Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

'Nee, er is geen alternatief voor de KDW', zeggen onderzoekers

Twee nieuwe adviesrapporten van wetenschappers benadrukken het belang van provinciaal maatwerk voor de transitie van de landbouw.

19 april 2023
Koeien verlaten met lentesprongen hun stal.
Koeien verlaten met lentesprongen hun stal.ANP

Hij is door velen gehaat: de Kritische Depositiewaarde, afgekort 'de KDW'. Het gaat hier om de maximale stikstofbelasting die een natuurgebied kan verdragen zonder dat de karakteristieke ecologische waarden van de planten en dieren in dit gebied in gevaar kunnen komen.

Maar is er een alternatief voor de KDW?, vroeg minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof aan de drie hoogleraren Jan-Willem Erisman, Wim de Vries en Chris Backes. De eerste twee zijn ecoloog, de derde is jurist. Hun recent gepubliceerde antwoord zal veel mensen teleurstellen: nee.

Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

BMC
Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling | Publieke sector | Medior | Senior | Landelijk

Medewerker Hulpteam Toeslagenaffaire

BMC
Medewerker Hulpteam Toeslagenaffaire

Waarom niet?

Dat schrijven ze in hun 'essay' Van depositie- naar emissiebeleid. Waarom niet? Het gebruik van andere indicatoren dan de KDW is ofwel niet wetenschappelijk houdbaar (zoals het hanteren van kritische concentratieniveaus voor de stikstofverbindingen stikstofoxide en ammoniak) of levert slechts nog strengere eisen op (het in beeld brengen van de mate van verzuring van bodems).

Een geheel andere oplossing zou zijn om per natuurgebied de staat van instandhouding en detail in kaart te brengen en nauwgezet een beeld te krijgen van de lokale rol van stikstof. Dat wil een politieke partij als BBB graag, maar is praktisch onhaalbaar, volgens de drie hoogleraren. Dat zou jaren onderzoek vergen. Bovendien ontbreekt voldoende ecologische menskracht.

Empathie

Tegelijkertijd hebben Erisman, De Vries en Backes empathie voor de maatschappelijke weerstand tegen het landelijk stikstofbeleid en het kloppend hart daarvan: de KDW. Onder andere om die reden benadrukken ze dat het behalen van de KDW de verantwoordelijkheid is van de overheid, niet van de boeren. Die moeten zich louter richten op gebieds- en bedrijfsspecifieke emissieplafonds. De komende jaren moeten ze onder die plafonds zien te komen: voor ammoniak uiterlijk 2030 of 2035, voor broeikasgassen uiterlijk 2050.

De grote vraag, die de drie hoogleraren in hun advies wel opwerpen maar niet beantwoorden, is: hoe groot moeten de gebieden worden die hun eigen emissieplafond krijgen? De zogenaamde 'depositiepotentie' van een individueel boerenbedrijf verschilt namelijk sterk, afhankelijk van de afstand tot Natura 2000-gebieden. Zie de kaart hieronder, afkomstig uit het advies. Deze toont de roodgeschakeerde stikstofemissiebronnen die in potentie het meest bijdragen aan de depositie in de groen gekleurde, stikstofgevoelige natuurgebieden.

Kaart met potentiële emissiebijdragen van boerenbedrijven.

Schiermonnikoog

De overheid moet de politieke keuze maken hoe de reductieopgave verdeeld wordt: generiek, individueel, of een mix van beiden? Op Schiermonnikoog, waar hoogleraar Erisman een landbouwproject heeft geleid, 'is de verdeling van het ammoniakplafond naar bedrijven gedaan door de boeren onderling de verdeling te laten doen onder begeleiding en met een stok achter de deur.'

Schiphol

Een ander opvallend advies van de drie hoogleraren is om in het beleid een onderscheid te maken tussen de stikstofverbindingen stikstofoxide en ammoniak. De eerste wordt voornamelijk door industrie en verkeer uitgestoten, de tweede door de landbouw. Gepleit wordt om salderen tussen beiden onmogelijk te maken. Dat betekent een einde voor het verwerven van 'stikstofruimte' door partijen als Schiphol of Rijkswaterstaat, die daarom boerderijen opkochten.

Reden is dat slechts 15 procent van de in Nederland uitgestoten stikstofoxide in eigen land blijft hangen. Bovendien verschillen de ecologische gevolgen. 

Tot slot wordt in het rapport benadrukt dat het een misverstand is dat Nederland pas van het slot gaat als overal de KDW is behaald. Het gaat er wel om dat de achteruitgang van de natuurkwaliteit een halt toe wordt geroepen.

Maatwerk

Hoogleraar Wim de Vries is ook de man achter een tweede recent advies, dat eveneens bestuurders een steun in de rug en boeren helderheid wil geven. Samen met onder meer Wageningen-onderzoeker Gerard Ros schreef hij het rapport Gebieds- en bedrijfsgerichte handelingsperspectieven voor een duurzame landbouw in Nederland. Ook zij benadrukken dat provincies regionaal maatwerk aan de boeren in hun gebied moeten bieden.

De stikstofbelasting van natuurgebieden is namelijk maar één uitdaging. Elk gebied heeft zijn eigen (extra) milieuproblemen. Veenweidegebieden in Utrecht, Zuid- en Noord-Holland en Friesland zitten met CO2-uitstoot door bodemdaling en veenoxidatie. De zandgronden in zuidoost-Nederland kampen met droogte en nitraat dat makkelijk uitspoelt naar grondwater. Flevoland, Zeeland, Groningen en een deel van Friesland hebben het relatief makkelijk met hun vruchtbare kleigronden, waardoor de landbouw hier niet volledig over de kop hoeft.

In de ogen van de onderzoekers heeft dat als consequentie dat provincies aan elk boerenbedrijf regionaal maatwerk moeten bieden, en in staat moeten zijn om de lokale milieuproblemen naar boeren te vertalen in kwantitatieve doelen.

Emissierechten

Opvallend aan dit advies is een pleidooi voor emissierechten voor stikstof en broeikasgassen. Dit naar het voorbeeld van de fosfaatrechten die in 2018 zijn ingevoerd. De nieuwe emissierechten worden dan onderdeel van een provinciale normerings- en beprijzingsaanpak. Dat betekent, kortom, dat uitstoot een prijs krijgt. Belangrijk is dat het aantal emissierechten jaarlijks afneemt, totdat in het jaar 2035 (of 2030) het gewenste niveau is bereikt.

Burger betaalt mee

Ook belangrijk om te beseffen is dat de gewenste transitie van de landbouw betekent dat de kosten van de boeren omhoog gaan. Extensievere landbouw betekent de noodzaak van schaalvergroting, omdat meer grond nodig is om het inkomen op peil te houden. Om dat te ondervangen stellen de onderzoekers voor dat de overheid veel meer dan nu het geval is de boeren gaat betalen voor ecosysteemdiensten. Daarnaast bepleiten ze een algemene landschapsbelasting, betaald door iedere burger van Nederland. Zij vinden het 'redelijk als naast de boer ook de Nederlandse burger mede verantwoordelijkheid neemt voor het beheer en onderhoud van het landschap en de bijbehorende biodiversiteit'.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

P. Smit
"...een algemene landschapsbelasting, betaald door iedere burger van Nederland."

Prima, maar dan alle gemeentelijke- en rijkssubsidies aan natuurorganisaties afschaffen. De burger hoeft niet dubbel te betalen!

En verder blijft deze mij puzzelen, kijk waar de NO2 vandaan komt: https://www.windy.com/nl/-Meer-lagen-tonen-toevoegen/overlays?52.025,-5.647,4
Advertentie