kunt best zeggen: met welke innovaties kan het daar wel? Dat geldt nu ook rond het Markermeer. Daar heeft de aanleg van natuurgebied sterk bijgedragen aan de waterkwaliteit. Maar je zou dat ook kunnen combineren met de bouw van woningen. De filosofie van water en bodem sturend wordt te rigide toegepast, ook in de kaart die door wetenschappers is gemaakt met rode gebieden waar niet meer zou moeten worden gebouwd. Dat is niet langer water en bodem sturend, maar water en bodem dwíngend.’
BB Zijn de overstromingen in Zuid-Limburg van 2021 een game changer geweest?
‘Zeker. Veel mensen dachten bij overstromingen nog vooral aan de zee. We zijn een laaggelegen land, veel rivierwater stroomt onze kant op. We moeten ervoor zorgen dat onze dijken daarop zijn ingericht en dat onze rivieren de ruimte hebben, ook bij de steeds intensievere regenbuien die we te verduren krijgen. Ik denk dat het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat dat op een goede manier oppakt. Ook in hoe we dat water in de toekomst beter vast kunnen houden in tijden van droogte. Onze waterhuishouding is in haar algemeenheid ingericht als een vergiet: het water komt en we kijken hoe we het zo snel mogelijk weer weg kunnen krijgen. We zullen meer moeten kijken hoe we ons water als een spons kunnen vasthouden, daar waar nodig moeten afvoeren en op plekken vasthouden voor tijden dat we het weer nodig hebben. Daar zullen we ons watersysteem beter op moeten aanpassen.’
BB Over de bodem gaat het in de discussie veel minder.
‘Inderdaad. We hebben de ruimtelijke aanpak water en bodem sturend genoemd, maar uiteindelijk gaat het nu bijna alleen om water. Ten onrechte. Er wordt geen intrinsieke discussie gevoerd over waar we naartoe willen met dit land en welke keuzes daarvoor gemaakt moeten worden. Dat is aan de politiek, die moet aangaande het gebruik van de bodem keuzes maken. Sommige gebieden zijn kansrijk voor andere functies. Dit is het moment om die keuzes te maken. Hoe vinden we, bijvoorbeeld, dat de agrarische sector er de komende decennia uit moet komen te zien? Daarvoor is het grondgebruik een belangrijke factor.’
Als je woningnood zo belangrijk vindt, dan moet je in je afwegingen over ruimtegebruik keuzes durven maken
BB Het nieuwe kabinet wil ‘water en bodem sturend’ afzwakken tot ‘rekening houden met’. Bent u het daarmee eens?
‘Zeker. Wij hebben het ook nooit anders geïnterpreteerd. Asiel is voor dit nieuwe kabinet vraagstuk nummer één en op plek twee staat de woningnood. Als je dat zo belangrijk vindt, dan moet je ook in je afwegingen over ruimtegebruik keuzes durven maken. Daarin verschillen wij van mening met de waterschappen. Die stellen: nieuwe woningen moeten over honderden jaar nog net zo goed zijn als nu. Wij vinden dat we ons dat gezien de urgentie van het woningprobleem niet overal kunnen veroorloven. Als je de huizenkopers op die locaties maar van goede informatie voorziet. Bijvoorbeeld dat als ze die woning kopen, ze wel daar en daar rekening mee moeten houden. Op sommige onderdelen mag toekomstbestendigheid best flexibel zijn, zodat we Nederland ook op korte termijn vooruit helpen.’
BB Parallel aan de discussie over water en bodem sturend loopt die over toekomstbestendige bouwvoorschriften in het Bouwbesluit. Moeten die wat u betreft worden aangescherpt?
‘Wij zijn voor hoge duurzaamheidsstandaarden. Je mag landelijk best een stevige norm neerleggen over hoe duurzaam onze gebouwde omgeving moet worden. Maar zorg er dan voor dat het een generieke norm is. Als bedrijven een fabriek hebben ingericht op fabrieksmatige woningbouw, maar per gemeente het vereiste isolatiepakket moeten aanpassen, dan worden die woningen meteen een stuk duurder. Die verschillen in eisen zie je nu nog in veel gemeenten terug.’
BB Als u minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer een advies zou mogen geven, wat zou u dan zeggen?
‘Maak de koppeling met de bodem in het ruimtelijk beleid steviger. Maak keuzes, ook over functievraagstukken. We praten in Nederland veel te veel langs elkaar heen. Er zijn ontzettend veel locaties waar allang gebouwd had kunnen worden, maar die keuzes worden maar niet gemaakt. Omdat er een waterschap dwarsligt. Of Rijkswaterstaat. Of een gemeente wil niet buitenstedelijk bouwen. Wijs die locaties aan en zorg dat er daar gebouwd kan worden. Zeker als de politiek geloofwaardig wil zijn bij de volgende verkiezingen.’
Dit is het derde deel in een serie. Eerdere afleveringen leest u hier en hier.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.