De Omgevingswet en de rechtsstaat (2)
Het menselijker maken van de rechtsstaat gaat prima samen met de implementatie van de Omgevingswet.
Mijn vorige column ging over de analyse van de Staatscommissie Rechtsstaat. Niet bepaald iets om vrolijk van te worden. Gelukkig geeft de commissie goede tips in de vorm van tien verbeterdoelen. Die passen prima bij de Omgevingswet.
Neem verbetervoorstel 4. Het contact met burgers verbeteren kan door hun ervaringskennis bij iedere fase van nieuw beleid te benutten. Dan is er niet meer, maar wel minder afstandelijke en onpersoonlijke communicatie nodig. Daar hoort een omslag bij: burgers niet zozeer passief informeren, maar actief informatie uitdragen aan bepaalde burgers. Burgers ook directer bij het vormgeven en verspreiden van overheidsinformatie betrekken. De overheid kan daarvoor aansluiten bij organisaties in buurten en wijken en daar - of in het gemeentehuis - laagdrempelige voorzieningen openen.
De commissie roept de overheid op om mensen die geen gebruikmaken van regelingen actief op te zoeken. Daarvoor is belangrijk om ‘een gezicht’ te krijgen en het contact ‘warmer en persoonlijker’ te maken. Verder is de aanname bij de overheid onjuist dat burgers wel met regels weten om te gaan. Regels zijn te ingewikkeld en gaan burgers boven de pet. De overheid moet bovendien realistische verwachtingen hebben en het ‘doenvermogen’ van burgers niet overschatten.
De commissie geeft als tip om structureel burgers te betrekken bij beleid en wetgeving. Burgers zijn dan geen ‘usual suspect’ en lastig, maar ervaringsdeskundigen die de kloof tussen overheid en andere burgers kunnen helpen dichten. Volgens de commissie hebben ambtenaren wel training nodig om op een menselijke manier rechtvaardig te zijn en te leren omgaan met de spanning tussen willekeur en maatwerk. Vertaald naar de Omgevingswet: neem vroegtijdige participatie bloedserieus en zoek de flexibiliteit in de wet op. Werk met ‘ja, mits’ in plaats van ‘nee, tenzij’.
Dan over naar verbetervoorstel 6. Langdurige politieke prioriteit is nodig voor het vereenvoudigingen van regelingen met impact op de bestaanszekerheid, waaronder grip op de leefomgeving valt. Het actueel en eenvoudig houden van regels moet een ‘groot project’ zijn, waaraan langdurig wordt gewerkt. Dat lijkt mij een oproep om een beleidscyclus in te voeren. Het sluit bovendien aan bij het verbeterdoel ‘eenvoudig beter’. De verkokering in organisaties te lijf gaan, is ook een tip. Oftewel: integraal samenhangend en gebiedsgericht werken invoeren.
Verder kunnen de ervaringsdeskundigheid en kennis van uitvoeringsorganisaties worden ingezet bij het bewaken van de eenvoud. Dat zit ook in de beleidscyclus. Eenvoudiger en toegankelijke regels die aansluiten bij de vaardigheden van burgers helpen het vertrouwen van burgers te herstellen. Dit kan meeliften bij het maken van het omgevingsplan en het bewaken van de actualiteit daarvan. Werken met de beleidscyclus en het omgevingsplan is dus werken met een ‘rechtsstatelijk kompas’. Beter uitvoerbaar beleid betekent kritisch zijn op sectorale ‘beleidsoprispingen’. Niet alles hoeft een programma te zijn: iets kan ook een aanpassing van de omgevingsvisie zijn, een wijziging van het omgevingsplan of een beleidsregel voor vergunningverlening of handhaving. Het klonk allemaal door tijdens de Gelderse Dag van de Omgevingswet, afgelopen maart: stop met de ‘beleidsdiarree’ en stuur op overzicht was het credo.
Ten slotte verbeterdoel 9. Richt bestuurlijke besluitvorming en de bezwaarschriftenprocedure zo in dat burgers zich gehoord voelen. Maak van inspraakprocedures geen wassen neus. Neem de indruk weg dat de uitkomst op voorhand al vaststaat. Dat voedt namelijk juridisch en ander verzet tegen de overheid. Rechtsbescherming begint al bij het eerste contact met burgers en vraagt om een open agenda, inzetten op goed contact, vertrouwen, luisteren en daadwerkelijk zoeken naar conflictoplossing.
Wederom: neem vroegtijdige participatie bloedserieus. Het besluit op bezwaar moet een serieuze heroverweging van het hele besluit zijn en geen juridische toets of het bij de rechter standhoudt. De gang naar de rechter moet je willen voorkomen, al zal dat niet altijd lukken. Blijf niet doorprocederen. Weeg het belang daarvan af tegen de belasting bij de burger. Het is voor mij één groot pleidooi voor dejuridisering en om de burger niet als tegenstander te zien.
Vertaald naar de Omgevingswet is dat een minder dominerende rol van de juridische invalshoek en de fysieke leefomgeving weer het speelveld maken van planologen, stedenbouwkundigen, ecologen en burgers. En niet van advocaten. De vaardigheden daarbij zijn verbindend ontwerpen en onderhandelen. De jurist beslist dan niet wat kan, maar geeft (flexibiliteits)mogelijkheden aan en zet onderhandelingsresultaten om in een juridische regeling.
Eigenlijk is het ironisch: voor behoud van de rechtsstaat, mag het minder juridisch en menselijker. Andere rapporteurs benoemden dit ook al en riepen mensen bij de overheid ook op om te leren luisteren en met emoties om te gaan. Positief vind ik dat deze tips gemakkelijk kunnen meeliften met het implementeren van de Omgevingswet. Het past helemaal bij bedoeling en systeem van de wet. Het implementeren gebeurt nu. Mag het werken aan de rechtsstaat meeliften?
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.