Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

LTO blijft zoeken naar alternatief voor Kritische Depositiewaarde

Met oog op de verkiezingen brengt de landbouworganisatie zijn lobbypunten naar buiten.

15 augustus 2023
Het oogsten van vlas in het agrarisch gebied van de Biesbosch, begin augustus.
Het oogsten van vlas in het agrarisch gebied van de Biesbosch, begin augustus.ANP

Landbouworganisatie LTO blijft nog altijd zoeken naar een alternatief voor de Kritische Depositiewaarde. Deze beruchte KDW geeft de maximale stikstofbelasting van een natuurgebied aan vóórdat gevaar dreigt voor de karakteristieke ecologische waarden van de planten en dieren in dat gebied.

Secretaris-directeur

Wetterskip Fryslân via BeljonWesterterp
Secretaris-directeur

Statengriffier

Bestman - Bestuur & Management in opdracht van Provincie Noord-Holland
Statengriffier

LTO's verlangen naar een alternatief blijkt uit twee recente stukken: één stuk waarin de agrarische lobbyorganisatie opnieuw reageert op een essay van hoogleraren Jan Willem Erisman en Wim de Vries; een tweede stuk met de inbreng van LTO voor de verkiezingsprogramma's van de landelijke politieke partijen.

De commissie-Remkes vroeg het toenmalig kabinet eind 2022 om te kijken naar een houdbaar alternatief voor de KDW. Stikstofminister Christianne van der Wal stelde een werkgroep in, waaraan LTO weigerde deel te nemen. Tegelijkertijd schreven de hoogleraren Erisman en De Vries (beiden ecoloog) en Chris Backes (jurist) een essay over hun kijk op een alternatief voor de wettelijke KDW.

Wél een alternatief

Dat alternatief zien zij niet. Het gebruik van andere indicatoren dan de KDW is ofwel niet wetenschappelijk houdbaar (zoals het hanteren van kritische concentratieniveaus voor stikstofoxide en ammoniak) of levert nog strengere eisen op (het in beeld brengen van de mate van verzuring van bodems).

Onzin, zegt LTO. De KDW hoeft niet wéttelijk vastgelegd te worden. Alleen Nederland heeft dat gedaan, aldus de organisatie. Vlaanderen bijvoorbeeld, dat ook een streng stikstofbeleid voert, heeft per sector emissiereducties vastgelegd. Maar in de Nederlandse wet staat dat in 2035 driekwart van de Natura 2000-gebieden onder het KDW-depositieplafond moet zitten.

Staat van instandhouding 

Als alternatief suggereert LTO om toe te werken naar een bepaald percentage Natura 2000-areaal dat in een goede staat van instandhouding verkeert. Maar dit voorstel werd juist verworpen in het essay van Erisman, De Vries en Backes:

Zij schreven: 'Om vast te stellen wat de relatieve bijdrage van bijvoorbeeld stikstof en hydrologie is op de ongunstige staat van instandhouding in elk gebied is langjarig gebiedsspecifiek ecologisch onderzoek nodig. Daarvoor moet ruimtelijk binnen het gebied zeer veel informatie worden verzameld van de bodemkwaliteit, grondwaterstand, waterkwaliteit, kweldruk in combinatie met het voorkomen van flora en fauna in relatie tot kenmerkende soorten. Afgezien van de vraag of dit per natuurgebied wetenschappelijk betrouwbaar te doen is, leidt dit tot langdurige onderzoekstrajecten met grote onderzoekskosten.'

Overigens is iemand als Wim de Vries, die hoogleraar Milieusysteemanalyse is aan Wageningen University & Research (WUR), wel degelijk van mening dat de landbouwsector zich, evenals in België, moet bezig houden met het terugbrengen van de uitstoot per individuele boer. Hij wil dat de lopende gebiedsprocessen van de provincies duidelijk maken voor hoeveel reductie elke agrariër apart verantwoordelijk is. Vervolgens kan de boer op basis van zijn of haar eigen vakmanschap beslissingen nemen.

En het perspectief?

LTO is het daar volledig mee eens, maar wil dan wel dat die individuele boer een langetermijnperspectief heeft en reële keuzes kan maken. Dat ontbreekt nog, zo zei ook Stijn van Wely kortgeleden tegen Binnenlands Bestuur. Hij is programmadirecteur landelijk gebied bij het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Ten eerste is het de vraag of het Transitiefonds van 24,3 miljard door de Eerste Kamer gaat komen. Daarnaast zijn drie belangrijke regelingen nog niet klaar. De stoppersregeling is er, maar het ministerie van Landbouw werkt nog aan een verplaatsings-, een extensiverings- en een innovatieregeling. Samen vormen die het 'trappetje van Remkes', omdat ook de commissie-Remkes benadrukte dat een boer meer keuzemogelijkheden moet hebben dan het stoppen van het eigen boerenbedrijf. Nu die drie regelingen nog niet bekend zijn, heeft een boer nog geen zicht op de waaier aan keuzes die hij of zij kan maken.

Meer dan 24,3 miljard?

Volgens IPO's Stijn van Wely is het een zwaarwegende vraag of politiek Den Haag het budget zal oprekken dat beschikbaar komt voor de transitie in het landelijk gebied. De totale financiële claim van de provincies, op basis van hun gebiedsplannen, is namelijk hoger dan de beschikbare 24 miljard. 'Die vraag hangt boven de markt; wat gaat de huidige Kamer of het nieuwe kabinet daarmee doen?', zei hij. 'Dankzij de gebiedsprogramma’s weten we hoe ingewikkeld het is om de doelen met het bestaande budget te realiseren.'

LTO heeft wel een idee: 'Verhoog het fondsbudget naar aanleiding van de opgeleverde plannen uit de provincies', schrijft de landbouworganisatie in het nieuwste lobbystuk. Daarnaast wil LTO dat landelijk vastgelegd wordt dat boeren en tuinders 'een volwaardige plek' hebben in de gebiedsprocessen.

Zorg over voorkeursrecht

LTO maakt zich daarnaast zorgen over het plan van demissionair minister Van der Wal om overheden de mogelijkheid te geven een voorkeursrecht te vestigen op agrarische grond. Daardoor kan bijvoorbeeld een provincie het eerste recht van koop krijgen. Dat voorkeursrecht bestaat al, maar alleen bij een geplande bestemmingswijziging. Het voorstel van Van der Wal zou het mogelijk maken dat een overheid agrarisch gebied verwerft en de grond in die functie behoudt.

Begin 2023 beantwoordde de minister hier Kamervragen over. Zij zegt als doel te hebben dat provincies extra instrumentarium hebben in hun gebiedsproces. LTO vindt echter dat de handelingsvrijheid van boeren wordt geschaad, en lijkt te vrezen dat het voorkeursrecht vaker gebruikt gaat worden.

'Voorkom dat het generiek toegepast wordt', schrijft de organisatie. 'Breng de gevolgen van dit wettelijk instrument op de lokale grondmarkt in beeld en beperk de vestigingsduur van een voorkeursrecht tot drie jaar.'

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

P. Smit
2017
https://nos.nl/artikel/2185922-nederlandse-boeren-hebben-laagste-milieu-impact-ter-wereld

2022
https://cultuurondervuur.nl/artikelen/amerikaanse-expert-groene-oorlog-tegen-nederlandse-boeren

2023
https://www.ewmagazine.nl/kennis/opinie/2023/04/de-boeren-zijn-waren-en-blijven-heel-erg-voorlijk-43300w/
https://commonsensetv.nl/de-boeren-worden-belazerd-maar-dat-hadden-ze-zelf-kunnen-weten/
Hielco Wiersma
De Overheid heeft de zorg voor een afgewogen balans tussen de biodiversiteit in de natuur en de relatieve bijdrage daaraan van stikstof en hydrologie. Het bereiken van deze situatie is lokaal zéér verschillend. Het vaststellen van één stikstofnorm voor het gehele land is daarom onjuist.
Wat de kosten zijn om het hiervoor geschetste doel handen en voeten te geven is, zonder voldoende uitwerking van de noodzakelijke doelprocessen, niet of nauwelijks volledig te definiëren. 24,3 miljard euro is daarom een slag in de lucht en natte vingerwerk. Ga daarom zoveel en zo snel mogelijk aan de slag met de juiste instrumenten/stimuleringsregelingen (géén open-einde regelingen, géén blackbox en zonder stip op de horizon).
Nico Bos
Nederland is het enige Europese land dat de KDW’s als uitgangspunt gebruikt voor wettelijk vastgelegde stikstofdoelen. Goed bedoeld, maar dat is concurrentie vervalsend en in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Dus gewoon goed regelen in Brussel voor alle EU landen.
Advertentie