Essay: water en bodem sturend, maar hoe dan?
Hoe zorgen we ervoor dat de ruimtelijke inrichting van Nederland klimaatbestendig wordt?
Water en bodem moeten ‘sturend’ worden bij ruimtelijk beleid, besloot het kabinet onlangs.Hoe pakken we dat slim aan? Een breed gedragen langetermijnvisie voor de toekomst kan helpen, schrijven onderzoekers Ilse Voskamp, Daan Verstand en Wim Timmermans van Wageningen University Research in een essay.
Omslag
‘Water en bodem sturend’ betekent rekening houden met de kwaliteiten en kwetsbaarheden in die systemen. Bieden de grondsoort en grondwaterstand bijvoorbeeld kansen om water vast te houden, of maken ze het gebied kwetsbaar voor droogte? Een ruimtelijke inrichting die op het bodem- en watersysteem is gebaseerd, heb je niet zomaar gerealiseerd, want je verandert de ruimtelijke inrichting niet van de ene op de andere dag. Er is een omslag in ons denken nodig.
Verder vooruitkijken
Bij het maken van plannen en besluiten moeten we verder vooruitkijken dan we gewend zijn. Neem de woningbouwopgave: de woningen die vandaag worden gebouwd, staan er over honderd jaar nog. Dus gaan we nog bouwen op plekken waar de kans op overstromingen steeds groter wordt, zoals in de Randstad en langs de rivieren? En bouwen we onze beste landbouwgronden niet vol?
Prettig leefbaar
In 2020 publiceerden collega’s van Wageningen University & Research (WUR) een nationale toekomstvisie: Een natuurlijker toekomst voor Nederland in 2120. Deze visie is positief van aard en ‘nature-based’. De visie laat zien hoe we Nederland prettig leefbaar kunnen houden, door slim gebruik te maken van de dynamiek van het landschap.
Waardevol en inspirerend, al die verschillende visies
Amersfoort aan zee
Sinds die publicatie verschijnen er steeds meer toekomstvisies. Van landkaarten met Amersfoort aan Zee, waarin de Randstad is opgeheven om plaats te maken voor het water, tot plannen met grote betonnen zeeweringen om het stijgende zeewater tegen te houden. Ook zijn er visies op de 22ste eeuw ontwikkeld voor specifieke delen van Nederland, zoals Midden-Delfland, Zeeland, Limburg en regio Arnhem-Nijmegen. Waardevol en inspirerend, al die verschillende visies, en het is mooi om te zien dat ze al gebruikt worden om besluitvormingsprocessen te voeden. Tegelijkertijd roepen ze vragen op. Wat bedoelen we bijvoorbeeld precies, wanneer we spreken over langetermijnvisies?
Niet genoeg ruimte
Een overkoepelende toekomstvisie gaat niet over één specifiek beleidsterrein, zoals een visie op het woonvraagstuk, klimaatverandering of de energietransitie. In het verhaal zijn zo veel mogelijk beleidsthema’s en invalshoeken meegenomen. Veel problemen en oplossingen beïnvloeden elkaar, en zijn daarom niet afzonderlijk aan te pakken. Daarvoor hebben we overigens ook niet genoeg ruimte in Nederland.
Principes
Aan de basis van een toekomstvisie ligt een aantal uitgangspunten of principes. Die zijn leidend voor de gemaakte keuzes. Neem je klimaatbestendigheid en het bodem- en watersysteem bijvoorbeeld als basis voor de toekomstvisie, dan kies je ervoor om woningen te bouwen in hoger gelegen gebieden, waar minder kans is op overstromingen. En je zorgt dat woonwijken in het rivierengebied bestand zijn tegen hoog water – bijvoorbeeld door te kiezen voor drijvende woningen. Voor voedselproductie gebruik je de beste landbouwgronden. Van oudsher grenzen die aan de dorpen; op die plekken bouw je dus geen nieuwe woonwijk.
Een pakkende visie prikkelt, en brengt de maatschappelijke discussie op gang
Meerwaarde
Toekomstvisies hebben om meerdere redenen meerwaarde. Allereerst nodigt een toekomstvisie uit om op een positieve manier met elkaar in gesprek te gaan. Een pakkende visie prikkelt, en brengt de maatschappelijke discussie op gang. In de WUR-toekomstvisie De stad in 2120: natuurlijk – een stedelijke doorvertaling van NL2120, waarin we Arnhem als casus gebruikten – lieten we op de landkaart een compleet stadsdeel onder water lopen. Niet omdat dat de enige oplossing is om overstromingen tegen te gaan, wél om lokale beleidsmakers wakker te schudden: het water komt, wat gaan we daarmee doen?
Open dialoog
Voordeel van een brede langetermijnvisie is dat de discussie wegblijft van concrete belangen. Je hoeft het niet met elkaar eens te worden over details; het gesprek gaat over de hoofdlijn. Dat maakt een open dialoog tussen alle betrokkenen makkelijker. Gaan we meer bouwen op de hoge zandgronden, of bouwen we aangepaste woningen in het rivierengebied? En wat is daar voor de natuur bij te winnen? Het proces van visievorming prikkelt om je eigen afwegingen en uitgangspunten tegen het licht te houden.
Lees het hele essay deze week in BB09 (inlog)
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.