De weg naar Paris Proof
Drie sleuteloplossingen voor een duurzame, gebouwde omgeving.

Auteur bijdrage: André Hekma, Duurzaamheidscoördinator Gebouwde Omgeving
De mooie duurzaamheidsprojecten die we de afgelopen jaren realiseerden, maken mij trots. Maar is het genoeg? Op 22 april 2016 ondertekenden wereldleiders het Klimaatakkoord van Parijs, met de afspraak de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius. Met een streven naar maximaal 1,5 graden. Na negen jaar blijkt dat Nederland nog een flinke weg te gaan heeft. Volgens het akkoord moet de CO2-uitstoot in 2030 55% minder zijn dan in 1990. Op dit moment bereikt Nederland ongeveer een reductie van 30%, wat betekent dat er de komende vijf jaar nog grote stappen nodig zijn om de doelstellingen te halen. De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor 40% van de totale CO2-uitstoot en speelt dus een sleutelrol in deze transitie. Ik wil drie oplossingsrichtingen in de gebouwde omgeving delen die voor een succesvolle opschaling kunnen zorgen.
1. Organiseer verduurzaming programmatisch
Een groot deel van de CO2 wordt uitgestoten tijdens het gebruik van gebouwen, bijvoorbeeld verwarming of koeling. Reduceren van deze uitstoot is daarom het belangrijkste. Gelukkig maakt de Europese Wet- en regelgeving energiezuinig bouwen en verbouwen tot de standaard. Dit geldt ook voor de Nederlandse markt. De grote uitdaging is het energiezuinig maken van al onze gebouwen. Momenteel komen we niet eens in de buurt van de gestelde doelen. Het probleem ligt vaak niet bij de techniek of financiële middelen maar bij de organisatie van zo’n groot uitvoeringsprogramma. Ik zie veel klanten die hard van start gaan met de inventarisatie, maar geen idee hebben hoe dat te concretiseren tot actie. Wij helpen ze met een programmatische aanpak en voorkomen dat we technisch het wiel steeds opnieuw moeten uitvinden. Via een voorspelbare volgorde van projecten, weten de organisatie en ketenpartners waar ze aan toe zijn.
Daarvoor is het nodig om op abstract niveau tot een investeringsbesluit te komen en dan te prioriteren op basis van terugverdientijd, maximale CO2 winst of juist verbetering van energielabel. Als we dit naast het investeringsbudget leggen, halen we jaarlijks het maximale uit het budget. Belangrijker nog dan het optimaliseren van het budget is het hebben van een duidelijk uitvoerbaar plan, eigenaarschap en betere samenwerking met de keten. Ik ben blij dat steeds meer klanten zoals onze overheid programmatisch gaan werken.
2. Stimuleer circulair slopen en ontwerpen
Ongeveer een derde van de CO2 uitstoot komt vrij bij het fabriceren van producten, de embodied carbon. We zijn verslaafd aan fossiele producten zoals beton en staal maar deze zijn CO2 intensief. In 2050 wil de overheid dat we een circulaire en CO2-vrije economie zijn. Alleen kort cyclische hernieuwbare materialen worden vanaf dan toegevoegd aan onze economie. Reden om veel meer in te zetten op hergebruik. Dit is duurder dan traditioneel bouwen. Het kost meer arbeid om gebruikte materialen te demonteren en klaar te maken voor hergebruik dan te slopen. Daarnaast is de vraag te beperkt om een stabiele afzetmarkt te garanderen voor circulaire sloopbedrijven. Dit zagen we onder andere bij de Port of Amsterdam. Ook is het aanbod van herbruikbare materialen vaak onvoorspelbaar en daardoor lastig om een betrouwbare partner te vinden. Ons ontwerp voor de Kuilwielenbank in Leidschendam laat juist zien welke toegevoegde waarde hergebruik van materialen kan bieden in bijvoorbeeld identiteit. De NS maakt kenbaar welke materialen beschikbaar komen en deelt dit actief met de markt. Wat mij betreft een voorbeeld voor veel andere overheidspartijen.
3. Creëer volume en ontwerp duurzaam
Biobased bouwen is steeds meer in opkomst en zorgt ook voor het verlagen van de embodied carbon. Bij The Urban Woods laten onze constructeurs zien dat hoogbouw zelfs volledig van hout kan, inclusief liftkern. In deze ontwikkeling is zelfs Cross Laminated Timber (CLT) uit cargo pallets gemaakt, hergebruikt biobased dus. Voor het ontwerp van kinderboerderij Rembrandtpark is hout gebruikt voor de gevel dat afkomstig is uit het Amsterdamse Bos, lokaal en beschikbaar vanwege sterfte van bomen. Dit vind ik een mooi voorbeeld, maar niet de massa die nodig is voor echte impact.
Hout is vaak duurder vanwege drie redenen. Allereerst de beperkte vraag. Ten tweede een ontwerp gemaakt vanuit de invalshoek van beton, die in een latere ontwerpfase ’omgebouwd’ moet worden naar hout. En als laatste is hout minder goed bruikbaar bij strenge functionele eisen voor geluid, trillingen of overspanningen. Het is dus essentieel om hout vroegtijdig mee te nemen als materiaalkeuze binnen het ontwerp. De overheid mag hier wat mij betreft een leidende rol pakken en meer biobased (ook in constructies) uitvragen in tenders. Op die manier creëren we een stabiele afzetmarkt en wordt biobased een geduchte concurrent voor de fossiele alternatieven als beton en staal.
Als ik terugkijk op die negen jaar zijn er veel goede dingen gebeurt op het gebied van duurzaamheid. Uiteraard zijn er hobbels op de weg maar over het algemeen zie ik een stijgende lijn. De drie oplossingsrichtingen zorgen wat mij betreft echt voor een versnelling aan de transitie naar ‘Paris Proof’. Daarvoor is wel leiderschap nodig zowel van de markt als van de overheid. Als Arcadis zetten we ons het komende jaar extra in op deze drie thema’s, ook als er niet om gevraagd wordt omdat we vinden dat duurzaamheid belangrijk is.

Meer weten?
Neem gerust contact met ons op.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.